Mijn Trots – Caroline Kroodsma

« Terug naar Mijn Trots
Na een aarzelend begin sloot Caroline Kroodsma BMW in het hart. Geen wonder dat haar trots een R1100S is. Al verandert dat zo maar weer. Een week na de fotografiesessie maakt een R1200RS zijn opwachting in Huize Kroodsma. Al ruimt geen andere BMW het veld: “Daarover is geen enkele discussie mogelijk.”

“Mijn eerste BMW R100RS kocht ik zonder proefrit te hebben gemaakt. Na een paar kilometer wist ik zeker dat een boxer helemaal niets voor me was. Het trilde en schudde en voelde helemaal niet goed aan. Het eerste kantelmoment is ook doodeng. Weer een paar kilometer verder was ik om en wilde ik niets anders. Het geluid en de trillingen ga je vanzelf leuk vinden. Je voelt dat er iets onder je gebeurt. Het eerste kantelmoment is ook doodeng voor het leuk wordt. Het maakt andere motoren doodsaai, dat zoeft alleen maar. Bovendien is BMW degelijk en heeft het merk een prachtige historie. Met de service, onderdelensituatie en het imago van het merk zit het wel goed. Daarom heb ik nu drie BMW’s. Naast deze R1100S heb ik nog een R100RS en een tweede R1100S. Die is niet mooi, deze wel. Dat kleurenschema is toch fantastisch!
Toen ik op mijn achttiende met motorrijlessen begon, had ik al drie jaar achterop gezeten bij mijn man Pieter. Elke zaterdag en zondag reden we wel een toertocht, maar ik wilde zo langzamerhand ook zelf voorop. In dertien lessen slaagde ik. Als ik was gezakt had ik overigens direct een proefrijbewijs aangevraagd. Mijn ouders vonden het niet geweldig allemaal. Een erfenisje liet zo lang op zich wachten dat ik hem wel kon besteden aan een kinderwagen, maar niet aan een motorfiets. De eerste tijd heb ik lichte motoren gereden om het te leren. Toen vroeg mijn man om iets zwaarders te gaan rijden. Ik stemde toe, maar als het niets zou zijn, zou ik direct stoppen met dat zware spul. Ik heb nooit meer op iets lichts gezeten.
De R1100S is een stoere motorfiets die al een flink aantal jaren op de markt is, maar hij is niet uit de tijd. Zo’n RS is ondertussen echt verouderd. Mijn man heeft nog een R1100S Boxercup-replica staan en mijn zoon sleutelt nu aan zijn eigen S. Hij heeft er helemaal geen moeite mee dat hij straks op dezelfde motorfiets rijdt als zijn moeder. Als hij sleutelt, help ik mee. Vroeger hebben we getwijfeld over een eigen motorzaak en dat hadden we achteraf moeten doen. Dan had ik graag monteur willen zijn. Van deze S heb ik alle vloeistoffen vervangen, het ABS gereviseerd, de uitlaat gedemonteerd en gepolijst en toen mijn zoon het blok uit elkaar trok, stond ik daar met mijn neus bovenop. We willen alleen nog de lelijke katalysator demonteren voor een iets zwaarder geluid. Een klusje van niets, vroeger hebben we een hele zijspancombinatie in de woonkamer opgebouwd. We hadden toch plavuizen en hij paste net door de openslaande deuren.
Vroeger twijfelde ik over een studie elektrotechniek, maar die werd me afgeraden omdat ik in een mannenwereld terecht zou komen. Toen ben ik maar gaan studeren voor opticien, kan ik toch nog een beetje sleutelen. Toch smul ik nog altijd van de schoollokalen vol technische apparatuur op mijn zoons school. Al heeft zelfs mijn gesleutel grenzen. Toen mijn man en ik in het kader van een vreemd uitstapje beide op een Harley-Davidson reden, stonden we net iets te vaak aan de kant. Op zo’n moment wil ik rijden en niet sleutelen.
Deze R1100S is mijn trots, maar er kan zo maar een volgende komen. Al blijft dat wel een BMW en een boxer. De S is namelijk mooi, maar door het lage stuur wel wat vermoeiend. Een GS zit voor mij dan juist weer iets te rechtop. De nieuwe 1250RS is wel mooi, kan beter lange afstanden aan, zit vol lekkere foefjes en dingetjes, maar is te duur. De 1200RS is minder mooi, maar betaalbaarder. Mijn eerste RS verkocht ik tegen mijn zin toen we naar Curaçao verhuisden. Het was een 75-jaar-editie en die werden geleverd met inclusief exclusief doosje met een speldje en meer moois. Die doos heb ik nog geprobeerd achter te houden, maar dat mocht niet van mijn man. Maar goed, als er een nieuwe motor bij komt doe ik niets weg. Je krijgt er toch geen stuiver meer voor. Afstand doen van motoren is wat lastig, ze zijn allemaal leuk.”