Nieuws

Interview Ruben Tureluren

Al dertien jaar lang is de 39-jarige Ruben Tureluren ‘The man behind the Bullet’; hij is monteur, trainer, coach en vooral vertrouwenspersoon van Jeffrey Herlings. Hij was erbij toen Jeffrey in 2009 zijn allereerste meters op een MX2-KTM reed en hij was er ook bij toen Jeffrey in november 2021 zijn vijfde motocross-wereldtitel en tweede MXGP-titel veroverde na een bizar en spannend seizoen. In de workshop van het KTM Red Bull Factory Team in Lommel spraken we met deze openhartige Belg.

En wéér gaat het mis aan het begin van het seizoen! Notabene tijdens een fotografiesessie voor het Red Bull KTM Factory Racing team komt Herlings begin februari ten val en breekt daarbij zijn hielbeen, waardoor hij voor de zoveelste keer niet honderd procent fit aan het nieuwe MXGP-seizoen begint. Wennen zal het ooit, maar Herlings heeft al vaker bewezen over enorme veerkracht te beschikken. Afgelopen jaar nog, toen de Brabander na een bizar seizoen vol tegenslagen in de allerlaatste manche alsnog beslag legde op zijn tweede MXGP-titel.

En terwijl het feest in Mantova losbarstte, zat Ruben Tureluren stil in een hoekje van de tent en liepen de tranen over zijn wangen. Hij leek emotioneel meer geraakt door het veroverde wereldkampioenschap dan Herlings zelf. “Dat was inderdaad een ontlading, een ballon die ineens lek werd geprikt, nadat deze drie jaar achtereen heel langzaam was opgepompt en op knappen stond. Niemand zei het openlijk, maar er stond een enorme druk op deze titel: Jeff moest gewoon kampioen worden na die twee verloren seizoenen in 2019 en 2020, toen hij ook de snelste was, maar blessures hem buitenspel zetten. Ook binnen het team voelde ik de druk toenemen, zeker nadat Jeff als enige KTM-titelkandidaat overbleef. En als je dan die pech in Oss krijgt, waarvan Jeff meteen in de gaten had dat het niet goed zat met de schouder waar Monticelli op landde, dan voelt het alsof het seizoen voor het derde jaar op rij in elkaar stort. We kwamen echter terug en overwonnen alle tegenslagen dit jaar. Ongelooflijk. En dan komt alle spanning er ineens uit. Het was alles bij elkaar. Ik ben als coach en begeleider eigenlijk ook 24-7 betrokken bij Jeffrey Herlings en heb me daarvoor ook privé heel veel ontzegd. Mijn huwelijk liep spaak, al gaat het nu gelukkig weer goed tussen ons. Ik zie mijn dochtertje, die in Boekel woont, weer heel vaak. Ik blijf daar nu zelfs wel weer eens over, als ik vroeg bij Jeff moet zijn. En toen Jeff gebrouilleerd raakte met Stefan Everts in het KTM-MX2-team zat ik daar heel raar tussen, omdat Stefan mijn zwager is. Mijn zus Kelly is zijn vrouw. Toen ik voor Jeffrey koos, en niet voor Stefan, stonden onze familiebanden onder druk, terwijl Liam nota bene mijn petekind is. Gelukkig is dat de laatste tijd ook weer genormaliseerd en gaan we weer heel goed met elkaar om. Maar al die dingen samen, dat kwam er daar in Mantova gewoon even uit…”

Als we Ruben in december spreken, is de – relatieve – rust weergekeerd en is alles alweer gefocust op volgend seizoen. “Er zitten maar drie maanden tussen de laatste 2021-GP en de eerste van 2022, waarbij we ook nog een compleet nieuwe motor van KTM hebben. Jeffrey is dus gewoon doorgegaan met rijden. We zijn direct na Mantova met de nieuwe machine aan de gang gegaan. Ik ben ooit bij Jeff begonnen als zijn monteur, maar het klikte tussen ons en inmiddels ben ik vooral zijn coach en trainer. Ook de fysieke trainingen doen we samen, zo’n drie, vier keer per week. Jeffrey heeft een eigen gym thuis, maar af en toe zitten we ook in het Red Bull-trainingscentrum in Oostenrijk en verder is het heel veel fietsen. Wij kennen geen perfect afgebakend trainingsschema, maar werken op ons beider gevoel. We kennen elkaar nu door en door en Jeff heeft blind vertrouwen in mij, en ik in hem.

