Mijn Trots – Paul van Heijst

« Terug naar Mijn Trots

Voor de dik twee meter lange Paul van Heijst (39) zijn er ongetwijfeld comfortabeler motorfietsen te bedenken dan een ranke sportfiets. Misschien wel juist daarom heeft de Brabander ook niet zoveel met de huidige generatie, extreem compacte supersports, maar wisten juiste de voluptueuze rondingen van een 1997 Kawasaki ZX-7R hem volledig in te pakken. “Oogt het tenminste niet alsof ik op een brommer zit.”

“Het rijden kreeg ik echt met de paplepel in gegoten, mijn broer Roel was zestien, begon met brommer rijden en dat wilde ik natuurlijk ook. Begonnen met een Vespaatje en uiteindelijk op een grote parkeerplaats in Zeeland op Kreidler en Zündapp schakelbrommers écht leren rijden. Omdat ik het schakelen al onder de knie had, had ik al na slechts zes lessen mijn motorrijbewijs. Ja, en toen kon het grote werk beginnen. Mijn eerste motor nam ik over van mijn broer, een Honda CB750 Four K7, met die vier uitlaten. En daar heb ik heel wat kilometertjes mee gemaakt. Ik had alleen destijds een vriendin in Dieren, iedere vrijdag of zaterdagochtend ging ik daar met de motor naar toe. Maar dat werd ik een beetje beu, in de winter, met regen, altijd moest ik met die motor en daarom ging ‘ie op een dag maar de deur uit. Een hele tijd heb ik toen niet gereden, of beter gezegd, geen motor gehad. Ik reed wel, maar altijd op motoren van vrienden van me. Tot er op een gegeven moment een ZX-6R op mijn pad kwam, die kon ik niet laten staan. Ontzettend fijne motor waar ik met heel veel plezier mee reed, tot een automobilist hem in een parkeergarage van z’n sokkel reed. Hij stond onder een winterhoes, op de paddockstand en ik kom thuis, ligt ‘ie daar plat met alle olie eruit, spiegel door de kuip, koppelingshuis kapot, kuip gebarsten. Het was echt een drama om dat ding zo te zien. Ziek was ik ervan, zo ziek, ik hoefde hem ook niet meer. Toen is ‘ie weer enigszins opgelapt en heb ik hem ook nog redelijk vlot weer verkocht, binnen twee weken zelfs. Prettig, want dan kon ik mooi deze kopen, een ZX-7R die ik al langere tijd op het oog had. Hij stond al een jaartje of zo bij Motorhuis Eindhoven in consignatie, de oude eigenaar was gaan chopper rijden volgens mij, en echt een motor naar mijn hart. Onder meer omdat het een 750 was. Ik had ook voor een ZX-9R kunnen gaan, die zijn sneller, maar daar is het me allemaal niet meer zo om te doen. Het gaat tenslotte om het sturen, of zo’n ding nu 120 of 160 pk heeft, dat is me om het even. Toch waren het vooral de looks van de machine waardoor ik werd gegrepen, met name de neus. Ik zag al die motoren in de rij staan, maar deze sprong er direct uit. Ook omdat ‘ie groen is trouwens, een Kawa moet groen zijn. En het is een echte motor, dat is ook wat me niet bevalt aan de nieuwe lichting racers, dat lijkt allemaal teveel op elkaar. Niets heeft meer zijn eigen karakter, deze wel. Je ziet meteen, dat is een Kawa. Wat ook telde was de afmeting van de fiets, ik ben 2,02 meter en pas niet overal op. Met name bij sportieve motoren een probleem, maar daar ligt wel mijn hart. Vorig jaar bijvoorbeeld, heb ik proef gereden op een Ducati Multistrada 1200 met alles erop. Hartstikke mooi en ook nog een motor waar ik prima op pas, maar niet eentje die ik wil. Ik wil een racer. Dan ben je vrij beperkt, maar dit past gelukkig prima. Het was wat dat betreft echt liefde op het eerste gezicht, hij was bovendien ook nog bijna precies zoals ik hem hebben wilde, met van die mooie Phoenix racevelgen en Nissin remklauwen. Heel veel heb ik er ook niet aan hoeven veranderen. De originele knipperlichten zaten er nog op, die heb ik vervangen, en daarnaast heb ik er ook meteen stalen remleidingen, een hugger en een K&N filter op gezet. Ook de bestickering heb ik aangepast, de Castrol, Pirelli en Ninja stickers zaten er al op, de rest heb ik zelf gedaan. Die Japanse tekens zijn trouwens de namen van mijn kinderen, Klaas en Kirsten staat er. Als het goed is tenminste… Als laatste heb ik de vering nog laten aanpassen, maar dat was meer bittere noodzaak. De vorkpoten lekten en nu zit er een Öhlins binnenwerk in. Qua aanpassingen valt het allemaal dus wel mee. Maar meer hoeft ook niet, zoals ‘ie er nu bij staat is ‘ie echt helemaal naar mijn smaak. Qua looks en qua rijden, daar hoef je dus echt geen dure motor voor te hebben. Heel eerlijk, als ik het geld had, dan lijkt zo’n BMW K1600 zescilinder me ook best wel wat. Maar dan, die kost het tienvoudige van deze, maar vraag je me of ik er dan ook zoveel meer plezier van zou hebben? Ik denk het niet!”