Nieuws

Interview Marco Bezzecchi

In zijn tweede MotoGP-seizoen heeft Marco Bezzecchi zich ontwikkeld tot een Grand Prix-winnaar en een gevaarlijke outsider voor de wereldtitel. Op een één jaar oude Ducati GP22 won de 24-jarige rijder van het Mooney VR46 Racing Team inmiddels twee GP’s en – in Assen – een Sprint. Aan de hand van zes foto’s kijkt hij terug op zijn eerste 28 MotoGP-races. “Iedereen kan een klootzak zijn!”

1 – Herken je waar dit is?

“Dat moet wel Qatar zijn, want het is donker… Dus dit was waarschijnlijk m’n eerste MotoGP-race. Ik crashte omdat ik een probleem had met de remmen, bij het ingaan van de laatste bocht. Hoe dan ook, het was een geweldig weekend. Ik was aangenaam verrast door m’n eigen snelheid. Het was als een droom die waarheid werd. Iedere coureur droomt er van om ooit in de MotoGP te rijden en het was een ‘big emotion’. Het resultaat was niet geweldig, maar het was wel het begin van een geweldig seizoen.”

Dat jaar werd je beste Rookie, je was veertiende in de eindstand, maar je crashte ook 23 keer. Alleen Darryn Binder crashte vaker. Maakte je zorgen over die crashes?

“Nee, die horen gewoon bij het leerproces. We proberen allemaal zo hard mogelijk te rijden, we geven alles, maar als je een nieuwkomer bent en je kent de machine nog niet zo goed, dan is het makkelijk om fouten te maken en om te crashen. Ik was onder de indruk van de snelheid en de power. Ongelooflijk. Hoe de machine accelereert naar die snelheden is echt heel… apart. In het begin was ik geïmponeerd, nu raak ik er aan gewend… Nu klaag ik steeds dat de machine te langzaam is!”

2 – De Dutch TT van vorig jaar, waar je met een tweede plaats je eerste podium behaalde. Na de race vertelde je dat jij en je crewchief Matteo Flamigni vóór het seizoen een lijst hadden gemaakt met dingen die je in je eerste jaar wilde bereiken. Wat stond er op die lijst?

“We hadden twee lijstjes gemaakt. Eén met dingen die we wilden bereiken en één met dingen die we elk weekend leerden. Mijn doelen waren eerst om een punt te pakken, dan een top 10-finish, van Q1 naar Q2 (voor de snelste twaalf qualifiers, red.) gaan, direct in Q2 terechtkomen en dan natuurlijk een podium. Ik reed een goede race in Assen, maar het was een vreemd weekend. Ik had het hele weekend met de medium band gewerkt en ik was te langzaam. Maar toen ik voor de kwalificatie een softe compound pakte, reed ik de vierde tijd, niet ver achter Pecco (Bagnaia) op pole. Dat vond ik raar. Ik snapte niet waarom ik wel snel kon zijn zonder dat mijn pace goed was. Dus ik dacht dat ik misschien de verkeerde band had gebruikt. In de warm-up zeiden we toen ‘laten we de soft eens proberen’, hoewel dat een gok was op een snel circuit als Assen met zoveel doorlopende vloeiende bochten. Maar ik was snel in warm-up en Matteo probeerde me te overtuigen om ook in de race de softe band te kiezen. Hij zei ‘maak je geen zorgen, vertrouw me’. De race was waanzinnig en op een bepaald moment liep ik zelfs in op Pecco. Het was fantastisch.”

Voor de race in Assen had je het er met je vriendin over gehad waar je de trofee zou neerzetten….

“Ja, ha! Ik heb een mooi plekje gevonden. Mijn beste vriend had ook nog een mooi cadeau gemaakt, een plattegrond van Assen. Die heb ik aan de muur gehangen en daaronder staat nu de trofee. Het was echt maf als je er over nadenkt: je denkt over het behalen van een prijs en dan lukt het ook nog. Ik denk wel vaker over het winnen van een prijs, maar het lukt niet altijd…”

Matteo zei dat je vorig jaar snel was, maar te instinctief. Nu absorbeer je de informatie meer. Is dat het verschil tussen een seizoen als rookie en 2023?

“Dat is deels het verschil. Als je meer ervaring krijgt, begrijp je beter wat je van de motor kunt verwachten en hoe die in bepaalde situaties reageert. Daarmee kweek je ook vertrouwen. Als je vertrouwen hebt, durf je meer te pushen en weet je wat je doet, zonder te veel te vertrouwen op je instinct. Een coureur kent geen angst en dat betekent dat je wel instinctief een snelle ronde kunt rijden, maar soms zal het dan moeilijk zijn om die nog eens te herhalen.”

3 – Jij, Matteo en je riding coach Idalio Gavira turen naar een computerscherm. Matteo zegt dat je hem aan Valentino doet denken: jullie bestuderen allebei data heel uitvoerig.

“Ik mag graag data bekijken. In de MotoGP heeft de data-man veel werk met het goed afstemmen van de elektronica. Maar als je wilt bekijken hoe je jezelf kunt verbeteren als het gaat om je rijstijl, dan moet je die data bekijken met je crewchief. Matteo is z’n hele carrière Vale’s data-specialist geweest en hij is heel goed in het interpreteren van al die lijnen op een scherm. Het is zó gaaf om met hem samen te werken. Maar ook met Idalio. Die heeft een ongelooflijke gave om dingen op de baan te zien. Als hij langs de baan staat, begrijpt hij wat de motor doet en wat je moet doen om harder te gaan. Dus ik bestudeer graag data om te proberen te begrijpen wat iemand beter doet dan ik en wat ik kan verbeteren. Idalio zegt soms ‘ik zag dat je dit deed, misschien omdat de motor je niet toelaat om dat te doen’. Tegenwoordig heeft elk team een riding coach. Die is erg belangrijk.”

