Mijn Trots – Brian Swainsbury

« Terug naar Mijn Trots

Shoppen met een behoorlijk gelimiteerd budget was de 38-jarige accountmanager Brian Swainsbury niet gewend, maar de liefde voor het rijden overwon het van het “verwende mannetje” dat hij ooit was. Zijn zoektocht voerde hem naar een bijna 23 jaar oude Honda VF1000F Interceptor. En daarmee ontdekte de Rotterdammer dat de charme van het motorrijden niet enkel schuilt in de geest van hypermoderne techniek. “Mijn laatste motor was een Ninja uit 2006, daarvoor had ik een Z750, beide nieuw gekocht. Wegens omstandigheden heb ik het echter een paar jaartjes zonder motor moeten stellen, maar afgelopen jaar moest er gewoon weer wat komen. Liever rijden met wat ouds, dan helemaal niet, vond ik. Toen heb ik voor mezelf een budget gesteld van min of meer 1500 euro, meer wilde ik er dit keer niet aan uitgeven. Eerst een beetje websites als Marktplaats afgestruind, maar op een gegeven moment mailde een vriend me deze toe met de mededeling, hier moet je echt effe naar kijken. Best een grappig ding vond ik, zag er nog goed uit en redelijk weinig gelopen. Was ook niet zover bij m’n huis vandaan dus kijken kon in ieder geval geen kwaad. Toen ben ik er samen met twee vrienden die er echt veel verstand van hebben heen gegaan. Nou, die man, een heel aardige gast trouwens, haalt hem onder het doek vandaan en ik was meteen verkocht. Dit moet ik gewoon doen, was mijn eerste gedachte. En die vrienden waren ook enthousiast. ‘Joh’, zeiden ze, ‘hier kun je gewoon een paar jaartjes op rijden en dan verkoop je hem zo weer voor hetzelfde geld’. Nog wel eerst even een stukje rijden, en hij liep echt stukken beter dan verwacht. Ik ben best wat gewend en dit viel helemaal niet tegen. En als je dan hoort waarom hij weg moest. Die man wilde wat sportievers, een CBR1000F. Ik zei meteen, ‘moet je doen joh’. De Interceptor stond voor 1500 euro te koop, maar ik had met die vent afgesproken dat ik voor 1100 euro kwam kijken. En nu bleek dat hij al een CBR1000F wist te staan die hij graag wilde hebben, maar dat hij eerst nog wel even van deze af moest. Da’s natuurlijk een mooie onderhandelingspositie. Toen probeerde ik er nog wat extra af te krijgen, maar daar trapte ‘ie niet in. Uiteindelijk heb ik hem toch maar mooi voor 1100 euro meegenomen.Een superkoop achteraf. Hij heeft net 60.000 gelopen en is helemaal origineel. Ik heb er enkel nieuwe remblokken op gezet, ander luchtfilter, de olie ververst, de standaard dingen eigenlijk. Feitelijk ben ik voor 1200 euro weer helemaal het binkie. Hij kent ook wel zijn gebreken hoor, na wat research bijvoorbeeld kwam ik erachter dat de nokkenassen van soepstengels zijn gemaakt. Aan de andere kant, het is een Honda, dus echt dood zal ‘ie toch niet gaan. En ook tijdens het rijden merk je wel dat hij wat ouder is. Hij remt niet zo strak als de Ninja deed, stuurt wat minder, maar hij weegt ook tig kilo meer natuurlijk. Veel maakt het me ook niet uit, want ik ben toch niet van plan om er kneedown mee de bocht door te gaan, ik denk niet dat ‘ie daar blij van wordt. Maar even omschakelen was het wel ja. Kijk, ik was altijd een verwend mannetje, ik kon me nieuw veroorloven, dus dat deed ik ook. Maar nu, ik ben toch wel zo gehecht geraakt aan deze oude dame, daar zie ik mezelf niet meer zo snel afstand van doen. Ooit wil ik wel weer wat nieuwers, maar deze blijft als het kan altijd in de garage staan. Hij oogt misschien wel iets gedateerd, maar daarentegen zie je ook dat het een bijzonder ding is. En dat voor dit geld hè! Natuurlijk zou ik ook wel met een dikkere portemonnee willen shoppen, ik heb wel wat met Kawa dus de nieuwe ZX-10R zie ik wel zitten. Of een Triumph Thruxton, zo’n oude caféracer, dat móet gewoon leuk rijden. Het zal niet super hard gaan, maar daar gaat het me ook niet om. De sensatie van het rijden, dat telt. Achteraf gezien verbaast het me hoeveel plezier je kunt hebben met een motor voor zo’n gelimiteerd budget. Dat is me meer waard dan iets kopen voor een paar duizend euro waarvan je toch al weet dat het goed is. Misschien heb ik ook wel geluk gehad, maar één ding weet ik zeker, als ik ‘m weer zag staan, zou ik hem ook direct weer kopen.”