Mijn Trots – Toine Siemerink

« Terug naar Mijn Trots
Liefde heeft bij Toine Siemerink een maximale houdbaarheidsdatum van drie jaar. In het vierde maakt een motorfiets genadeloos plaats voor de volgende. Deze Honda XL250 kan zo maar de eerste motorfiets zijn die dat patroon doorbreekt. Al moet je daar ook weer niet al je geld op inzetten.

“Eencilinder, viertakt en off the road is mijn ding en dat zie je terug aan mijn motoren. Het begon allemaal met een Honda XL125 die ik al had voordat ik mijn rijbewijs haalde. Het is het lichtere broertje van deze, maar verder zijn ze identiek en dat vind ik geweldig. Na mijn Hondaatje kwam een Suzuki DR250, een XL250, een Honda TL125 trialmotor en een SWM. Dat was feitelijk een motorcrosser met een kenteken. Dat ding was echt niet normaal, levensgevaarlijk zelfs en je trilde er helemaal van af. Na mijn bruiloft dacht ik dat ik een Bandit 400 en later 600 nodig had, maar die viercilinders zijn gewoon te breed. Ze missen alles wat een mono zo leuk maakt; het ploffen, dat rumoerige, het levendige, maar ook het lichtvoetige. Toch val ik vooral voor het geluid, dat heerlijke rustige ploffen. Ik hou niet zo van dat hoogtoerige. Na de viercilinders kocht ik met de BMW Funduro toch weer een eencilinder. Omdat ik toch al op een BMW zat, dacht ik dat ik ook een boxer moest hebben. Dat was het wederom niet, veel te gevaarlijk zo’n ding. Bovendien had ik voor mezelf bepaald dat ik na al die ongeluk-vrije jaren statistisch gezien aan de beurt was. Daarom heb ik mijn motorfiets verkocht. Omdat het toch weer ging kriebelen, kocht ik na een paar jaar weer een motor. Een mono natuurlijk: de Aprilia Pegaso.”

“Drie jaar terug ging ik op zoek naar mijn jeugdheld en kocht ik deze. Ik heb de poster van mijn slaapkamer in huis gehaald. Ik was al een tijdje naar zoiets op zoek op Marktplaats toen hij voorbij kwam. Op dag één dacht ik nog dat ik er geen € 1.600,- voor over had, op dag twee kocht ik hem. Hij is van een Duitser geweest en heeft weinig kilometers op de teller. Bovendien is Honda qua betrouwbaarheid voor mij het BMW van Japan. Dit ding komt uit 1976, maar alles functioneert probleemloos. Ik heb de motor wel helemaal uit elkaar gehad, maar het was vooral cosmetisch wat ik heb gedaan. Alles is te koop, maar de uitlaatdemper is te duur. Dat er een BSM-demper op zit en geen origineel exemplaar doet me niets. Beter dit dan een in elkaar gelast origineel ding. In het verleden heb ik altijd motoren gekocht, maar nooit opgeknapt. Ik ben een IT’er, de techniek geloofde ik altijd wel. Bij deze motor heb ik geleerd hoe leuk het is om iets mechanisch uit elkaar te halen. Vroeger vond ik het te eng, toen deed mijn vader het voor me. Ik wist zeker dat het me nooit zou lukken, maar als je ouder wordt pak je het op een gegeven moment gewoon op. Met deze oude techniek kun je het ook gemakkelijk zelf doen.”

“Offroad rijden doe ik niet met de XL. Vroeger wel op de SWM, maar je kunt nu nergens meer terecht. Bovendien ben ik een poetser en hou mijn spullen graag netjes. Als ik thuis kom, gaat er eerst een lap overheen. Zomers rij ik soms wat ritjes, maar niet over de snelweg. Dan mishandel ik hem. Vermogen mis ik niet, alles wat ik hiervoor had ging te hard. Als je op deze motorfiets tachtig rijdt, voelt het ook als tachtig. Bij zo’n boxer doe je dat in de tweede versnelling. Vaak staat een motor er zelfs alleen voor de sier. Tegenwoordig werk ik thuis en zet ik deze motor voor de schuifpui. Dan kan ik er de hele dag naar kijken. Ooit overwoog ik zelfs een glazen pui in de garage te zetten.”
“Mijn vader heeft me ingeprent dat deze Honda een blijvertje moet worden. Dat ga ik dan maar proberen. Hij staat niet in de weg en de wegenbelasting stelt niets voor. Maar heel eerlijk; zo’n Clubman GB1 is ook wel wat. Heel soms zie ik wel eens een XLV750 voorbij komen en dan voel ik direct weer het enthousiasme dat ik vroeger had toen hij nieuw bij de motorzaak stond. Door zijn watergekoelde V-twin, frame van rechte framebuizen en cardan dacht ik: ‘hier komt alles bij elkaar.’ Een Suzuki Dr Big is er ook zo eentje. Vroeger zag het er niet uit, maar nu kijk ik er naar.”