Hij is echt extreem fit, één van die zeldzame superatleten die tot het gaatje kunnen gaan en verder. Ik vergelijk hem fysiek vaak met een Matthieu van der Poel of een Wout van Aert. Ook dat zijn van die trainingsbeesten die op de fiets iedereen de vernieling in trappen en ook ongelooflijk snel recupereren. Ik loop al heel wat jaren mee, maar dit met Jeff heb ik nog nooit bij iemand gezien: de trainingsarbeid die hij verricht, is bizar. Hij legt zichzelf dat ook op, hij heeft dat fysieke afbeulen nodig om mentaal top te zijn. Bovendien heeft hij op de motor zoveel talent en aanleg dat hij op tachtig procent wel de hele dag kan doorrijden, zonder enige moeite. Hij sloopt ze allemaal wat dat betreft, want hij heeft in die laatste tien minuten altijd nog wat over. Dan is hij in staat om ook nog even door een muur heen te rijden als het nodig is, waar anderen dan juist vaak blokkeren en stilvallen. Als iedereen op zijn max zit, heeft Jeffrey nog iets over, zowel fysiek als in snelheid. Die eigenschap heeft hem dit jaar aan de titel geholpen.”

Ruben Tureluren was twintig jaar geleden zelf geen onverdienstelijk crosser. “Mijn oom Ivo Tureluren croste bij de IMBA en heeft mij altijd gestimuleerd en ook op een 85 gezet. Ik reed onder meer samen met Marvin Vandaele in het team van Massant. Ik zat in een sterke lichting, met snelle mannen als Kevin Strijbos en Ken de Dijcker, die vaak net iets voor mij zaten. Het was voor mij dus wel een beetje proberen te overleven. Toen ik in het EK 125 reed, kreeg mijn zus Kelly wat met Stefan Everts en via hem kreeg ik de beschikking over een motorkit en goede banden. Thuis vonden ze het echter belangrijk om eerst de school af te maken. Eerlijk gezegd kon ik ook best crossen, maar ik was geen Herlings. Nu terugkijkend had ik ook geen zelfvertrouwen. Ik was altijd een trainings-champ, maar in de wedstrijden kwam het er niet uit. Misschien was ik ook wel te bescheiden voor een doorbraak naar de echte top.

Uiteindelijk hebben we thuis besloten om er nog één jaar echt vol voor te gaan, in een goed team, zodat je een goede motor zou hebben en een vaste GP-startplaats. Via mijn toenmalige sponsor Maris kwam ik in het Millenium Team met onder meer Shane King. Een groot succes werd het dat jaar niet, maar toch kreeg ik aan het eind van het seizoen een uitnodiging om te starten in de supercross in Gelsenkrichenen later in Brno. Tot die tijd had ik in al die jaren nog maar weinig blessures gehad – één keer een duim gebroken en één keer een bekkenbreuk – maar daar in Brno ging het in de zaterdagtraining helemaal mis en brak ik mijn rug. Dat zag er aanvankelijk helemaal niet goed uit en ik heb heel lang gerevalideerd. Achteraf is het redelijk goed gekomen, maar ik heb heel erg veel geluk gehad. Het is geen honderd procent meer, maar ik kan er nu goed mee leven.”

Zijn eigen crosscarrière leek voorbij, maar het contact met een aantal rijders bleef. Met Ben Townley onderhield Tureluren zelfs heel goed contact. Hij volgde de Nieuw-Zeelandse coureur na het 2005 MX1-seizoen zelfs naar Amerika als zijn monteur. “Ik kon toen net een filter wisselen, maar ik ben toch meegegaan. Negentig procent van wat ik nu kan op technisch gebied, heb ik daar geleerd. Eind 2007 belde Stefan, inmiddels m’n zwager, me vanuit België, hij zette voor KTM een nieuw MX2-team op en of ik voor hem wilde werken. Ik wilde Ben eigenlijk niet in de steek laten, want we hadden zo’n goede band. Toen Ben in Buds Creek echter viel en door een zware schouderblessure waarschijnlijk lang uitgeschakeld zou zijn, besloot ik om na tweeënhalf jaar toch terug te gaan naar België.”

