Joop Walvoort en zijn Honda CBX1000

« Terug naar Mijn Trots

Als je zoiets hebt van ‘waar ken ik die man van?’, dan kan dat kloppen. Joop Walvoort stond al eens eerder in deze rubriek, in MotoPlus 18/2014 om precies te zijn, en ook toen met een verbouwde Honda CBX1000. Die zespitter heeft de Achterhoeker, die flink is behept met het CBX-virus, nog steeds en daar is onlangs dit flink verbouwde exemplaar bijgekomen. En ook deze CBX zal de stal niet meer verlaten voor een andere eigenaar. “Ben je gek, wat je zelf hebt gemaakt, doe je toch niet meer weg!”

“Tja, het is min of meer een beetje een uit de hand gelopen hobby geworden. Nadat de vorige in 2014 klaar was, heb ik een klein jaar even niets gedaan. Tot ik tegen een CBX-blok aanliep. Het kwam uit Zweden en was opgeboord tot ongeveer 1.150 cc. Dat wilde ik in eerste instantie onder die vorige CBX van me hangen, omdat het net even wat dikker was. Maar feitelijk was dat idee te gek voor woorden, want dat blok is nog steeds perfect in orde.
Ik ben dus maar gaan kijken of we ook om dat nieuwe blok, dat ook volledig gereviseerd was, iets moois konden gaan bouwen. Een nieuw project dus, en zo is het balletje weer gaan rollen. Ik heb er een frame bij op de kop weten te tikken, maar met een frame en een motorblok heb je natuurlijk nog geen motorfiets. Je moet eerst bedenken wat je wilt gaan maken. Het idee ontstond uiteindelijk tijdens een toertochtje, toen ik een BMW HP4 zag staan. Zo’n ding heeft een waanzinnig mooie swingarm, iets wat volgens mij heel mooi bij de Honda-zescilinder zou passen. Uiteindelijk heb ik zo’n ding op Marktplaats kunnen vinden en dan ga je kijken of je het pas kunt krijgen op het frame. Dat moesten we 5 centimeter uit elkaar persen en vervolgens weer stabiel maken, aangezien er ook een Pro Link-systeem voor de achterschokdemper op moest. En voor je het weet, ben je zo weer een jaar verder.
Gaandeweg blijf je natuurlijk wel bezig met zoeken naar onderdelen voor de rest van de motor. Zo vond ik het kontje van een standaard S1000RR erg mooi, dat kwam er dus ook, en de voorvork en de wielen zijn ook van een BMW. Het stuur is van LSL en op een beurs raakte ik weer gecharmeerd van het kleine kuipje van een Suzuki GSX-S1000. Dat heb ik uiteindelijk nieuw gekocht bij een Suzuki-dealer, universele teller er bij en de kroonplaat heb ik dan weer zelf gemaakt. Die die laatste heb ik zelf uit een blok aluminium gehaald en daar ben ik wel een weekje druk mee geweest. Ik ben zelf wel handig met metaal, heb er ook alles voor in huis, en een vriend van me is weer heel goed met carbon. Zo kun je heel veel onderdelen zelf maken, daar zijn echt avonden werk in gaan zitten. De aluminium zijkappen hebben we zelf gemaakt, alle dopjes en kapjes die er op zitten ook, de voetsteunen en de stuuruiteinden. Maar ik ben dan ook weer zo perfectionistisch om iets zelfgemaakts te vervangen als ik bij een motorzaak iets mooiers tegenkom. Dat is bijvoorbeeld met die stuuruiteinden gebeurd. En zo blijf je aan de gang.
Het spuitwerk en het uitlaatsysteem zijn ook eigen ontwerp. De bochten zijn gemaakt door Mile Pajic en de slash-cut dempers heb ik zelf gemaakt. Dat vind ik mooi zo, een beetje MV-achtig. Ik heb ook nog geprobeerd om er een klep in te maken, die een kwartslag kon draaien om het geluid verder te kunnen dempen. Maar daar heb ik toch maar afgezien. Ook met klep maakte ‘ie nog veel lawaai. Toen ik dit blok voor het eerst hoorde lopen, voor ik het kocht, was ik trouwens meteen helemaal verkocht. Zo mooi! Het CBX-virus noemen ze dat!
Nu is ´ie voor mij echt klaar. Vanochtend zat ik er op een krukje nog eens naar te kijken. Zou ik nog wat kunnen veranderen? Maar je moet er ook geen kermis van maken. Nee, zo is het mooi, niets meer aan doen.”