+ Plus

Reizen Baltische Staten

Bergen, passen en ander rotsspektakel zijn de Baltische Staten volledig vreemd. Het rustige landschap en de levendige oude hoofdsteden zijn de grootste troeven van de landen Estland, Letland en Litouwen. Een trektocht met de motorfiets door dit bij velen onbekende gebied in het nabije oosten van Europa.

Eigenlijk kende ik de drie Baltische Staten enkel als rijtje dat op de middelbare school altijd klassikaal hardop opgedreund werd: Estland, Letland en Litouwen. Die is er blijkbaar een jaartje of vijfentwintig geleden goed ingehamerd door de dienstdoende aardrijkskundeleraar. Daar heb ik voor deze reis echter weinig aan, ik ga namelijk niet van noord naar zuid, maar andersom: van Litouwen via Letland naar Estland dus. Terwijl de brandschone DFDS-veerboot vanaf Kiel rustig door de Oostzee naar Klaipeda ploegt, heb ik voldoende tijd om me op de verder onbekende landen voor te bereiden. En om in de juiste stemming te raken. De reisgids wekt mijn nieuwsgierigheid op. Ik heb zin in deze ontdekkingsreis te gaan, die al begint in Klaipeda. De stad was tot 1920 de meest noordelijke plaats van Duitsland, heette tot 1945 Memel. Slechts één van de vele sporen uit de roemruchte geschiedenis van dit gebied, soms melancholisch dan weer verschrikkelijk, die ik zal tegenkomen de komende twee weken.
Een kleine veerboot brengt mij en de Ténéré van Klaipeda naar de Koerse Schoorwal. De bijna 100 kilometer lange en heel smalle landtong, die het Koerse Haf scheidt van de Oostzee, staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. Eigenlijk is de schoorwal een enkele lange duin, vandaag de dag grotendeels met dennenbomen bebost, waardoor het duin niet meer aan de wandel kan gaan. Tot Nida, de beeldschone hoofdplaats, kan ik rijden. Dan word ik tegengehouden door de grens en mag niet verder. Het enige dat blijft is een blik over het eindeloze en verlaten zandstrand richting Rusland.
Gedurende de nacht heeft een ongelofelijk harde zomerstorm het strand van alle sporen ontnomen. Diverse bomen zijn geveld door het geweld en de anders zo rustige Oostzee beukt fanatiek op de kust. Breed en wit dreunt de branding op het strand, zware regenbuien trekken langs de horizon. Mooi weer. De zomeridylle pauzeert. Tijd om de oude en oergezellige vissershuizen van Nida te bekijken en me te verbazen in het barnsteenmuseum over spinnen, vliegen en muggen die 20 miljoen jaren geleden voor altijd werden gevangen in de gele klompen van het fossiele hars. Of een van de muskieten nog dinosaurusbloed in zijn buik heeft? Wie weet.

Genoeg van de schoorwal, ik wil de Memel, die vandaag de dag Nemunas heet, tot aan de hoofdstad volgen. Een rustige reis door een land zonder extreme kanten. Bossen en weiden wisselen elkaar af, heel veel ooievaars laten zich van hun mooiste kant zien en hier en daar een dorpje waar de tijd geen grip op heeft gehad. De grote rivier zwijgt, geen golfje dat het donkere water doet rimpelen, volhardend en langzaam schuift ze richting de Oostzee. Fietsers dragen veiligheidshesjes, voetgangers ook, net als grote gekleurde boodschappentassen. In een uitgestrekte wei melkt een vrouw een koe. Ook deze boerin draagt een veiligheidshesje, de koe nog niet. Er is hier geen hectiek, de jaren glijden hier net zo rustig voorbij als de rivier. Een geel bord wijst naar Tilsit, dat vandaag de dag Sowetsk heet. Slechts vijf kilometer hier vandaan, maar toch onbereikbaar, omdat de oude Oost-Pruisische stad tegenwoordig in Wit-Rusland ligt, aan de andere oeverkant van de Memel.
Dagen later ben ik in de stad Vilnius, een plaats met ongeveer een half miljoen inwoners. Een geheel andere wereld. Ik kampeer aan de rand van de stad en rijd met een rammelende, oeroude elektrische bus naar het centrum. De chauffeuse wil niet worden aangesproken, alleen al de kaartverkoop lijkt voor haar een psychische kwelling te zijn. Misschien rijdt zij deze bus al sinds 40 jaar, het robuuste duo heeft zich over de decennia aangepast, draaien nors en gedwongen hun diensten. De passagiers zijn jongeren die continu met hun smartphones spelen en moeders die het Russische cliché van iets te struis, iets te blond en iets te veel opgemaakt tot in perfectie uitdragen. We rijden door afschuwelijke systeembouwbuurten tot aan het centrum, bij het Geležinkelio Stotis. Een moeilijk woord voor station.
Maar dan: in Vilnius is niets meer overgebleven van de zwaarmoedigheid van het land, de brede en levendige boulevards, de geweldige oude binnenstad met monumentale gebouwen, cafés als in Italië, een gevarieerd publiek en royale pleinen. Een stad van wereldniveau. Bijna alles is perfect gerestaureerd, de oude universiteit is op architectonisch vlak om van te dromen. Vanaf haar 68 meter hoge en meer dan 400 jaar oude toren kijk ik over de oude stad met niet minder danvijftig kerken. Drie dagen blijf ik in Vilnius, ben gefascineerd door de aura en gechoqueerd door een bezoek aan het KGB-museum met de martelkelders, waar duizenden tegenstanders van het regime werden vermoord. Voor wie het portie horror dan nog niet voldoende is geweest, kan twee straten verderop terecht bij het Holocaust-museum dat er op een indringende manier aan herinnert dat ook Litouwen niet aan de Tweede Wereldoorlog kon ontsnappen. De nazi’s brachten hier 200.000 joden om het leven.

