Mijn Trots – Mark Koopman

« Terug naar Mijn Trots

Oude liefde roest niet! Ook niet in het geval van Mark Koopman, hoewel er wel een ongeval aan te pas moest komen om hem weer met zijn grote liefde, de Ducati 748, te herenigen. “Lang rijden vormt een te grote belasting voor mijn nek, dat doe ik niet meer. Dus mocht de motor ook wel een stukje minder praktisch!” Klinkt ergens toch behoorlijk tegenstrijdig, maar ja, liefde maakt blind hè!

 “Motorrijden doe ik al vanaf mijn achttiende en mijn eerste drie motoren waren allemaal van Suzuki. Fijne motorfietsjes hoor, alle drie, maar niet te vergelijken met mijn vierde : een Ducati 748. Nieuw besteld in 2000 en in februari 2001 gekregen. Het was ook een 2001-model met dat waanzinnig mooie grijze frame, dat mijn huidige 748 ook heeft. Gun metal heet die kleur, het showroommodel dat ik destijds had gezien, had nog een bronskleurig frame en ik wist dus helemaal niet dat ik het grijze frame met de grijze wielen zou krijgen. Ducati is net in die tussenliggende tijd overgestapt, gelukkig, want dit vind ik zoveel mooier.
Ik had de 748 nog maar net, toen ik mijn huidige vrouw leerde kennen. Zij heeft ook haar rijbewijs gehaald en heeft onder meer twee Suzuki SV650’s gehad. De laatste heeft echter meer stil gestaan dan gereden, want in 2006 werd onze eerste geboren en in 2007 de tweede. Dan rij je niet meer zoveel hè, daarom hebben we de SV verkocht en stopte het even voor haar. Ik wilde haar echter toch wel een beetje aan het rijden houden en toen ik in 2008 een test van een Monster 696 las, had ik zoiets van ‘is dat niet wat voor jou?’. Mijn vrouw heeft eigenlijk altijd Suzuki gereden, maar na een proefrit op de Monster was ze meteen helemaal om. Dus is toen besloten om mijn eerste 748 toch maar in te ruilen op een nieuwe Monster 696. Met heel veel pijn in het hart. Echt heel veel. Vervolgens ging ik zo’n beetje iedere dag met de 696 naar mijn werk op en neer, heb er in ongeveer drie jaar tijd een kleine 25.000 kilometer op gereden, terwijl mijn vrouw misschien een keer vijfhonderd kilometer op de teller heeft gezet. Qua vermogen reed ‘ie prima, maar ik was er al wel achter gekomen dat de Monster voor mijn postuur gewoon aan de krappe kant was. Omdat mijn vrouw toch niet meer reed, ben ik toen verder gaan kijken naar een meer praktische woon-werk fiets. Uiteraard wel een Ducati, bij Star Twin stuitte ik toen op een Multistrada 1000, waarop de Monster toen is ingeruild. Op de Multi heb ik met veel plezier gereden, tot het in januari 2013 helemaal mis ging. In mijn auto werd ik op de snelweg vol van achteren aangereden. En daar ondervind ik nog altijd behoorlijk de ongemakken van, vooral mijn nek is een zwak punt. Ik reed daarom ook eigenlijk bijna geen motor meer, dat vormde gewoon een te zware belasting, zeker bij slecht weer. Er kwam daarom een tweede autootje voor woon-werkverkeer en de Multistrada werd verkocht. Niet dat ik wilde stoppen met rijden, maar omdat het toch alleen maar korte stukjes waren, hoefde de motor ook niet zo praktisch. En omdat ik ook wel weer graag zou zien dat mijn vrouw het rijden zou oppakken, zijn we op zoek gegaan naar een Monster of iets anders waar mijn vrouw wat mee zou kunnen. Maar zij zag ook wel dat ik ondertussen alleen maar naar een 748 te loeren. En gelukkig heb ik een heel begripvolle vrouw, zo is de zoektocht eigenlijk begonnen. Die eindigde in eerste instantie wel in een teleurstelling. Ik had de hoop eigenlijk al opgegeven tot ik op Marktplaats stuitte op een advertentie van Bruggeman Motoren, daar stond deze. Meteen gebeld. Ze kennen me daar goed en weten hoe ik met mijn motoren om ga. De verkoper kon me garanderen dat het echt een nette machine was, dus toen heb ik hem eigenlijk blind gekocht. Ze kwamen hem zelfs met een busje bij me thuis afleveren, toen had ik wel zoiets van ‘en wat nu als het tegenvalt?’. Maar soms moet je gewoon gokken. Bovendien had ik er een goed gevoel bij, vooral omdat deze 748 eindelijk eens een keer voldeed aan mijn wensen. Ik was namelijk op zoek naar exact dezelfde uitvoering als mijn eerste, maar daar bleken er helemaal niet veel van te zijn. Althans, niet een exemplaar dat niet verprutst was. Ze zijn er wel, maar dan zit er weer een ander zitje op, kleinere knippers, carbon-dingetjes of een andere uitlaat. En dat wilde ik niet, hij moest helemaal origineel zijn, van bouwjaar 2001 én geel. Op een spatbordje na voldoet deze helemaal aan die eisen. Weet je, dat ding is van zichzelf al zo mooi, daar moet je niets aan veranderen, daar zit geen meerwaarde in. Hij blijft dus gewoon zoals ‘ie is, daar zal ik altijd voor zorgen. Want weg gaan doet ‘ie nooit, die fout maak ik geen tweede keer!”