Mijn Trots – Jeroen Vrieze

« Terug naar Mijn Trots
De motorfiets die Jeroen Vrieze voorafgaand aan de testrit nog met mild ontzag bekeek, bleek na honderd meter al een voltreffer. “Toen wist ik het al, eigenlijk had ik toen al terug gekund, maar het ging nog zo lekker.”

“Op één motorfiets na heb ik altijd Kawasaki gereden. Die ene motorfiets was een Honda Fireblade. Ik zag hem, vond hem ontzettend mooi en kocht hem. Misschien had ik iets langer proef moeten rijden want ik kon helemaal niet op dat ding zitten. Het was geen fijne motor en veel hebben we niet gereden. Daarom heb ik hem verkocht en niet ingeruild. Door de komst van kleine kinderen zat motor rijden er even niet in. Vooraf zei ik nog dat ik wel een motorfiets zou huren voor weekendjes weg, maar huren zit blijkbaar niet in mijn systeem. Omdat ik nooit iets huurde, ben ik maar weer een motorfiets gaan kopen.”

“Vroeger heb ik wel brommer gereden, maar met motoren was ik niet echt bezig. Tot een vriend bij een biertje opperde – of misschien was ik het zelf wel, dat kan ook – om het rijbewijs te halen. Toen we dat iets later in het bezit hadden, zijn we op een korte motorvakantie gegaan. Ik reed op een van mijn vader geleende chopper, mijn maten hadden motoren als een VFR en V-Strom. In Maastricht kwam ik al gebroken van dat ding van mijn vader af terwijl zij zich prima vermaakten. Thuis heb ik direct een Kawasaki GPZ1100 van een particulier gekocht. Dat is nooit een erg gewilde motorfiets geweest, maar wel een super fijn ding om op te rijden. Na een wasbeurt voor de GPZ twijfelde of ik hem zou droogpoetsen, of droog rijden. Ik koos voor het laatste en voor ik het wist lag ik in een sloot. Er lag zand in de bocht, ik slipte, zette de zaak rechtop, maar had de sloot nooit gezien. Het bordje dat waarschuwde voor zand op de weg ook niet trouwens. De GPZ was total loss door deze klapper, ik daarna een stuk voorzichtiger – ze maken mij niet meer gek -, maar motor rijden was voor mij nog niet over. Mijn helm en pak verkocht ik niet en ik hield zelfs mijn verzekering aan om mijn no-claim niet te verliezen.”

“Eigenlijk ging ik voor een Super Duke, maar pal naast die KTM stond een Kawasaki Z1000 in de motorzaak. Die vond ik mooier, hij was ook nog eens goedkoper en hij reed lekker. Weer een zware vier-in-lijn, daar houd ik van. Het is prettig om niet te hoeven janken voor wat vermogen. Nu kun je lekker een bochtje in vier pakken en daarna komt dat vermogen als vanzelf weer. De Z1000 is altijd een lekkere motorfiets geweest, maar omdat ik meer woon-werkkilometers wil maken, is deze Versys er gekomen. Enkele reis is het 130 kilometer en na een uurtje snelweg had ik het op de Z1000 wel gehad. Zo’n prachtige agressieve motorfiets is wel mooi, maar niet zalig makend. Dan is deze motorfiets zo veel comfortabeler. Ik verheug me nu al op de zomerse ritten terug naar huis. Als brandweerman draai ik 24-uursdiensten en dat geeft me de mogelijkheid om ’s ochtends met mooi weer naar huis te rijden. Wel met mooi weer, regen rijden is niets voor mij. Tot nu toe is het overigens alleen bij toeren gebleven, maar daar geniet ik ook al van. Dit is mijn trots omdat het een enorm fijne motorfiets is en omdat het zo’n mooie machine om te zien is. Ik mag er graag mee shinen en een compliment streelt dan toch je ego. Voor mij is hij goed zo, al wil ik nog wel een navigatiesysteem monteren.”