Cut! Even rustig op adem komen en terug naar de modus van het land. Wat niet gemakkelijk is na de overweldigende indrukken van de hoofdstad. Ik zet koers richting het noordoosten, rechtstreeks naar het ‘Litouwse Zwitserland’. Het landschap krijgt inderdaad bulten en dalletjes, dan zelfs zachte heuvels en op verkeersborden vermelde dalen. Verder sieren talrijke meren en kleine gemoedelijke dorpen het nationale park Aukštaitija, met zachte kronkelbochten wint de weg langzaam aan hoogte en schampt net langs de op drie na hoogste ‘berg’ van het land, de Nevaišiu, toch nog 289 meter hoog.
Verder over de vlakte naar Zarazai, over de nauwelijks herkenbare grens naar Letland en verder tot aan de oever van de Daugava. Een machtige rivier, met 1.020 kilometers langer dan de Maas, maar toch heb ik nog nooit van deze waterweg gehoord. Terra incognita inderdaad, ook daarom ben ik hier, om nieuwe dingen te ontdekken. Een stoffige piste sleept zich eindeloos door de flakkerende middaghitte langs de oever van de rivier met een rustige waterstroom. Af en toe komen Letten me in Volkswagen, Hyundai of Dacia in een rally tempo tegemoet, trekken een machtige stofwolk achter zich aan en houden totaal geen rekening met anderen. Ze hebben zich vast tot doel gesteld om op tijd te komen voor het midzomernachtfeest, dat vanavond begint. Vandaag is het de drieëntwintigste juni, Johannisnacht, de belangrijkste nationale feestdag hier. Vier dagen lang gaat het land luid en uitgelaten door de drank feest vieren. Winkels zijn gesloten, de straten leeg.
Maar er zijn ook nog andere gezichten die Letland laat zien. Stille landschappen zonder dramatiek, prachtige landhuizen die tot de onteigening en verdrijving na 1920 werden bewoond door vele generaties Duitse landadel, de eerste Russisch-orthodoxe kerken. En natuurlijk lange avonden dankzij de noordelijke ligging en geweldige oude steden als Jakobstadt of Cēsis. Aanblikken die vooral een ding uitstralen: rust.
Dat karakter verandert ook niet als ik opnieuw de grens passeer, die naar Estland. Nieuw land, en weer een andere taal waar ik niets van begrijp. Estlands klinkt als Fins, het land zelf heeft er ook wel wat van weg. Ik volg de Oostzeekust, geniet van de frisse zeelucht en enter de veerboot die me naar het grootste eiland van het land brengt, Saaremaa. In een of ander tijdschrift heb ik een verleidelijk verhaal gelezen over het eiland, en nu ben ik hier. Ik doorkruis 300 kilometer lang het platte groene land, zie weides en bossen, maar zelden iets van de Oostzee. Er is een constant gebrek aan prikkels die reizen zo aantrekkelijk maakt. Een saaire omgeving kortom, enkel de oude windmolens van Angla en de vette burcht van Kuressaare weten het gemoed te raken, maar dat was het dan ook.
Dus dan maar terug naar het vasteland, op naar Haapsalu. Veel beter. Een leuke kleine stad met Scandinavische flair, gekleurde houten huizen, een gemoedelijk centrum met een oeroude burcht en een prachtig gerestaureerd oud station, dat de Russische tsaar 110 jaar geleden liet bouwen om comfortabel naar zijn lievelingskuuroord te kunnen reizen. Aan het perron staan zelfs nog drie stoomlocomotieven te dutten, twee Russische en een Duitse 52’er goederentreinlocomotief. In Haapsalu is het goed toeven. Sporen van de Russische bezettingsperiode zijn hier nog amper te zien, Estland is na de onafhankelijkheid op een verbazingwekkend snelle manier overgeschakeld op een nieuwe toekomst. Wi-Fi is er bijna overal, er is bijna geen ander land ter wereld dat zich zo heeft overgegeven aan het internet. Litouwen en Letland ontwikkelen zich weliswaar langzamer, maar zelfs daar ben ik er verbaasd over wat de Baltische Staten allemaal sinds 1991 voor elkaar hebben gekregen. Alles zonder steunmiljarden van het westen, die bijvoorbeeld in de ex-DDR voor een razende ontwikkeling en hervorming hebben gezorgd. De Baltische landen moesten alle lasten zelf dragen, met als extra uitdaging het wegvallen van de Russische markt. En het dan toch redden. Respect!

