Mijn Trots – Nick van Noort

« Terug naar Mijn Trots

Het motorvirus kreeg Nick van Noort (24) niet bepaald met de paplepel ingegeven, al was enkel een motorrijdende collega voldoende om hem alsnog te besmetten. Diezelfde collega was bovendien bezig met een projectje op basis van een Yamaha SR500, dat echter nooit echt van de grond kwam. Dat de SR er twee jaar later zo bij staat, berust dan ook enigszins op toeval: “Ik kwam eigenlijk voor brandhout, maar reed terug met een auto vol motoronderdelen!”

“Ik was bezig met mijn opleiding algemene operationele techniek en onderdeel daarvan is een stage. Tijdens die stage leerde ik iemand kennen die helemaal gek was van motoren, en hij heeft mij zo gek gekregen ook te gaan rijden. Ik was negentien, moest daarom eerst nog twee jaar begrensd rijden, maar toen ik eenmaal vol vermogen mocht rijden, kwam ik een jonge gebruikte Yamaha MT-09 tegen, een Street Rally. Echt een mooi ding en die heb ik gekocht. Ik heb nog andere hobby’s en vond daarom één motorfiets wel genoeg. Die collega, of inmiddels was het eigenlijk een vriend van me geworden, had voor zichzelf echter dit project gekocht. Hij had er alleen niet echt tijd voor. Toen kwam ik daar een keer, zag al dat losse spul liggen en meteen was ik enthousiast, daar moet je wat mee doen. ‘Neem maar mee!’, zei hij toen, dus ik heb het ding zomaar gekregen. Ik kwam eigenlijk voor brandhout, maar reed terug met een auto vol motoronderdelen!
Je ziet in de bladen wel eens zoiets staan, maar zelf had ik er nog nooit echt over nagedacht. Ik had me dus ook nog helemaal niet verdiept in café racers en dergelijke, daarom ben ik eerst maar eens het internet gaan afstruinen, kijken wat er allemaal mogelijk was. Daarbij kwam ik onder meer deze kleur tegen, was van een boot, maar ik wist meteen dat ik dat ook wilde. Ideeën genoeg, maar eerst ben ik maar eens aan de slag gegaan met de spullen die ik al had, kijken wat er nu precies allemaal bij zat, en wat ik nog miste en dus nodig had. Het waren namelijk allemaal losse onderdelen, alleen het frame was al afgezaagd en het balhoofd gemaakt. De voorvork kon ik er dus zo inschuiven, maar verder had ik losse wielen, een blok, achterbrug, veren, noem maar op. Daar moest ik eerst een rollend chassis van maken en dat was flink passen en meten. Er zitten aardig wat Harley-onderdelen op en dat past natuurlijk niet zo lekker in een Yamaha-frame, daar moest ik allemaal adapters en pasbussen voor draaien. Verder zat ik met de remmen, het zijn twee exact dezelfde Harley-voorwielen, origineel met trommelrem en dat heb ik omgebouwd naar dubbele schijfrem voor en enkele achter. En vervolgens zit je dan ook nog met de hele uitlijning van ketting en tandwielen. Ja, het was een hoop uitzoekwerk voor het geheel eindelijk rolde.
Vervolgens ben ik verder gegaan met het pas maken van de tank en het zitje, dat zat er ook al bij. Het pakket was best compleet, maar omdat iemand anders er al mee bezig was geweest moest ik constant kijken wat er al gedaan was. Het frame was bijvoorbeeld wel afgezaagd, maar heel ruw, dat moest nog wel worden gefinetuned. Vervolgens ben ik met het blok aan de slag gegaan. Ik had er originele onderdelen bij gekregen en hij leek gereviseerd, maar dat wilde ik wel zeker weten, dus heb ik ‘m toch open getrokken. Het zag er inderdaad goed uit, ik heb nog een paar lagers vervangen en toen kon ik ‘m voor het eerst starten. En hij deed het, al kon ik niet rijden omdat ik nog geen ketting had. Daarna was de kabelboom aan de beurt. In de oude was al geknipt en bovendien wilde ik een aantal zaken er toch niet meer op, zoals knipperlichten, dus heb ik zelf helemaal een nieuwe gemaakt. Ook omdat ik alles iets moderner wilde maken, zo zit er nu onder meer elektronische ontsteking, een andere CDI, nieuwe spanningsregelaar en een accu op, origineel heeft ‘ie nog zo’n grote condensator. Ja, nog clip-ons erop en toen kon ik rijden. Hoewel rijden, er zaten nog geen remleidingen op, maar voordat ik die erop zette, wilde ik eerst kijken of alles werkte. Dat was het geval, waarna ik op maat gemaakte RVS remleidingen heb laten maken. Feitelijk was ‘ie toen in de basis klaar, alleen had ik onder meer zelf een rempedaaltje gemaakt, omdat dat natuurlijk allemaal anders uit kwam. Zag ik op internet iemand met mooie CNC gefreesde pedaaltjes en dat leek me ook wel wat. Die bestelt, maar dat betekende wel dat het hele frame weer moest worden aangepast. Ach, en zo is ‘ie denk ik wel een keer of tien helemaal uit elkaar geweest. Zo heb ik er ook nog een oliekoeler op gebouwd, dat vond ik wel stoer staan en omdat het blok ook iets sneller was geworden, leek het me thermisch gezien ook wel een goed idee. Vervolgens was het vooral een kwestie van detailafwerking, alles netjes maken en de boel laten spuiten en coaten. Anderhalf jaar heeft de bouw uiteindelijk geduurd en hoewel je altijd wel details blijft aanpassen, is ‘ie nu wel helemaal naar mijn zin. Hoewel, misschien ga ik de uitlaat nog aanpassen…”