Mijn Trots – Giorgio di Maio en zijn Kawasaki GPZ900R

« Terug naar Mijn Trots

Hij is 26, Giorgio di Maio, en al zijn hele leven “gek van snelheid”. Typisch zo’n jongen dus die kickt op een R1, Fireblade, ZX-10R of andere ultieme superbike! Nou, niet helemaal, de bijzonder praatgrage productiemedewerker is meer van het semi-klassieke spul. En in combinatie met een paar rechterhanden levert dat mooie machines op, voor weinig ook nog!

“Als kind al was ik gek van snelheid, alles wat hard klonk en hard kon, dat vond ik mooi, motoren dus ook. Daarnaast was ik ook gek op techniek, mijn vader is vroeger automonteur geweest en had me al eens wat dingetjes laten zien, hoe je kleppen moest stellen bijvoorbeeld, dat soort zaken. Toen ik een jaar of vier had besloten om het rijbewijs te halen, wilde ik daarom ook meteen zelf een motor bouwen, beide passies combineren zeg maar. Voor een paar honderd euro kocht ik een Kawasaki LTD454 van een oom. Een beetje een sloom ding om te zien, maar prima om mee te beginnen. Die heb ik samen met een collega van me, Rik, omgebouwd tot een soort van bobber en dat was best een geslaagd project moet ik zeggen. Achteraf zei mijn oom, ‘als ik had geweten dat je er zoiets van kon maken, had ik ‘m nooit weggedaan’. Toch een mooi compliment. Zeker omdat de bouw slechts drie weken duurde. Op het moment dat ik mijn rijbewijs haalde was ‘ie zelfs al af. En die eerste keer alleen rijden, dat was ook echt een episch moment. Mijn ouders had toen nog zo’n automatische garagedeur, die ging open en daar stond ‘ie klaar, dat had ik voor ik moest afrijden al gedaan natuurlijk. Ja, dat zijn van die momenten, die vergeet je nooit!
Maar goed, ik ben niet iemand die aan één motor genoeg heeft, je kunt nóóit genoeg motoren hebben hè. Bovendien was ik ook wel toe aan een nieuw project, maar wilde wel bij Kawasaki blijven. Rik, die zelf een oldskool superbike rijdt, kwam toen met het idee van de motor uit Top Gun, een GPZ900R, en ik was eigenlijk meteen enthousiast. Een oude motor, maar wel een ruig ding met een mooie vorm. Die kuip bijvoorbeeld, is echt prachtig. Helemaal nadat ik zag wat ze daar in Japan van maken, dacht ik: ‘Ja, die ga ik halen, die ga ik sowieso halen!’ En dan, uiteraard weer samen met Rik, ook precies zo maken als die Jappen doen, met een superbike stuur, andere wielen, achter verhogen en voor verlagen, de hele reutemeteut zeg maar. In 2014 heb ik deze gekocht, voor twaalfhonderd euro, echt geen geld. Origineel is de motor al best mooi, alleen is alles zo ieletjes, weet je. Zo’n smal achterbandje, het is net een brommer, dat voorvorkje, het moest allemaal veel dikker. Eerst ben ik op zoek gegaan naar een andere achterband en toen had ik eigenlijk gewoon een mazzeltje. Ik liep namelijk tegen een andere GPZ aan, eentje die op het circuit werd gebruikt. De motor liep niet zo lekker meer, dus ik kon hem voor een heel mooi prijsje kopen, maar het mooiste van alles was dat alles wat ik wilde, er al op zat. Swingarm, een dikke 180 achterband, upside-down voorvork met velgen en remmerij, alles van een Kawasaki ZXR750R. Verder heb ik er de uitlaat nog van gepakt, net als de Dynojet-kit, racekoppeling en nog iets heel gaafs, iets waar ik écht naar op zoek was. Hij had namelijk zo’n roostertje voor de koplamp, zo’n jaloezie. Dat is zo uniek, toen ik die donormotor zag was dat alleen al reden om hem te kopen. Eigenlijk ben ik dus vooral bezig geweest met overzetten, al moesten er natuurlijk wel bepaalde zaken pas worden gemaakt. De donormachine was een 89’er en ik heb zelf een model uit 1992, dat verschilt toch iets. Verder heb ik onder meer de carburateurs moeten afstellen, de keerringen van de voorvork vervangen en nog wat dingen. Er zat dus zeker nog wel wat werk in. Ik schat dat ‘ie nu zo’n acht maanden klaar is en ik rij er elke dag mee. Alhoewel klaar, eigenlijk is ‘ie nooit klaar. Ik zou de velgen en brug nog wel willen laten poedercoaten, wave-discs monteren, eigenlijk er is altijd wel iets dat mooier kan. Maar dat is ook deel van de passie hè. De een doet sudoku’s en wij klooien met motoren!”