Nog een dag tot Talinn. Ik cruise zoals gebruikelijk ontspannen over secundaire wegen met bijna geen ander verkeer, tel koeien en ooievaars, en kijk toe hoe mijn Ténéré op de teller kilometers vreet. En dan de hoofdstad van Estland, Talinn, het vroegere Reval. Talinn is anders. Talinn is fascinerend. Talinn is supermodern en dat ondanks de middeleeuwse kern van de stad. Geen andere havenstad is zo goed behouden gebleven als Talinn, een gesloten ensemble van handels- en burgerhuizen, allemaal tussen de 400 tot 700 jaar oud. Zou men een historische film uit de bloeiperiode van een havenstad draaien, dan zou Talinn de meest perfecte coulisse zijn. Er hoeft niets te worden nagebouwd, hier is alles echt. Toch is het hier niet museumachtig doods, maar hoogst levendig, bijna Italiaans. Alweer zo’n verrassing. Net als de hele Balticum eigenlijk. Goed dat ik hier eindelijk naartoe ben gegaan, dat ik de witte vlekken op mijn persoonlijke landkaart heb ingekleurd. Nieuwe horizonten ontdekken, dat maakt het leven mooi!

INFO BALTISCHE STATEN
De Baltische Staten, ook wel Balticum genoemd, zijn de drie tussen Polen en Rusland gelegen landen Estland, Letland en Litouwen. Groen, vlak en dun bevolkt, tegelijkertijd echter ook spannend en ontspannend met de sporen van een Duitse en Russische geschiedenis. De hoogtepunten van het landentrio zijn de desbetreffende hoofdsteden: Vilnius, Riga en Talinn.

Ligging: Noordoost-Europa
Afstand vanaf Utrecht: 1.605 km Vilnius (hemelsbreed 1.370 km)
Buurlanden: Oostzee (westen), Finland (noorden), Rusland en Wit-Rusland (oosten) en Polen (zuiden)
Hoofdsteden: Talinn (Estland), Riga (Letland) en Vilnius (Litouwen)
Oppervlakte: 175.000 km² (ruim 4 keer Nederland)
Inwoners: 6,5miljoen
Hoogste punt: 318 meter (Suur Munamägi, Grote Eierberg)
Toeristische trekpleister: de drie reeds genoemde hoofdsteden Talinn, Riga en Vilnius, kasteel/natuurpark van Trakai, Koerse Schoorwal, archeologisch Kernavė, nationaalparken Aukštaitija en Lahemaa, plaatsen als Tartu, Kaunas, Sigulda en Kuldiga en kasteel Rundale (Versailles van Letland)
Taal: Estisch, Lets en Litouws
Schrift: Latijn
Munteenheid: Euro
Tijdsverschil: +1 uur

Wanneer: vanaf midden mei tot midden september kun je uitstekend op twee wielen door de Baltische landen reizen.
Reis: de meest comfortabele en ontspannen manier richting Litouwen voert via de Oostzee. Iedere avond vertrekt er vanaf het Duitse Kiel (530 km vanaf Utrecht) een moderne veerboot van DFDS en die bereikt 20 uur later Klaipeda in Litouwen. Een retourtje inclusief motorfiets is er in het hoogseizoen al vanaf nog geen honderd euro. Stena Line onderhoud een veerverbinding tussen Travemünde en het Letse Liepaja, die overtocht is weliswaar iets goedkoper, duurt echter ook acht uur langer. Ga je liever rijden, reken dan op dik 1.600 kilometer (twee rijdagen) tot aan de Litouwse hoofdstad Vilnius.
Wetenswaardigheden: de euro is de gemeenschappelijke munteenheid, bovendien zijn er pinautomaten in overvloed. Qua prijsniveau ligt dat van Litouwen en Letland duidelijk onder het Nederlandse peil, Estland niet. Meestal zijn de wegen goed geasfalteerd, vooral de grote verkeerswegen. Wie zoekt, vindt ook een dicht netwerk van legaal berijdbare ofroad pistes. Vooral in Letland zijn sommige minder belangrijke wegen niet geasfalteerd.
Route: de hier beschreven reis zelf beleven? Hier vind je de ruim tweeduizend kilometer lange route (in diverse bestandsformaten), die auteur Jo Deleker door de drie landen heeft afgelegd. De trip begint in het Litouwse Klaipeda en voert via Vilnius door Letland naar eindbestemming Talinn.
Overnachten: campings zijn voordelig en hebben vaak een mooie ligging. Pensions en hotels zijn buiten de steden dun gezaaid, maar in de grotere steden gemakkelijk te vinden. Spontaan op zoek gaan naar een hotel of B&B kan een zenuwslopend gebeuren worden, omdat deze vaak slecht aangegeven zijn.

REISDUUR: TWEE WEKEN
GEREDEN AFSTAND: 2.000 KILOMETER

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...