Mijn Trots – Eric Wanders

« Terug naar Mijn Trots
Na een heftig motorongeluk wilde Eric Wanders nooit meer motorrijden, maar de passie voor motoren was groter dan gedacht en vorig jaar pakte hij de draad weer op. Zijn Indian Scout staat symbool voor die passie en gaat ook niet meer weg. “Ik kan er uren naar kijken.”

“Ik heb mijn motorrijbewijs pas op latere leeftijd gehaald, toen ik begin dertig was. Mijn eerste motor was een Suzuki Savage, zo’n eencilinder. Daarna kwam er een Honda CBX, voordat ik een Super Magna kocht. Dat was echter van korte duur, want na vijf weken kreeg ik een behoorlijk ongeluk. Anderhalf jaar en dertien operaties later besloot ik dan ook om het motorrijden op een laag pitje te zetten. Jaren heb ik er niets mee gedaan, maar ergens bleef het altijd een beetje kriebelen. Toen zeven jaar geleden mijn vrouw kwam te overlijden en ik een tijdje alleen was, heb ik toch alles eens op een rijtje gezet. Na lang nadenken besloot ik vorig jaar om toch maar een keer te gaan testrijden, om te kijken of ik het nog leuk vond. Ik dacht: ‘als het niets is, zet ik een vinkje en ga ik nooit meer motorrijden.’”

“Maar het beviel goed en ik besloot om toch weer een motor te kopen. Een maatje van mij had een Scout Bobber, dat vond ik toch wel een mooie machine met die lijnen en zo. Al vrij snel wist ik dat het een Indian moest worden. Ik kwam terecht bij Lowlands in Zwolle, een Indian-dealer. Daar zag ik een mooie staan, zo’n special uitvoering, maar toen ik daar aankwam was ‘ie verkocht. Deze stond er ook, dat had ik al gezien, uit 2017 met 1.700 kilometer op de teller. Na de testrit dacht ik: ‘ik ga niet verder nadenken, ik koop ‘m gewoon!”

“De vorige eigenaar had er al het een en ander aan gedaan. Het kuipje aan de voorkant is in kleur gespoten, net als de sierlijst om de radiateur. De Indian-voetsteunen zijn er ook door de vorige eigenaar opgezet. Zelf heb ik de ledverlichting aangepast, en de tassen. Dat was wel een investering, want ik vond de originele tassen te groot voor de Scout, die nogal klein is. Toen ik op zoek ging naar wat anders kwam ik bij een pensionaris in Breda uit, die als hobby motortassen maakt. Daar heb ik de tassen laten maken, maar toen kwam het volgende probleem: de beugels. Indian heeft namelijk van die speciale beugels voor hun eigen tassen, maar die had ik niet en deze paste er niet op. Gelukkig zat mijn zwager vroeger in de metaal, dus die heeft speciaal voor deze tassen de bevestigingsbeugels gemaakt. Het zadel wilde ik ook anders hebben, dat heb ik bij iemand in Barneveld opnieuw laten overtrekken met leer. Ik ben nu alleen nog op zoek naar een andere uitlaat, ik wil een iets voller geluid.
Inmiddels staat er nu ongeveer 7.500 kilometer op de klok. Ik rij weleens wat toertjes met mijn motormaatje en zijn vriendin, of soms ’s avonds met het mooie zomerweer. Dan pak je ‘m toch sneller, ook al is het maar een half uurtje. We rijden ook vaak naar Indian-dealers, en ik ben dit jaar naar het Indian Rider Fest in Tsjechië geweest.”

“Deze motor is voor mij het symbool van vrijheid en het leven. En dat de passie voor het motorrijden, terugkijken op het verleden, toch overwint en dat ik dus opnieuw ben opgestapt. In de winter staat ze ook in de woonkamer, dan zit ik op de bank en kan ik er uren naar kijken. ‘Ze’ gaat dan ook niet meer weg. Ik heb al wel mooie andere gezien hoor, maar als er dan een komt, dan is ‘ie wel voor erbij. Om lekker mee te toeren. Misschien gaat ‘ie dan wel naar mijn zoon, die wilde ook zijn rijbewijs halen. Dan blijft ze in ieder geval in de familie. Maar tot die tijd blijft ze bij me…”