Mijn Trots – Klaas Douma

« Terug naar Mijn Trots

Een Kaptein Mobylette met een hoog stuur, fiets met verlengde voorvork, bij de 39-jarige Klaas Douma zit het ombouwen van tweewielers al sinds zijn jeugd in het bloed. Toen hij na negen jaar rijden met zijn FZR600 het alsmaar voorover op de polsen hangen “spuugzat” was, leek het een logische stap om zelf maar weer eens de handen uit de mouwen te steken. De zoektocht naar een geschikte machine bracht hem bij een echte cultfiets, een Suzuki GSX-R1100. En daar ging meteen de flex in.“Op die FZR heb ik echt wel jaren met plezier rondgereden, maar op een gegeven moment merkte ik dat ik motoren met een wat rechtere zit steeds meer begon te waarderen. Zoals een Z1000, prachtige sportieve machine waar je toch redelijk comfortabel op zit. Met een maat van me had ik het erover en toen liepen we op internet tegen deze GSX-R1100 aan. Niet dat ik daar nou specifiek naar op zoek was, maar zo’n GSX-R is wel een mooie basis voor zo’n verbouwproject. Haal de kuip eraf en je kijkt tegen een heel mooi blok en prachtig frame aan. Dat ziet er kaal meteen al heel mooi uit, bij de meeste sportmotoren ligt het frame om het blok heen, maar hier kijk je er recht tegenaan. Dat maakt het zo’n mooi object, met redelijk weinig inspanning is er al heel wat van te maken. Bijkomend voordeel was dat Ybo, die maat van me, al eens een GSX-R750 had omgebouwd en er dus al wat ervaring mee had. Dat scheelt zoveel, zonder zijn hulp had ik het ook nooit gered, althans niet in dit tempo. Ik heb hem een maandje of vier geleden gekocht en hij is nu ook al meer dan twee maand klaar. In zeven weken is het ding dus helemaal op de schop gegaan. Dat lijkt snel, maar met z’n tweeën, goed gereedschap en een brug gaat het ook snel.Misschien wel iets te snel trouwens. De machine is rechtstreeks naar Ybo gegaan en daar meteen slopen die boel hè. Ik heb niet eens een foto van hoe hij was. Hij reed en liep goed, dus het blok hebben we laten zitten, maar voor de rest is hij totaal gestript. Als eerste zijn we begonnen met het maken van een nieuw subframe met plaats voor de accu, bedrading en al die troep. Toen de achterkant en het zitje pas gemaakt en erop gezet. Volgens mij is het zitje van een K4, het kontje weet ik eigenlijk niet. We hebben een motorsloperij bij ons Friesland, Boonstra, en daar is het gewoon van ‘hier heb je een zitje, klaar!’. En het boeit me eerlijk gezegd ook niet. Je hebt in je hoofd een idee van hoe het eruit zou moeten zien, een Ducati 916 kontje zou wel mooi zijn bijvoorbeeld, maar uiteindelijk is het maar net wat ze hebben liggen. En deze hadden ze toevallig liggen, niet zo minimalistisch, lekker dik en dat past mooi bij het type en bouwjaar. Dan neem je zo’n ding dus mee.Daarna hebben we de voorkant onderhanden genomen. M’n maat had dit stuurkuipje nog en daar zit nu een lampje in van een scootertje, dat paste mooi. De originele tellers heb ik gehouden maar toch kostte de voorkant al met al behoorlijk wat tijd. Je moet een framepje hebben waar je tellers op komen, maar ook eentje voor de koplamp en één waar het polyester aan komt te hangen. En dat alles moet er dan natuurlijk ook wel een beetje uitzien, maar met een lasapparaat en flex kom je een heel eind. Via Ebay Duitsland heb ik een andere kroonplaat op de kop kunnen tikken. Koopje was dat, daar zou je in Nederland al snel 250 euro voor moeten neertellen, deze had ik voor 90. Natuurlijk ook een ander stuur erop, een eigen de radiatorombouw en een onderkuipje. Die had Ybo ooit al eens besteld voor een Cagiva Raptor, maar die was ondertussen alweer verkocht en toen kwam de kuip nog binnen. Paste me wel, dus met de flex dat kuipje te lijf zodat het bij de rest van de machine zou passen. Ja, en na nog wat kleine zaken als stuurproppen, kentekenplaathouder en undertray konden we de boel overspuiten. Heeft Ybo ook gewoon in de schuur gedaan trouwens. De GSX-R was zwart met rood en is nu mooi metallic blauw, een Alfa kleur volgens mij. De bouw kostte misschien maar zeven weken, maar er zitten wel behoorlijk wat uurtjes in. Het is geen kwestie van één, twee, drie erop met alle onderdelen, je moet wel creatief zijn om er één geheel van te maken met een mooie lijn. Want dat was echt een vereiste van me, het moest er strak uitzien, niet als een veredeld knutselprojectje. Dat is het natuurlijk wel, maar zo mag het er niet uitzien!”