Mijn Trots: Henk Veenstra

« Terug naar Mijn Trots

Kritiek als slechte vering en bijnamen als ‘widowmaker’ lokten een nieuwsgierige Henk Veenstra in 2009 in het zadel van een Suzuki TL1000S. De nuchtere Fries werd compleet door de dikke V-twin gegrepen en sloeg grondig aan het verbouwen toen het stuurgedrag niet helemaal beviel. Niet te veel blingbling, want een kermisattractie moest het zeker niet worden. “Nee, ik vind het mooi als mensen langs lopen en even blijven staan om te zien wat voor motor het is. Er is er in Nederland geen een als deze.” “Het begon eigenlijk toen ik een paar jaar terug met mijn vorige motor, een Yamaha FZR600, op vakantie was in de Zwitserse Alpen. Ik zag en vooral hoorde daar voor het eerst een TL1000S. Mooie lijnen en wat een geluid! Thuis ben ik meteen gaan kijken wat er nog voor die machines werd gevraagd en dat viel reuze mee. Dan ga je er meteen ook wat meer over lezen en daarbij stuitte ik natuurlijk op al die verhalen over wat er allemaal wel niet goed aan was. De vering zou bijzonder slecht zijn en dan was er nog die lugubere bijnaam: widowmaker. Dat leek me wel wat! Uiteindelijk heb ik er een voor een mooie prijs op de kop weten te tikken. In eerste instantie niet met het idee om hem zo grondig te verbouwen, dat ontstond pas toen het stuurgedrag me minder goed begon te bevallen. Ik heb eerst de voorvork een servicebeurt laten geven bij de Bitubo raceservice en heb er meteen een Bitubo achterschokbreker bij gekocht. Daar ging ‘ie al met sprongen door vooruit. Een tijdje later liep ik tegen een voorvork van een GSX-R1000 model 2003/2004 aan, compleet met remklauwen. Die kon er zonder draai –en freeswerk in. Er moest alleen een vulbus in de onderste kroonplaat. Ook de wielen kwam ik per toeval tegen. Dat wilde ik vanaf het begin al, omdat het mooier oogt en het stuurgedrag er nog meer van opknapt. Maar ze zijn vaak ontzettend duur. Had al eens een magnesium setje van Mavic gezien. Die waren toen drie jaar oud, maar moesten nog 1.400 euro opbrengen. Dat was me te gek, zeker omdat ook die wielen niet het eeuwige leven hebben. Niet veel later kreeg ik een top van iemand dat er op een Franstalig Belgisch forum een set wielen voor een TL werd aangeboden. Meteen contact opgenomen, maar die man kon alleen maar Frans lullen. En mijn Frans is net zo goed als het Fries van de gemiddelde Nederlander, dus dat schoot niet op. Uiteindelijk zijn we hortend en stotend in het Engels tot een overeenkomst gekomen en had ik die wielen voor iets meer dan een derde van de nieuwprijs. Die dingen waren als nieuw, er was slechts één race mee gereden, en ze wegen echt bijna niets. Hij stuurt nu echt super licht in, het dwingen is compleet verdwijnen. Ik kan er nu echt mee gooien en smijten en daar krijg je steeds meer vertrouwen van. Maar dat maakt me aan de andere kant ook huiveriger om er mee op m’n plaat te gaan. Dat is gelukkig nog nooit gebeurd, maar er wordt altijd gezegd dat iedereen ten minste een keer gaat. Sinds kort heb ik hem tegen de taxatiewaarde laten verzekeren en dat is enigszins een geruststelling. Kijk, de dagwaarde van zo’n ding zal niet meer dan 2.200 euro zijn, maar die van mij is vier keer zo veel waard. Als je hem dan plat rijdt heb je niets meer en als iemand je aanrijdt, heb je niet meer dan de dagwaarde. Voor een paar tientjes per maand extra wil ik dat risico niet lopen. Afgelopen winter heb ik de xenon verlichting ingebouwd. Man, wat een pielwerk was dat. Je moet heel erg uitkijken dat je niet met je vette vingers aan het glas komt. Goed, dacht ik dat ik uiteindelijk alles goed schoon had, had ik er toch met mijn dikke vingers aangezeten. En dat zie je natuurlijk pas als alles dicht is gelijmd en de xenon lampen voor het eerst aangaan. Ik kon mezelf wel voor m’n kop slaan. Het frame heb ik ook in de winter laten poedercoaten. Er zaten heel veel zwarte accessoires op dat vond ik niet meer passen bij het frame. Dus alles uit elkaar gehaald, frame weggebracht en meteen ook het blok helemaal nagekeken. Ik ken nu echt ieder boutje van dit ding. Gelukkig had ik overal foto’s van gemaakt en alle onderdelen gelabeld, waardoor het opbouwen lekker makkelijk werd. De kleur is ook niet standaard en is het gevolg van een ongelukje in het eerste jaar dat ik de TL had. Ik had een technisch probleem en zou hem even snel op een aanhanger wegbrengen te controle. In de haast had ik hem niet goed vastgezet, waardoor ‘ie op een rotonde omviel en met de zijkant op de rand van de aanhangwagen bleef liggen. Ik kon pas een paar kilometer verder stoppen, waardoor de zijkant helemaal kapot was gescheurd en over een groot gedeelte geschaafd. Met een maatje heb ik dat weer helemaal strak geplamuurd en vervolgens heb ik hem in de kleur laten spuiten. Het is parelmoer rood en lijkt een beetje op oranje in de zon en donkerrood/paars als de zon weer weg is. Niet te opvallend, het moet geen kermisattractie worden. Alles bij elkaar is het nu wel een keer klaar. Je blijft toch heel veel geld uitgeven aan een fiets die nooit meer waard gaat worden. Weg doen is zonde, dus als er een nieuwe komt, komt ‘ie er naast te staan. Dat wordt in ieder geval geen 13-in-een-dozijn-ding, dat je onderweg steeds iets hebt van: ‘hé, daar heb je er een en hé, daar nog een’.