Nieuws

Producttest 10 wax sprays

Even de boel in de wax zetten was tot een paar jaar terug een behoorlijk tijdrovende klus. Dikke wax uit een bik aanbrengen, laten inwerken en vervolgens uitpoetsen. Tegenwoordig gaat dat een stuk makkelijker en sneller dankzij speciale wax sprays. Wij namen er tien onder de loep!

Wie in de vroege motorjaren, laten we zeggen tussen de tien à vijftien jaar terug, op zaterdag de tijd tussen een bezoekje aan de supermarkt en de samenvattingen van het Engelse en Duitse voetbal aan het eind van de middag een beetje zinvol wilde besteden, legde zich vaak toe op het thema voertuigonderhoud. Naast een traditionele wasbeurt van auto en/of motor, betekende dat ook eens in de zoveel tijd een waxbeurt. Dat alles om te zorgen dat regen, stof, pollen en andere smerigheid een tijdlang geen grip meer op je glanzende lak krijgt en je twee- of vierwieler er dus bijna altijd spic en span bij staat. Daarvoor smeerden fanatieke heerschappen (zonder rolbevestigend te willen zijn, maar vrouwen lieten dit klusje begrijpelijkerwijs doorgaans over aan de heren) smerig spul uit een blik op de panelen, om het na een inwerkperiode weer met (veel) moeite uit te poetsen. En daar waren ze dan, afhankelijk van grote en complexiteit van de te behandelen oppervlakken, meerdere uren zoet mee.

Deze tijden zijn gelukkig voorbij. Er zijn weliswaar nog altijd een aantal hardore poetsers die zweren bij de klassieke ‘in de was zetten’ methode, maar het gros van de mensheid grijpt voor dit klusje naar de inmiddels gangbare wax sprays. Het poetsprocedé volgt daarbij in de meeste gevallen ongeveer dezelfde weg: de wax op de schoongemaakte lakdelen sproeien, alles gelijkmatig verdelen met bij voorkeur een microvezeldoek en na een korte inwerkperiode met een tweede microvezeldoek (of de schone achterkant van de eerste doek) de boel weer droogwrijven. Wat krijg je volgens de fabrikant voor die moeite terug? Kleuropfrissing om maar eens wat te noemen, evenals een gladder oppervlak en meer glans. Tot zover de theorie.

In de praktijk is de ontwikkeling van een goede wax spray een behoorlijke uitdaging voor de fabrikant. Niet alleen moeten ze een waterafstotend product – de genoemde wax uiteraard – in een vloeibare (lees: waterige) formule weten te gieten, de mix moet daarnaast ook nog gedurende een lange periode stabiel blijven en zich goed laten verwerken. Om dit doel zo makkelijk mogelijk te bereiken, doen veel fabrikanten een beroep op een tenside (oppervlakte-actieve stof of surfactant red.). Dit is een stof met een verlaagde oppervlaktespanning, die er kort-door-de-bocht voor zorgt dat stoffen/eigenschappen samenkomen, die zich eigenlijk normaliter niet laten verenigen. Daarmee komen we bij de eerste ronduit interessante tegenstrijdigheid: de genoemde tenside zorgt ervoor dat de initiële hydrofobie, ofwel de eigenschap water direct te verdringen, na het opspuiten wordt vertraagd. Dat leidt tot het op het eerste oog wat vreemde effect, dat water pas na een paar buien echt goed wegvloeit van de lak. Namelijk pas dan wanneer de tenside is afgespoeld en de wax zijn werk goed kan doen. Spijtig alleen dat er bij het afspoelen van de tenside ook altijd wat wax weg vloeit, wat dan weer ten koste gaat van de langdurige hydrofobie.

U leest wellicht al tussen de regels door dat een vloeibare wax-receptuur best gecompliceerd is. Helemaal wanneer je ook nog zaken als materiaalverdraagzaamheid in ogenschouw moet nemen en oplosmiddelen in deze context geen al te grote rol mogen spelen. En hadden we al gezegd dat langdurige hydrofobie en een direct glad oppervlak eveneens elkaars tegenpolen zijn? En dan is er nog het feit dat het aanbod van sproeikoppen ronduit overzichtelijk is en fabrikanten zich dus moeten wenden tot de op de markt beschikbare producten.
Om het kort en bondig samen te vatten: het ontwikkelen van een goede wax spray is uitdagend.

Toch zijn er ook hier meerdere wegen die naar Rome leiden. Of je legt als fabrikant het zwaartepunt op één of twee eigenschappen en neemt voor lief dat de spray op andere fronten bij de concurrentie achterblijft, of je sluit compromissen en ontwikkelt een allround receptuur die overal goed presteert, maar nergens excelleert. Dat is in ieder geval het beeld dat uit deze test naar voren komt. Zo schitteren bijvoorbeeld de producten van Dr. Wack en Sonax op het gebeid van hydrofobie en langdurige bescherming, slepen bij dit belangrijkste criterium als enigen uit de test zelfs de volle buit binnen. De Caramba spray heeft de focus, wat gezien de naam niet vreemd is, daarentegen liggen op directe glans en scoort bij optiek/oppervlakte het volle aantal punten.

