+ Plus

Reizen Andalusi

Andalusië is de meest zuidelijke regio van Spanje, dat heeft onder andere tot gevolg dat de gemiddelde dagtemperatuur zelfs in de wintermaanden nog behoorlijk aangenaam is. En dankzij de aanwezigheid van de Sierra Nevada, na de Alpen de hoogste bergketen van Europa, zit het met fatsoenlijk motorasfalt ook wel goed. Kortom de ideale mix voor een week rijplezier.Spanje: zon, zee, paella en schitterende motorwegen. Hier in de omgeving van Malaga misschien nog niet van topniveau, maar een dagje rijden begint hier dan ook met een korte trip over de 340, vanuit Malaga richting San Pedro de Alcantara. Het kan sneller, maar dan zou je vanuit Mijas de tolweg moeten pakken. Dan duurt het ongeveer tien minuten, als je in het bezit bent van een fiets uit de buitencategorie althans, zeg maar type GSX-R1000 of R1. De weg bestaat uit piekfijn asfalt van de beste kwaliteit en ligt bezaaid met lange, vloeiende 200 plus bochten. Allesbehalve vervelend, maar zelfs al plukt de Guardia Civil je niet van de weg wegens te hard rijden, dan blijft het een prijzige aangelegenheid: het zomertarief ligt bij 5,50 euro voor de dertig kilometer tot Marbella en wil je door tot San Pedro dan mag je nog eens 1,50 extra aftikken.Maar dan sta je ook wel meteen aan de voet van het paradijs. Gewoon bij het verlaten van de snelweg even een 360º draai maken en na de 400 meter verderop gelegen rotonde liggen er vervolgens drieduizend bochten voor je neus!Ga je echter regelmatig naar de berg van Ronda, dan pak je de gratis kustweg, de 340 ofwel de A7 Costa. Één van de gevaarlijkste wegen in Europa, maar dat komt voor het overgrote deel op het conto van met name Noorse (en onwetende) weggebruikers die hier in de zomermaanden de boel onveilig maken. Verbeten gezichten, witte knokkels om het stuur en de geur van angstzweet komt je tegemoet zeg maar. De mentaliteit van de stuurman is óf volledig op racen gericht óf – en dat zijn de meest gevaarlijke – is gelardeerd met een op arrogantie lijkende trots. Hun motto is vooral links blijven rijden!Kortom: het is even uitkijken geblazen op deze weg. Ook al omdat de Spaanse motorrijders de Noren als rijdende chicanes lijken te gebruiken, waar zelfs met 200 km/uur links en rechts langsop gevlogen wordt!Als je het echt spannend wilt hebben, dan moet je je aansluiten bij de Torero’s die elk weekend vanuit heel Andalucia naar de berg trekken. Jongens die de bergen door en door kennen en die kennis toepassen in de dagelijkse praktijk. Al wheeliend worden de auto’s op de derde (niet bestaande) rijstrook met een vaartje van boven de 200 km/uur ingehaald. En de Spaanse automobilisten kijken er niet eens van op. Sterker nog, met handbewegingen die een flinke draai aan het gas illustreren, word je dikwijls aangemoedigd tot illegale praktijken. Dat wil trouwens niet zeggen dat die automobilisten je ook altijd zien, want telefoneren is een geliefde bezigheid onderweg en dat gaat nu eenmaal niet zo heel goed samen met opletten. Als motorrijder moet je in deze streek dus goed voorbereid zijn op het onmogelijke.Maar dat is een mooie reden om flink door te kachelen, want des te eerder heb je dit ‘gevaar’ achter je gelaten. Nu wordt je wat dat betreft weinig tegen gewerkt: er staat bijvoorbeeld maar één flitskast langs deze route. Dat is een vaste en goed herkenbare camera bij El Faro. Die ook nog eens door een groot boord wordt aangekondigd. En mocht je ook die missen, dan is er vaak nog geen man overboord, want meestal staat het ding gewoon uit. Voor je bij het begin van de A397 naar Ronda komt, heb je al heel wat bochten achter de kiezen. Maar het echte werk begint hier pas. Binnen vijftig kilometer klim je van zeeniveau tot meer dan 1100 meter hoogte, waarbij je maar één recht stuk van ongeveer 1000 meter tegenkomt. Voor de rest is het laveren van bocht naar bocht over het allerbeste asfalt dat je kunt bedenken. Een mix van langzame, middelsnelle en supersnelle bochten, allemaal met de juiste helling zonder dat er ook maar één slinger knijpt. Hoe hoger je in de Sierra klimt, des te spectaculairder ook het zicht op de Middellandse zee wordt. Op een mooie heldere dag kun je vanaf de parkeerplaats na de ‘çurva con la mura’ (‘de bocht met de muur’) in de verte Gibraltar zien liggen. In de avondzon lijkt het alsof The Rock in een meer van vloeibaar goud ligt. En bij goed weer ontwaar je in de verte ook de uitdagende kustlijn van Afrika. Dat lijkt oneindig ver weg, maar de speedferry vanuit Tarifa brengt je er in slechts 35 minuten!Wij willen echter naar het meest