Tureluren begon als monteur en coach van Tyla Rattray in het team. Niet zonder verdienste, Rattray werd in 2008 wereldkampioen en vertok vervolgens naar Amerika. En zo zat Tureluren begin 2009 opeens zonder rijder in het team van Everts. Dat zou niet zo lang duren, want hem werd gevraagd om een nieuw jong talentje te begeleiden, ene Jeffrey Herlings. Een goede jeugdrijder, waar KTM wat in zag, maar waarvan Tureluren zelf nog nooit had gehoord. “Inderdaad, ik kreeg de vraag of ik met ene Jeffrey Herlings aan de gang wilde. Ik kende hem absoluut niet.

Hij kwam van het team van Jacky Martens en was al Nederlands, Europees én wereldkampioen op de 85 geweest, maar ik volgde die hele jeugdcross niet. Toch had ik al snel in de gaten dat dit niet zomaar een dertienjarig jeugdrijdertje was. Man, wat was dat knaapje fanatiek. Hij reed met hart en ziel. Ik herinner me de allereerste keer dat we samen op pad gingen nog goed: trainen op het Honda-park. Dat hele circuit stond onder water, maar dat deerde Jeffrey niet. Hij stapte op en reed een tank leeg. Ik kon de vissen achteraf bijna uit de filterbak halen, maar dat maakte hem niet uit, hij wilde alleen maar rijden. Toen we ’s avonds terugreden, vroeg hij me: ‘Ruben, mag ik morgen misschien ook meerijden in Lierop, met de MiniGP daar?’ Daar had ik helemaal geen zin in, want ik had die avond een feestje en zag het eigenlijk niet zitten om de hele avond aan de motor te werken. Maar op de één of andere manier mocht ik dat mannetje toch wel, want hij was zo gepassioneerd voor de cross dat we al heel snel een klik kregen.

Dus ik stond tóch de hele avond aan zijn motor te werken en Jeff reed de volgde dag de sterren van de hemel. Voor zo’n fanatieke rijder wil je ook als monteur wel een stap extra zetten. Hij acteerde toen op crossniveau ook al alsof hij wel vier jaar ouder was. Je zag hem op het circuit soms lijnen rijden die alleen echte toppers ook reden. En als je hem daar dan achteraf naar vroeg, begreep hij niet wat je bedoelde, want hij deed dingen automatisch waar 95 procent van de rijders over na moet denken. En als ze er al over nadenken, kunnen ze het nog steeds niet uitvoeren. Jeffrey had toen al zoveel inzicht, dat was écht bijzonder. In 2009 maakte hij de overstap naar de MX2 en kregen we dispensatie, zodat hij als veertienjarige toch in het ONK MX2 mocht starten, waar hij meteen derde werd. In het EK werd hij als piepjong ventje tweede, achter Christophe Charlier.”

Inmiddels zijn we dertien jaar verder en staat Ruben Tureluren nog steeds naast Herlings. Aanvankelijk als trainingsmonteur, aangezien de GP-motoren door Wayne Banks op de KTM-fabriek in Mattighofen worden onderhouden. Sinds enige tijd is het team rond Herlings echter uitgebreid met een extra trainingsmonteur, David Needham, zodat Ruben Tureluren zich nadrukkelijker op de coaching, begeleiding en fysieke training kan richten. Die dertien jaren aan de zijde van The Bullet waren zeer intensief en altijd spannend.