Daarmee zijn we dan meteen bij het onderwerp begripsverwarring aanbeland. Niet ieder onderhoudsmiddel met aan wax spray vergelijkbare eigenschappen, heet ook zo. Daarbij overlappen de eigenschappen elkaar overigens wel ten dele. De zogenaamde ‘detailer’ middelen bijvoorbeeld, hebben een receptuur die weliswaar redelijk vergelijkbaar is met die van een wax spray, maar de hoofdtaak is vooral het verwijderen van restvuil, dat na de wasbeurt is achtergebleven. Dus niet het aanbrengen van een langdurige beschermlaag.

Ongeacht wat het etiket op de voorzijde als productnaam vermeldt, voor alle wax sprays en aanverwante middelen geldt: altijd de gebruiksaanwijzingen op de achterzijde lezen. Het resultaat is namelijk in alle gevallen grotendeels afhankelijk van de kwaliteit van je eigen werk!

Tweelingen
Motor- en autolak zijn qua formule en onderhoudsvereisten in principe identiek. Toch hebben enkele fabrikanten verschillende productlijnen voor beide. Zo ook het Duitse Dr. Wack, dat naast het voor auto’s al langer verkrijgbare A1 High End Spray Wax de onlangs gepresenteerde en verdacht vergelijkbare ‘100 Motorrad Schnelwachs in de schappen heeft liggen. De officiële consumentenverkoopprijs is weliswaar identiek, maar opvallend is wel dat het A1-product met name online veel vaker tegen een sterk gereduceerd tarief verkrijgbaar is dan de versie met S100 op het etiket. Voor een zo volledig mogelijk beeld lieten we daarom de S100 Motorrad Schnellwachs inofficieel in de test meelopen. Ons vermoeden werd bevestigd, op de kleur en geur na, zijn er praktisch geen verschillen tussen beide, iets dat ook door de fabrikant wordt beaamd: de receptuur is nagenoeg identiek. In de praktijk betekent dat simpelweg dat je geen rekening hoeft te houden met verschillen tussen de auto- of motorlijn, je koopt gewoon dat wat het goedkoopst of best verkrijgbaar is.

ZO TESTEN WE
Een goede wax spray is een behoorlijk gecompliceerd goedje dat verschillende eigenschappen verenigd. Dat vraagt om een gedegen testprotocol onder toezicht van echte experts, dus trokken naar het testlaboratorium van Kärcher!

Alle testmonsters kochten we online in april en mei van het afgelopen voorjaar. De vermelde prijzen zijn de daadwerkelijk door ons betaalde prijzen, die in vele gevallen sterk afwijken (vaak goedkoper) van de door de fabrikant gecommuniceerde adviesverkoopprijs. Met deze producten togen we vervolgens naar het ontwikkelingslaboratorium van Kärcher in het Duitse Winnenden. Chemici Frank Ritscher (zelf ook motorrijder) en zijn collega Brigitte Kühner ondersteunden ons bij de diverse test met raad en daad.
De testcyclus begon met de materiaalverdraagzaamheidtests. Gedurende 24 uur moesten de producten zo min mogelijk sporen achterlaten op voorgespannen polycarbonaat- en ABS-kunststofstroken.

Parallel aan deze test, werden gelakte en gedeconserveerde aluminium stalen (zwarte lak, conform OEM kwaliteit) volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant met de middelen behandeld. Bij de gladheidstest werd gemeten bij welke hellingshoek een spons op het behandelde oppervlak begon te glijden: hoe kleiner de hoek, des te gladder het oppervlak. De waterafstotende eigenschappen werden door de witte jassen bepaald op de hydrofobie (wat letterlijk ‘watervrees’ betekent) testopstelling (volgens de IKW-testmethode). Hierop werd een behandelde plaat onder een hoek van 30 graden blootgesteld aan een vastgestelde hoeveelheid water. Direct na het stoppen van de waterstroom wordt vervolgens gemeten hoe lang het duurt voordat de waterparabool volledig van het blad af is gelopen. Hoe sneller, hoe beter.

Deze metingen werden in vier cycli gedaan: onmiddellijk na het aanbrengen (initiële hydrofobie) en dan na één, twee en vijftien wasbeurten om de beschermingsduur te bepalen.
De glansverbetering werd gemeten met een glansmeter en de kleur opfrissende werking, evenals het oppervlaktebeeld (strepen, wolken, gelijkmatigheid) werden visueel door het testteam beoordeeld. De gebruikseigenschappen (aanbrengen, sproeibeeld, verdeling, afwissen etc.) werden simpelweg in de praktijk beoordeeld, waarna een bureausessie als laatste nog uitsluitsel bracht over gebruik/handleiding (etiket) en geur.

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...