Nieuws

Piaggio Museum Pontedera

Het grootste tweewielermuseum van Italië staat niet in Mandello del Lario of in Bologna, maar
in het Toscaanse Pontedera. Het Piaggio Museum is een mekka voor Vespa-rijders, maar het biedt veel meer dan alleen scooters. Zo herbergt het eveneens legendarische machines van Gilera, Moto Guzzi en Aprilia én kunst en cultuur.

We betreden heilige grond. Hier, in geel geschilderde industriële gebouwen, werden vanaf 1946 de eerste Vespa’s gebouwd. Maar buiten de poorten valt zelfs al genoeg te ontdekken. Zo herinnert een P148 uit 1951 aan Piaggio’s vliegtuigverleden. Het treinstel uit 1936 (foto verderop) vertegenwoordigt de innovatieve technologie en verfijnde esthetiek waar Piaggio voor stond en staat. Het ontwerp doet denken aan de beroemde Airstream-caravans uit de Verenigde Staten met hun gepolijste aluminium carrosserie – art deco op wielen. Halverwege de jaren 30 was Piaggio het eerste bedrijf in Italië dat begon met de bouw van treinstellen, elektrische locomotieven en wagons van roestvrij staal.

Vandaag laten we ons echter betoveren door tweewielers, scooters en motoren. Natuurlijk biedt Toscane motortoeristen vele hoogtepunten: landschappelijk, rijdend en culinair. In het Piaggio Museum in Pontedera draait het niet alleen om design en technologie, maar ook om kunst, cultuur en passie. In typisch Italiaanse stijl worden we verwelkomd door vriendelijk en ontspannen personeel, meer vrouwen dan mannen trouwens. Deze zalen en de tentoongestelde items ademen geschiedenis. In 1946 verscheen de eerste Vespa verscheen, hier in Pontedera liggen zijn wortels. De huidige productiefaciliteiten bevinden zich slechts een paar honderd meter verderop in dezelfde straat.

Het begint met het wat lompe, volledig gestroomlijnde prototype Piaggio MP5 Paperino (‘Donald Duck’) uit 1944/45.Enrico Piaggio, zoon van de oprichter van het bedrijf Rinaldo Piaggio, was niet bepaald een fan van dit ontwerp. Daarom gaf hij de ingenieur Corradino D’Ascanio de opdracht voor een nieuw ontwerp. En deze ontwerper van vliegtuigen en helikopters – tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwde Piaggio zelfs viermotorige bommenwerpers – leverde uiteindelijk, en hoe. Als vader van de Vespa creëerde hij een legende. En die is hier live te bewonderen: als de Vespa MP6 2a uit 1945 – in gepaste stijl geplaatst voor de tekentafel en het bureau van deze vindingrijke ingenieur. Het is niet meer dan logisch dat dit heiligdom in Toscane – Pontedera ligt op zo’n 30 kilometer afstand van Pisa – een mekka is geworden voor Vespa-rijders. Maar zelfs als doorgewinterde motorrijder kun je niets anders dan je petje afnemen voor deze geniale constructie.
Afgeronde zijpanelen en het naar achteren verplaatste motorblok stonden voor vorm én functie: vrije instap, wespentaille en directe aandrijving. Zelfs de eerste Vespa, de V.98 met een 98cc-tweetaktmotor van Sachs, had deze karakteristieke ontwerpkenmerken. Onder die kenmerken ook de swingarm met aandrijf-unit, draaischakeling met drie versnellingen en de zelfdragende carrosserie van plaatstaal. Hierdoor was een extra frame niet nodig – het vakkundig gestanste en geperste plaatwerk zorgde voor voldoende stabiliteit. Bovendien beschermde het brede, gebogen ‘beenschild’ tegen weer en wind.

Piaggio gebruikte haar kennis van vliegtuigbouw en vervaardigde onderdelen zoals het voorspatbord van lichtgewicht en duur aluminium. De hele constructie was goed doordacht en effectief. Het landingsgestel van een vliegtuig vormde weer de inspiratie voor de enkelzijdige korte swingarm. Voor- en achterwiel (identiek met trommelremmen en acht inch diameter) werden volgens de overlevering vroeger gebruikt als staartwielen van militaire vliegtuigen.
De 3,3 pk sterke eencilinder bevond zich in het verlengde van de krukas rechts van het achterwiel,
daartussen de natte meerplaatskoppeling en de versnellingsbak. Op de vliegwiel-magneetontsteking roteerden de schoepen van het koelsysteem. Deze motor werd tijdens de oorlog als starter voor vliegtuigmotoren, enorme stermotoren van Piaggio, gebruikt. Ook die vliegtuigmotoren zijn in het museum te bewonderen.