“Ik heb inderdaad al zoveel meegemaakt met Jeffrey. Van de grootste successen tot de diepste dalen, wij hebben de keerzijde helaas ook vaak meegemaakt. Ik heb wel honderd verhalen met hem, ook achter de schermen. We weten echter precies wat we aan elkaar hebben, vandaar dat het ook zo goed gaat tussen ons. We trainen samen, reizen samen en op de wedstrijd coach ik hem. Ik hoef hem niet te leren crossen, maar ik kan hem wel tips geven door te kijken hoe hij rijdt, welke lijnen anderen rijden, enzovoorts. Ik heb het geluk om eigenlijk mijn hele carrière als monteur en begeleider met toprijders te hebben mogen werken, dus ik weet als geen ander dat ze eigenlijk allemaal een klein hartje hebben en dat ze altijd op zoek zijn naar bevestiging. Die geef ik hem, maar ik ben ook altijd heel eerlijk, want elkaar voor de gek houden heeft geen zin. Op de GP’s ben ik ook vaak de schakel tussen Jeff en de rest van het team. Iedereen wil wat van hem, iedereen wil met hem overleggen: over het blok, over de gearing, over de mapping, over de vering. Iedereen zit dan aan hem te trekken en Jeff zelf is niet zo goed in die communicatie, dus dat proberen we dan via mij te laten lopen. Ik kanaliseer al zijn info en geef dat door aan de technici. Dat geeft Jeff veel rust, zodat die zich vooral met het rijden bezig kan houden. Dat ontzorgen, dat is tijdens een GP het grootste deel van mijn taak. Jeff moet gewoon gas kunnen geven zonder nadenken, ik regel de rest. Dat is ook de reden dat wij samen eigenlijk als een klein team binnen het KTM-team fungeren. ‘Hoe minder mensen, hoe minder problemen’, is onze stelregel. We zijn dus heel veel op onszelf. Jeff is daarin een tegenpool van bijvoorbeeld Tony Cairoli. Die houdt juist van mensen om zich heen. Dat vindt Tony prachtig, daar geniet hij van, terwijl Jeff veel meer in zichzelf is gekeerd. Die is terughoudend en bijna eenkennig. Jeff wil ook absoluut niet het hele weekend rondhangen op de baan. Het liefst komt hij een half uur voor de eerste training aan en gaat hij meteen na de finish weer weg. Hij crost om te crossen, niet om in de belangstelling te staan. Als we met ons tweeën in het busje gaan trainen, bloeit Jeffrey ook helemaal op, helemaal als we dan ergens in Frankrijk naar een klein baantje gaan waar niemand hem lastig valt en hij de hele dag ongestoord kan rijden en zichzelf kan zijn. Daar geniet hij echt van. ‘Dit is het allermooiste van de hele cross’, zegt hij dan vaak.”

Over het afgelopen seizoen is al heel veel gezegd en geschreven, maar wat waren volgens Ruben Tureluren de doorslaggevende momenten? “Dat waren er in mijn ogen twee. Na een redelijk behouden begin in Rusland en Engeland, kwam hij in Maggiora, waar hij best goed reed, door een steen tussen zijn achterrem toch niet verder dan de zesde plaats. Dat was in mijn ogen het kantelmoment van het seizoen. Toen besefte hij dat hij gewoon weer aan de bak moest, anders was Gajser vertrokken! Na die steen ging het gas er dus eindelijk weer op en zagen we eindelijk de echte Jeffrey terug. In de tweede manche daar won hij meteen zijn eerste heat van 2021. En hij won de GP zelfs, in punten gelijk met Glenn Coldenhoff en Tony Cairoli. Die steen was de trigger die hij nodig had en die alles op scherp zette.

Natuurlijk, dat het dan in Oss zo mis gaat, dat had niemand kunnen bedenken. Jeffs korte sprong kwam daar omdat het startsysteem bleef hangen. Bij de start op die roosters hebben we zo enorm veel grip dat je de voorvork heel diep in de veren moet trekken, tot wel zeventien centimeter, anders sla je achterover. Daardoor zit er nu zoveel kracht op dat startsysteem dat het nog maar moeilijk los schiet. Maar afijn, dat we in Lommel weer aan de start stonden, verwachtte niemand. En dat we met zoveel punten naar huis gingen al helemaal niet. Vanaf dat moment werd Jeffrey alleen maar sterker. Eigenlijk was alleen die tweede GP in Pietramurata een misser, maar dat mag; je kunt ze niet allemaal winnen. Na die val bij de derde GP zag ik dat hij Cairoli nodig had om vierde te worden. Ik liep net naar De Carli’s pitbox, maar Tony had het zelf allang gezien. Die ging al van het gas zonder dat hij vanuit de pits dat signaal nodig had. Tony begreep dat het teambelang groot was, hij is echt een heel groot sportman en in mijn ogen de slimste rijder van allemaal.

Inmiddels zie ik die slimheid ook steeds meer terug bij Jeff. Die weet nu ook wel dat het er soms niet in zit. Een titel win je niet op je beste dagen, maar juist op je slechtste dagen. Afgezien van grote blessures word je normaal gesproken wereldkampioen als je tien MXGP’s wint en de rest er gewoon lekker bij zit. Ik ben er ook van overtuigd dat er de komende jaren nog meer titels gaan volgen voor Jeffrey Herlings!”

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Indian Scout

Eerste Test Indian Scout

25 april, 2024

Met honderdduizend verkochte units sinds 2015, goed voor ruim veertig procent van de totale verkopen, kun je wel ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-