Portret Benny Wilbers
De Nederlandse Benny Wilbers is producent van veerelementen, directeur van de firma, raceliefhebber, charmeur en notoir goed geluimd. Tot je de 70-jarige ondernemer vraagt wanneer hij met pensioen denkt te gaan althans…
Whoosh. Benny Wilbers zwaait zijn rechterhand naar voren en haalt daarmee zijn linker in. Precies zo ging het, toen hij Cees van Dongen eruit remde. Voor de hobbelige laatste bocht voor de finish. Ergens tijdens een race op een vliegveld, ergens begin jaren zeventig. Van Dongen was destijds de grote man. Derde in de wereldkampioenschap, Nederlands kampioen, een kleine ster. En Benny? Oneerbiedig gezegd, een enthousiaste racer annex knutselaar. Niets meer. “Ik kon me de dure tuning-kits voor mijn 50cc Kreidler racer niet veroorloven, dus moest ik op zoek naar goedkopere alternatieven voor succes”, herinnert Benny zich. En dat goedkope alternatief vond hij. Waar de ondermaats dempende veerelementen van de machines van Van Dongen en Co. krampachtig over de betonnen platen van de landingsbaan hobbelden, lag de Kreidler van de jongeling als de spreekwoordelijke baksteen op de weg.
De vindingrijke monteur had duidelijk gouden handjes op het gebied van olie, boringen en veerconstanten, wist deze dergelijk goed op elkaar af te stemmen dat zelfs routiniers uit de GP’s in de remzones aan het kortste eind trokken. Deze gave zou uiteindelijk de rest van zijn leven gaan bepalen. En dat terwijl de uit Ootmarsum afkomstige Wilbers eigenlijk helemaal geen monteur wilde worden, maar coureur. Net als Barry Sheene, die hij ooit ontmoette tijdens een wegrace in Nederland, waarbij hij van verwondering “gewoon niet meer kon praten”. Iets dat de normaliter zo praatgrage Wilbers niet vaak overkomt!
Zijn eigen racecarrière financierde de geboren Twentenaar met een handeltje in schademotoren, die hij kocht in Duitsland en verkocht in Nederland. Wilbers is het schoolvoorbeeld van een selfmade racer, die opgroeide onder eenvoudige omstandigheden in een gezin met acht kinderen. Via tal van kleinere plaatselijke races werkte Wilbers zich toch omhoog naar de top. Tijdens de Duitse GP van 1978 op de Nürburgring/Nordschleife zou Bernardus Antonius Maria Wilbers, zoals ‘zijn volledige naam luidt, met een tiende plaats op zijn privé Morbidelli 125 het eerste en enige WK-punt van zijn carrière scoren. Maar zelfs zulke successen waren niet voldoende om de hongerige twintiger op de lange termijn tevreden te houden.
Benny Wilbers liet zich niet graag in een hokje plaatsen. Of erger nog, onderwierp zichzelf niet graag aan anderen. Zowel sportief als professioneel niet. In plaats van de door de Nederlandse autoriteiten vereiste vergunningen voor zijn bedrijf in te dienen, verplaatste de jonge ondernemer zijn bedrijf gewoon over de grens naar Nordhorn. Het was de tijd van krachtige motoren in wankele frames. De tijd van gerenommeerde chassis-edelsmeden als Bimota, Egli en Nico Bakker. En ook de kans voor veringspecialisten als Benny Wilber om zich in de kijker te spelen.
Dertien jaar lang importeerde Wilbers voorvorken en schokdempers van het Nederlandse White Power (tegenwoordig WP Suspension) naar Duitsland, waarbij hij voor klanten vaak persoonlijk de afstelling deed op de Nordschleife. “Ik liet potentiële kopers doorgaans twee ronden rijden: één met de standaardvering, één met door mezelf afgestelde veringcomponenten. Na het tweede rondje waren voorvork en schokdemper dan verkocht,” glimlacht Wilbers nog altijd over de succesvolle verkooptactiek. Omzet door betrokkenheid. Maar vooral: leven en werken op het circuit. Een droomcombinatie voor Wilbers, voor wie de racerij bijna een way of life is. Grand Prix, Pro Superbike, endurance races, Wilbers was altijd van de partij. Hij wisselde veren, shims en olie, monteerde en paste aan.