zuidelijke puntje van Spanje en daar zijn we nog lang niet. We zijn pas halverwege, want de bocht met de muur ligt op iets meer dan de helft van de klim. In het weekeinde bekijken de lokale bergbewoners vol bewondering naar de passerende coureurs, een schouwspel dat zich volgens een vast patroon ontvouwt. De meeste Spaanse motorrijders doen de ochtend- òf de middag-run en gaan daarna naar hun familie toe. Het standaard ritueel daarbij is om eerst zo snel mogelijk naar de Venta El Madrono te knallen, daar ene bak koffie te drinken en dan weer als een bezetene naar beneden te rijden. Ik ken een jongen uit deze streek die een Fireblade heeft met 20.000 km op de teller en die nog nooit verder is geweest dan dit bergparcours. En ik hoef dus niet te zeggen dat hij de weg hier op z’n duimpjes kent. Iets dat hij bij het wegrijden ook duidelijk laat zien!Eenmaal voorbij de top, vlak achter de Venta, verandert het landschap en wordt het allemaal wat veiliger. De zee is uit het zicht verdwenen, het landschap zonder vegetatie oogt karig en doet denken aan en scène uit een cowboyfilm. Rustig aan cruisen we verder richting Ronda en zien in de verte reusachtige gieren cirkelen rond het kadaver van een geit die in het ravijn is gevallen. Het schijnt vaak voor te komen dat die gieren met je meereizen. Op de gevreesde Carretera de Ronda rij je pal langs een bergwand, met aan de ene kant de berg en aan de andere kant een honderden meters diep ravijn. Blijkbaar zien de gieren in dat een stuurfoutje van een motorrijder voor hen wel eens kon eindigen in een feestmaal. Mwoah, geen prettige gedachte!De aanblik van de majestueuze dieren, die zonder ook maar een slag met de vleugels te maken snelheden tot 50 km/uur kunnen bereiken, is evenwel schitterend. Fantastisch om op dit hoogplateau even te stoppen en het wijde landschap in je op te zuigen, de rust, de stilte. De gieren zijn overigens niet de enige dieren die hier het faunarijk bevolken, valken scheren jagend door het luchtruim en wilde geiten grazen rustig in de diepte.Boven aangekomen bezoek ik het stadje zelf en dat blijkt meer dan de moeite waard. De Plaza del Tores, de oudste nog bestaande stierenvechtenarena, is wereldberoemd. De sage wil dat het stierenvechten hier is ontstaan. Bijzonder, al zal niet iedereen hier even erkentelijk voor zijn. Het hartverwarmende plaatsje blijkt ook een grote inspiratiebron voor schrijvers, twee van ’s werelds grootste auteurs, Ernest Hemmingway en Orson Welles, hebben hier namelijk jarenlang gewoond en gewerkt.Het zijn leuke Ttriviant-weetjes, maar daarvoor zijn we niet hier. We willen motorrijden en dan staan we voor de keus, links richting Algeciras of rechts naar El Burgo. Rechtdoor kan ook, dan zit je binnen anderhalf uur in Jerez, maar die optie valt sowieso af als het om puur rijgenot gaat. Rechts dan maar, het eerste stukje door de Sierra de las Nieves is erg hobbelig, maar beloont je wel met geweldige panorama’s. Op de ‘Paso El Puerto del Viento’(De pas van de deur van de wind) liggen honderden wilde geiten tegen een bergflank te zonnen. Eenmaal over de top verandert het landschap echter zienderogen. Het karige grijs van de rotspartijen wordt vervangen door een krachtig donkergroen dat zich uitstrekt over diepe ravijnen die dwars door een adembenemend mooi natuurgebied lopen. Bij de eerste rotonde gaat het vervolgens links af. Voor ons ligt brandnieuw asfalt dat doorloopt tot in het uiterste puntje van het schiereiland. Tot aan Algeciras betekent dit 130 kilometer aaneengesloten bochten van allerlei kaliber: motorrijden als een Spaanse furie dus. De route ligt bezaaid met talloze Miradores (uitkijkplekken), die allemaal de moeite van een korte tussenstop waard zijn. We zitten in de buurt van het Ascari-circuit waar tegenwoordig ook veel auto- en motorpresentaties en testen worden gehouden. De weg is dan ook geliefd bij fotografen die hopen hier een exclusief spionageplaatje te kunnen schieten.De eerste vijftig kilometer is een langzaam traject met allemaal tweede of derde versnellingsbochten en perfect om lekker met het knietje aan de grond te gaan, mocht je dat willen. Het voert door verschillende dorpjes, waarvan Gaucin er één van is. Direct aan het begin van het plaatsje zit een klein restaurantje, waar we stoppen om de specialiteit van het huis te proberen. Konijn dus. En zelden iets geproefd dat lekkerder was!Probleem is wel dat het nu te laat wordt om helemaal door te rijden tot aan Algeciras. We korten de route dus in en nemen iets verderop een straatje richting Estepona. Kilometer