Mijn Trots – Johan en Stefan Servaas

« Terug naar Mijn Trots
Broers Stefan (47) en Johan Servaas (51) mogen de letterlijke wilde haren inmiddels kwijt zijn, de figuurlijke bos is voller dan ooit. Beide zijn ze sinds hun jeugd bezeten van motoren en na een motorpauze van Johan trekt het duo er sinds 2011 met een stel andere ‘broers’ op uit, deze Kawasaki ZRX1100’s. Twee in de basis zelfde motoren, maar toch net even anders!

Johan: “Waar het vandaan komt, geen idee, want het zit niet in de familie. Maar Stefan en ik zijn altijd gek geweest van motoren, reden meteen vanaf ons achttiende. Ik ben begonnen op een Honda CB550 en die werd opgevolgd door een GPZ’tje.”
Stefan: “Die heb ik toen nog van je overgenomen, want dat was mijn eerste motor. Meteen ook een Kawasaki, maar dat kwam vooral omdat er een Kawasaki-dealer bij ons om de hoek in Zwanenburg zat. Het had dus vooral een praktische achtergrond, maar toch heeft het merk me weten te pakken, ik heb nooit een ander merk gereden.”
Johan: “Ik wel, ik heb naast die Honda bijvoorbeeld ook nog een Yamaha FZR1000 gehad. Een onding dat niet de bocht door te krijgen was. Die heb ik vervolgens ingeruild op een Harley, vooral vanwege de snelheid, ik kon me nogal moeilijk beheersen. Maar die Harley was het ook niet. Inmiddels had ik ook een dochter gekregen, kreeg steeds minder tijd en op een gegeven moment stopte het rijden gewoon. De Harley verkocht, nog wel een blauwe maandag zo’n KLR250 gehad, maar dat was het wel. Ik heb toen een behoorlijke tijd niet gereden.”
Stefan: “Ik ben wel altijd door blijven rijden. Na de GPZ550 heb ik een ZXR750 gehad, en die heb ik in 2000 ingeruild op deze toen nieuwe ZRX1100. Ik wilde een Kawa en ik wilde een naked, dan kwam je eigenlijk automatisch hier bij uit. Hij was toen nog van dat metallic groen, maar daar was ik redelijk snel op uitgekeken. Na een jaar of vier heb ik ‘m daarom in deze kleuren te laten spuiten, zo hoort een Kawa eruit te zien.”
Johan: “Vind ik ook. Nadat ik een paar jaar in Zweden had gewoond, ben ik tien jaar geleden weer terug naar Nederland gegaan. Werd het ook weer tijd voor een motor en toen heb ik ook een ZRX1100 gekocht. Deze, die toen nog paars was trouwens. Ik vond een Z1000 ook wel mooi, maar het oldskool uiterlijk van zo’n ZRX vind ik veel mooier. Bovendien is de techniek lekker eenvoudig, hier kun je zelf bijna alles aan doen, dat is met een moderne fiets met injectie net even wat minder.”
Stefan: “Dat is ook deel van de hobby hè. Het begon bij mij met het spuitwerk, toen kwamen er andere nokkenassen in en open luchtfilters op. Ik heb er ook een uitlaatsysteem van Muzzy opgezet, andere remklauwen, we hebben allebei de achterbrug laten verstevigen en zo zijn er nog wel meer zaken aangepast en opgekomen. We zitten op het ZRX Forum en dan doe je best veel ideeën op. De uitdaging is dan dat je het zelf doet, maar vaak als je iets één keer hebt gedaan, is het daarna kipsimpel. Al moet het wel altijd iets toevoegen, ik ga niet verbouwen om het verbouwen.”
Johan: “Standaard heeft zo’n ZRX eigenlijk al wel genoeg power en koppel, dat opvoeren, beide motoren hebben nu zo’n 140 pk aan het achterwiel, doen we vooral omdat we het leuk vinden. En het is ook niet zo dat we elkaar de ogen proberen uit te steken, we doen gewoon allebei wat we mooi vinden. Zelf vind ik het ook vooral interessant om te kijken of iets lukt. Er zit bij mij bijvoorbeeld een andere versnellingsbak in en een jaar of drie geleden heb ik er ook een upside-down voorvork van een ZX-9R in gezet. Ik wist dat het kon, omdat iemand anders het ook al had gedaan, maar dan wil ik dat ook zelf proberen. En natuurlijk ook omdat ik upside-down mooier vind. Maar het is toch vooral dat uitproberen wat kan. Het standaardblok heb ik bijvoorbeeld ook nog, ik heb er gewoon eentje bijgekocht om mee te experimenteren.”
Stefan: “We zitten misschien wel meer onder het zadel te knutselen dan erop om te rijden. Ik schat dat we zo’n drieduizend kilometer per jaar rijden, dan houdt het wel op. Maar dat maakt niet uit, het gaat om het lekker bezig zijn, anders zit je toch maar voor de TV. En er zijn ook altijd wel zaken die ik zou willen veranderen, Öhlins achterschokbrekers bijvoorbeeld.”
Johan: “En Yoshimura flatslide carburateurs. Als je wilt koop je die bij wijze van spreken vanmiddag nog, maar het is ook wel een beetje de sport om te zoeken naar iets betaalbaars. Die framebeugel bij het blok heeft Stefan bijvoorbeeld tijdens en vakantie in Japan gekocht, die zijn hier onbetaalbaar.”
Stefan: “We zijn er alleen nu wel achter dat we die carburateurs en schokbrekers niet tweedehands gaan vinden, dus nu moeten we beide nog even over die drempel heen, want uiteindelijk gaat het toch gebeuren. Een verkeerde investering is het ook niet, want deze gaat nooit meer weg.”
Johan: “Nee, zeker niet