Met veel succes ook. In het GP-team van de latere vice-wereldkampioen Ralf Waldmann was de autodidactisch veringspecialist verantwoordelijk voor de afstelling van de Honda RS125. En daarmee had hij de top van de racerij bereikt. “Het was als in een film, het kon niet op. De tabaksfabrikanten staken enorme bedragen in de racerij, we vlogen de hele wereld rond, van race naar race en test naar test. Het was weliswaar dag en nacht werken, maar dat werd beloond met successen.” Zelfs nu nog worden de ogen van de hebber vochtig wanneer hij praat over de gouden dagen van het racen. Wilbers is en blijft een echte liefhebber, staat ook open voor nieuwe dingen. Eind jaren 80 vroeg hij de Oldenburgse chassiskunstenaars Klaus Vosteen en Hans Helms bijvoorbeeld om een 125 racer te bouwen met naafbesturing. Met de Wilbers VH125 reed Waldmann zelfs de eerste vrije training van de GP in Brno in 1991, voor de race zelf liett hij de futuristische racer echter achterwege.
Wilber staat bekend om zijn volledige toewijding aan de sport, dat had echter ook een keerzijde. Diverse relaties liepen bijvoorbeeld stuk, de charismatische Wilbers is inmiddels voor de vierde keer getrouwd en heeft drie kinderen in de leeftijd van 11 tot 48 jaar.
Aan alles komt een eind, zo ook aan de White Power periode. Na de overname van het merk door KTM biedt eigenaar Pierer de voorheen zelfstandig opererende importeur een baan aan als directeur van de toekomstige Duitse vestiging. Een loondienstbetrekking kortom. Vrije geest Wilbers legt het aanbod naast zich neer en interpreteert de afkorting WP voortaan anders: Wilbers Products. Hij promoot zijn nieuwe label – waar anders! – op het circuit. Met een nieuw opgericht IDM-team trekt Wilbers weer naar de (inter)nationale circuits. Aanvankelijk nog met Suzuki, maar sinds het 2010-seizoen met BMW, met tal van nationale Duitse toppers aan de clip-ons. Wilbers herkent zichzelf vaak in de ambitieuze racers, zijn eigen persoonlijke ambitie zet hij daarbij vaak om in nieuwe projecten. Sommige slagen, andere niet.
De import van het cultmerk Bimota (2014) was niet echt geslaagd, net als het opnieuw in het leven roepen van de roemruchte BMW Boxercup (2020). Daarentegen ontwikkelen de kernactiviteiten zich uitstekend. In Nordhorn produceren inmiddels vijftig werknemers ongeveer 20.000 schokdempers per jaar. Allemaal vooraf besteld en betaald. In samenwerking met de ZF Group – de op twee na grootste automotive toeleverancier ter wereld – heeft de onvermoeibare Wilbers zich inmiddels weer op een nieuwe uitdaging geworpen. De RR45 racevork wordt sinds begin dit seizoen gebruikt door Wilbers-coureur Florian Alt in het IDM. Voorvorken voor serieproductiemotoren zijn echter het uiteindelijke doel. Het testen gebeurt zoals altijd weer op het circuit. Dit is een van de redenen dat de hoogste baas nog altijd veertig dagen, ofwel bijna twee werkmaanden per jaar, in de pitstraat doorbrengt. Leven en werken op het circuit, nog steeds een droomcombinatie voor Benny Wilbers. Ook op 70-jarige leeftijd nog. Het einde is nog lang niet in zicht!