na kilometer gaat het over secundaire wegen, die niet meer dan twee auto’s breed zijn met nauwelijks ruimte om elkaar te kunnen passeren. De weg klimt en daalt door dichte bossen. Op een gegeven moment gaat het echter vijftien kilometer alleen nog maar bergafwaarts. Onderin het dal komen we bij een kleine herberg, een riviertje kronkelt dicht langs het terras en kinderen zwemmen in het ijskoude bergwater. De waard heeft de barbecue aangestoken en de geur van het gebraden wild ruiken we al ver voordat de Venta überhaupt in zicht is. De weg klimt vanaf hier weer eindeloos door onbewoond bosrijk terrein omhoog. Tijdens de hete zomerdagen is het hier dan ook heerlijk koel. De route voert uiteindelijk naar een uitkijkpunt hoog boven Estepona, dat een werkelijk schitterend panorama biedt op de hele omgeving. Het is helder vandaag en in de verte ontwaar ik dan ook aan de ene kant de met sneeuw bedekte toppen van het skigebied bij Granada, terwijl aan de andere zijde de kust van Marokko prijkt. We genieten nog even van het heerlijk wijdse landschap en stappen weer op. De teller staat inmiddels op 250 kilometer en we besluiten terug te keren naar Malaga via de al bekende 340. Het laatste stuk rijden we lekker door en komen we op adem van al het bochtengeweld van vandaag.En morgen? Morgen gaan we door de bergen richting Jerez. Maar dat is morgen, nu gaan we eerst nog even zwemmen in de oceaan, beneden bij Tarifa. We rijden de motor bijna op het strand, gooien het leren pak uit en duiken de hoge golven van de Atlantic in. Het leven kon slechter!________________________________________[INFOKASTEN]INFOAndalusië is de meest zuidelijke van de zeventien autonome Spaanse regio’s. Niet alleen grenst het aan de Middellandse Zee, in het westen ligt het ook aan de Atlantische Oceaan. Het gebied geniet een grote aantrekkingskracht op motorrijders dankzij de Sierra Nevada in het zuiden en oosten en de Sierra Morena in het noorden. Tussen de beide bergketens in ligt de Guiadalquivir, een schitterende vallei met onder andere een beschermd moerasgebied. Andalusië bezit een extreem rijke historische cultuur en is de bakermat van de flamencomuziek, stierenvechten en sherry. Hoofdstad van de regio is Sevilla.REISZuid-Spanje is een hele eind weg: reken op dik 2.300 kilometer en dus 2 dagen rijden. Als je met eigen motor wilt, zou je eventueel ook nog de autotrein naar de Frans-Spaanse grens kunnen nemen, zodat je de helft van de lange trip slapend in een coupe kunt doorbrengen en je de volgende ochtend fris aan het laatste stuk kunt beginnen.Een ander idee is er nara toe vliegen en ter plekke een motor huren. Vanaf Schiphol zit je in 2,5 uur in Malaga voor prijzen vanaf de 200 euro. Ook zijn er diverse budgetvluchten naar Zuid-Spanje, onder meer vanaf Eindhoven.BIKEN IN SPANIENJe kunt in Zuid-Spanje ook terecht bij ‘Biken In Spanien’. Dit van oorsprong Duitse motorreisburo organiseert zeven- of tiendaagse motorreizen in Andalusië, waarbij je rijdt op moderne 1000 cc MZ tweecilinders. Een zevendaagse toer kost 990 euro, de tien dagen variant kost vanaf 1.400 euro. Voor dit geld krijg je dus je hele vakantie de beschikking over een MZ 1000SF (naked bike, zie foto) of MZ 1000ST (toerversie), alle overnachtingen in een bungalow aan het strand en de verschillende dagroutes met een gids ter plekke. Snelheid en nivo worden aangepast aan de specifieke wensen van de motorrijders en dat variëert van heerlijk relaxed toeren tot serieus de knietjes aan de grond rijden. Kijk voor meer informatie op www.biken-in-spanien.de[[[Bild MZ 1000SF dazu aus MotoPlus 23/2007 seite 62 mitte oben nr. F-134]][[karte dazu, mit ein Kreis oder 4-Eck um Sud-Spanien mit Gibraltar und der Provinz.]]

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda e-Clutch

Eerste Test Honda e-Clutch

11 april, 2024

Een oplossing voor een niet bestaand probleem? Dat sluimerde onderweg naar de presentatie van de nieuwe Honda ...
Eerste Test CFMoto 450MT

Eerste Test CFMoto 450MT

11 april, 2024

Met de 450MT kan CFMoto zo maar eens vol in de roos schieten. De allroad is fraai gelijnd, lijkt op papier alle ...
Eerste Test Kawasaki Ninja 500

Eerste Test Kawasaki Ninja 500

11 april, 2024

Kawasaki en Ninja zijn net zo’n onlosmakelijke combinatie als de Dikke en de Dunne, Johan Cruijff en nummer 14 en ...
Eerste Test Honda CBR600RR

Eerste Test Honda CBR600RR

11 april, 2024

Ooit was supersport een gouden klasse, waarin de Japanse fabrikanten vele duizenden units verkochten, maar rond ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-