In 1945 lag de voormalige vliegtuig- en wapenfabriek grotendeels in puin. Het in 1884 opgerichte bedrijf verkeerde in een diepe crisis, de productie van defensiematerieel was verboden. In de weinige bewaard gebleven fabriekshallen werden nu kookgerei, potten en pannen geproduceerd.
Maar het door oorlog verwoeste land had ook behoefte aan eenvoudige en goedkope mobiliteit. En zo pakte Piaggio haar kans.

In het naoorlogse Italië werden grote hoeveelheden tomaten en bundels haardhout verhandeld en die werden per Vespa van A naar B getransporteerd. Niet in de laatste plaats door de sinds 1948 in miljoenen geproduceerde Ape (bij), die in het museum in verschillende varianten te zien is. Ook werden er kleine auto’s geproduceerd, zoals de tentoongestelde Automobil Vespa 400 uit 1957.
Vespa scooters profiteerden van hun verfijnde lijnen. Ze waren minimalistisch, elegant en charmant en in de loop der tijd verwerden ze tot een soort rollende Italiaanse ‘way of life’. Ze waren zelfs goed voor sportief succes. In heuvelklims en zesdaagses werd in 1951 gewonnen van al gevestigde motorfietsfabrikanten. Wereldwijd begonnen de scooters van plaatstaal aan een triomftocht. Er werden tot de dag van vandaag bijna 20 miljoen exemplaren van het succesvolle model met een cilinderinhoud tussen 50 en 300 cc verkocht, inclusief de in licentie geproduceerde exemplaren in Engeland en Frankrijk, Duitsland en India en de door dochterondernemingen gemaakte modellen zoals bijvoorbeeld in Spanje.

Ook optredens als figurant en hoofdrolspeler in tientallen bioscoopfilms hebben bijgedragen aan het imago van de Vespa. Bijvoorbeeld de film ‘A Heart and a Crown’ uit 1953, waarin Audrey Hepburn en Gregory Peck Rome veroveren op een Vespa. De film ‘Quadrophenia’ uit 1979, met heel uitgesproken muziek van The Who, liet zien hoe cool Vespa’s kunnen zijn. Er is geen betere plek om het succesverhaal dat hieruit voortvloeide te bewonderen dan hier, want in het museum zijn alle belangrijke modellen te zien.
Tot 1955 zat de koplamp in het ‘Faro Basso’-tijdperk aan de onderkant. Pas vanaf 1957 droegen alle modellen het licht bovenop het stuur. Zelfs in de Sovjet-Unie reed er vanaf 1957 een niet-goedgekeurde kopie van de Vespa GS150, de Vyatka VP-150. Ook die staat in het museum, compleet met nummerplaat in cyrillisch schrift. In de jaren 1970 waren Vespa’s geheel in overeenstemming met de tijdgeest bont gekleurd. Schitterende reclameposters met vaak heldere motieven getuigen hiervan.

Naast de Vespa’s is er nog veel meer te zien in Pontedera. Bromfietsen van Piaggio, zoals bijvoorbeeld de beroemde Ciao, die vanaf 1968 in tientallen varianten op de markt kwam. Een andere verrassing is de overvloed aan motoren, want Piaggio nam immers in 1987 Puch over, in 2001 volgde het Spaanse Derbi en in 2004 Aprilia, Laverda en Moto Guzzi.

De Moto Guzzi Galleto 175, een scooter met grote wielen uit de jaren vijftig, past ook perfect
bij de collectie. Modern en geschikt voor dagelijks gebruik was deze opvallende Guzzi voorzien van 17 inch wielen en een reservewiel. In het racegekke Italië mogen racemotoren natuurlijk niet ontbreken. En dus is de misschien wel beroemdste racemotor aller tijden, de Moto Guzzi V8 met maximaal 72 pk vermogen, hier te bewonderen, evenals Aprilia ex-fabrieksmachines van Valentino Rossi (RS125) en Loris Capirossi (RSV250), Max Biaggi (RSV4 1000) en Noriyuki Haga (beiden WK Superbike).
In de jaren 80 had Piaggio de naam Gilera al nieuw leven ingeblazen. Pontedera huisvest daarom misschien wel de grootste Gilera-collectie ter wereld: van de VT 317 – Giuseppe Gilera’s eerste machine uit 1909 – tot de legendarische GP-racers. Gilera was de eerste fabrikant vóór de Tweede Wereldoorlog die viercilinder-motoren dwars op de rijrichting in het frame monteerde. Daarnaast waren er machines als de sportieve eencilinder Saturno 500 uit 1988 en enduro-motoren zoals de RC600 en 80s uit de jaren tachtig. We kijken vol ontzag en verbazing naar alle tentoongestelde motoren en vergeten de tijd. Maar het museum gaat sluiten. Grazie mille end ciao, Piaggio in Pontedera

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Indian Scout

Eerste Test Indian Scout

25 april, 2024

Met honderdduizend verkochte units sinds 2015, goed voor ruim veertig procent van de totale verkopen, kun je wel ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-