Mijn Trots – Hessel Bosch

« Terug naar Mijn Trots
Toen Hessel Bosch (77) op zijn zesde op de tank mee mocht naar de races in Tubbergen, was het zaadje geplant. Het werd het begin van een bijzonder rijk motorbestaan: Bosch racete op het asfalt, Bosch croste door het zand, en tussendoor werden ook nog ontelbare kilometers op gewone wegmotoren gereden. Momenteel heeft hij er nog vijf, waaronder deze prachtige Yamaha XS650. “Het is gewoon een nieuwe motor, uit 1980!”

“Op mijn zesde pakte m’n vader me op, zette me op de tank van zijn 350 Jawa en zo reden we naar de internationale Pinksterraces in Tubbergen. Meteen was ik verkocht. Thuis gekomen heb ik m’n fietsje gepakt, nummerplaten van karton erop gemaakt, een blikje tussen de spaken en maar gaan. Ik had altijd de knieën kapot en iedereen had er lol om. Maar hoe dichter ik bij de achttien kwam, hoe minder hard ze lachten. Ik mocht van m’n vader zelfs geen motor toen ik achttien werd, alleen een scooter. Dat rijbewijs is hetzelfde, dus toen ik twintig was heb ik alsnog een echte motor gekocht, een Triumph Tiger. Dat pakte niet heel goed uit, ik ben zonder helm achterop een tankwagen geklapt en dat was echt bijna einde verhaal. Ik werd wakker in het ziekenhuis en kan me nog altijd van het hele ongeval niets herinneren. Nog in het ziekenhuis had ik echter alweer de motorblaadjes op het nachtkastje liggen. Dat zit erin hé.”

“Die Triumph was altijd kapot, dus eenmaal uit het ziekenhuis heb ik het meteen maar goed aangepakt en kwam er een Kawasaki Mach III. Zo kwam ik ook in aanraking met Piet van Dijk, die vroeg of ik niet voor hem wilde gaan racen. Dat wilde ik natuurlijk wel. Later ben ik overgestapt naar een andere zaak en zo heb ik jaren op van die grote kanonnen geracet. Dat ging best aardig, in 1972 heb ik zelfs voor tachtigduizend man de 250cc gewonnen, dat is denk ik wel mijn mooiste herinnering aan het racen. Ik heb ook nog even internationaal gereden, maar wilde je daarin serieus meedraaien, dan moest er ook echt getuned worden. Ik reed destijds voor Hans Krupers en hij begon toen net met de import van Moto Villa offroads uit Italië. Ik was inmiddels dertig, begon net met mijn eigen fotowinkel en ben toen maar enduro’s gaan rijden. Heel wat anders, maar ook erg leuk. Op zaterdag drie rondes van tachtig tot honderd kilometer, en dat tussen tien en drie uur. Dan was je helemaal gesloopt. Maar ook dat ging me best aardig af, ik ben zelfs nog twee keer Nederlands Kampioen geworden. Altijd erg actief geweest in de sport kortom, maar ook daarnaast reed ik heel veel motor.”

“Nog altijd trouwens. Ik schat dat ik zo rond de tachtig motorfietsen heb gehad in al die jaren. Ik heb er momenteel nog altijd vijf, onder meer een Ténéré uit ’86, Moto Guzzi Nato en natuurlijk deze Yamaha XS650. Die heb ik nog niet zo heel lang en er is ook een speciale reden dat ik ‘m heb gekocht. Vrienden van me gaan in Baskenland de Piston Rally rijden en ik dacht, als ik dat op mijn leeftijd ooit nog een keer wil doen, dan wordt het nu wel een beetje tijd. Het betreft een rally voor motoren met een bouwjaar tot en met 1980, daarvoor kwam mijn Ténéré dus niet in aanmerking. Ik ben daarom op zoek gegaan naar een motor die wel aan de voorwaarden voldeed, maar echt iets geschikts kon ik alleen niet vinden. Toen heb ik aan de jongens van Van der Velde (van custombouwer Skørn red.) gevraagd de ogen even goed open te houden. Zij komen veel bij Jerry van der Heijden over de vloer en die had deze staan. Kreeg ik ineens een fotootje via de app met de tekst ‘Is dit niet wat?’.”

“Ik was direct helemaal verkocht, ondanks dat ‘ie nog lang niet zo was zoals ik ‘m wilde. Er zat een heel rare koplamp op, een lelijk klein tellertje en nog wat dingetjes die ik niet mooi vond. Maar daar kan ik heel goed doorheen kijken, ik zag vooral hoe ‘ie zou kunnen zijn. De jongens hebben de motor toen meteen meegenomen en vervolgens ben ik eerst maar eens bij ze in Almelo gaan kijken wat ik eigenlijk had gekocht. Peter en Arjan weten zelf heel goed wat mooi is, dus ik heb tegen ze gezegd: ‘Je moet gewoon doen alsof het je eigen motor is.’ Zij hebben de koplamp vervangen voor dit exemplaar, die echt veel mooier is, en er zitten nu een paar mooie ronde klokken op. En knipperlichtjes, dat vond ik ook wel wenselijk. Ze hebben het blok ook opnieuw afgesteld, die loopt nu echt prachtig. Als ik zo over die kleine wegen rij en het blok dan zo mooi en direct oppakt, dan denk ik echt ‘wow, wat rijdt dit fantastisch’. Is ook niet heel verwonderlijk, alles is inmiddels aangepakt en/of verbeterd, het is feitelijk een nieuwe motorfiets uit 1980. Hij is ook wel helemaal naar mijn smaak nu, al speel ik een beetje met de gedachte om er misschien volgende winter een 750 van te laten maken, met van die Dell’Orto’s erachter. Niet omdat het nodig is hoor, maar omdat het kan. Hij mag dan een beetje bij toeval op m’n pad zijn gekomen, maar hij gaat nooit meer weg!”