Volgens Casey Stoner doe jij dingen die andere rijders niet kunnen. Is dat het gevolg van het zo intensief bestuderen van data?

“Van het bestuderen van data kun je veel leren. Er te veel naar kijken is ook weer niet goed. Maar voor ons is het de enige manier om de motor beter te begrijpen, afgezien van het volgen van iemand anders, misschien. Maar het is zeker het gevolg van het checken van data. Ik las ook wat Casey over me zei en dat betekende veel voor me. Hij is een groot kampioen.”

En een goede vriend van Valentino….

“Nu is het beter, maar dat is normaal als je gestopt bent met racen en niet meer allebei voor hetzelfde doel vecht.”

4 – Dit is een mooie foto van jou, je vader, Matteo en Valentino, met z’n hand zo ongeveer op jouw hart. Je maakt deel uit van de VR46 Academy sinds 2016. Hoe was het toen ze je benaderden?

“Dat is een apart verhaal. Het is natuurlijk heel moeilijk om in contact te komen met zo’n enorme ster als Valentino. Iedereen wil hem kennen. Ik heb hem ontmoet door Carlo, onze fysieke trainer. De vriendin van mijn neef was bij hem onder behandeling voor haar knie. Zij zei dat ze me eens moesten komen bekijken, want volgens haar was ik een snelle rijder, die in het Italiaans kampioenschap reed… Uiteindelijk haalde ze hem over en hij kwam kijken, samen met Vale, Uccio en een paar andere jongens van de Academy. We hebben een tijdje met elkaar gesproken, ik werd uitgenodigd om eens naar de ranch te komen en vanaf dat moment hielden we contact. Dat was halverwege 2015 en rond kerst kreeg ik een contract aangeboden. Dat was… Ik was altijd een fan geweest van Vale en hij was altijd een groot idool voor me – dat is ie nog steeds…. Het leek wel een droom. Inmiddels kent ik hem een stuk beter en hij is een goede vriend geworden. Naast dat hij nog steeds heel hard kan rijden. Ik ben begonnen in 2004, het jaar dat Vale bij Yamaha kwam. Ik kreeg toen van mijn vader een Polini GP3 als verjaardagscadeau. Die minibike was al blauw, maar mijn vader had er die Go!!! Yamaha en 46-stickers opgeplakt. Zo leek ie heel erg op de motor van Vale, dat was fantastisch. Mijn vader heeft veel moeten opofferen voor me, hij heeft altijd heel hard gewerkt. En misschien hadden we het zonder de Academy ook niet gered om te komen waar ik nu ben. M’n vader is heel belangrijk voor me. Hij is erbij sinds dag 1 en nog steeds helpt hij me. Hij weet hoe hij me moet benaderen, op goede en slechte momenten. Hij prepareert ook mijn kant van de box, hij zorgt voor m’n pakken en m’n helmen. Net zoals Uccio voor Vale. Hij is mijn ‘Uccio’.”

5 – Die enorme vreugde op deze foto na je eerste overwinning in Argentinië is prachtig om te zien. Met daarbij ook (met baard) je Nederlandse monteur Robin.

“Dat was een ongelooflijk moment. Het was een enorme genoegdoening om m’n eerste MotoGP-race te winnen. Dat was iets waar ik altijd over had gedroomd. En als je dan ziet hoe blij iedereen voor me is… En niet alleen de mensen van het team, ook andere mensen. Ik heb een hele goede band met de mensen in m’n team. We ‘huggen’ veel en we brengen samen veel tijd door. Dit was een fantastisch moment. Moeilijk te beschrijven, maar ik ga het nooit vergeten. Met Robin daar ook bij, hij is niet alleen m’n monteur maar ook een hele goede vriend.

Dat ik daarna ook won in Frankrijk was voor mij misschien wel minder verrassend dan voor veel andere mensen. Begrijp me niet verkeerd, ik was verrast, maar ik wist dat ik snel was. Het lukte me op zaterdag alleen niet om me goed te kwalificeren (zevende, red.). Maar op vrijdag was ik snel en mijn pace was ook goed. In de Sprint maakte ik een paar fouten en de race was te kort om ze weer goed te maken. Maar ik wist dat de pace goed was, want als ik alleen reed, was ik snel. Dus vóór de race van zondag was ik behoorlijk relaxed, want ik wist dat ik de strijd aan kon gaan. Winnen in Argentinië was emotioneler, want hoewel je weet dat je snel bent (Bezzecchi was op zaterdag tweede in de Sprint, red.) kun je nooit voorspellen wanneer je eerste overwinning er aan komt. In Le Mans was de prestatie beter, want het was droog en dat is leuker en het gaat harder. Ik wist dat ik het daar goed zou kunnen doen, terwijl Argentinië meer onverwacht was.”

6 – Een moloi beeld van jou en Pecco. Franco Morbidelli zei een tijd geleden ‘als we op de ranch zijn, vechten we samen, zijn we agressief naar elkaar toe en kunnen tegen elkaar zeggen dat je een klootzak bent’. Kan Pecco een klootzak zijn?

“Ha! Zeker! Iedereen kan dat. Ik ook. Voor ons is het heel normaal om daar met elkaar te vechten, hoewel ik best snap dat voor veel mensen dat heel bijzonder is. In het begin was het ook wel apart. Maar zo ongeveer vanaf de eerste dag treffen we elkaar op de ranch, dus wij zijn er aan gewend. Maar het is wel geweldig om dit samen te kunnen doen.”

Jullie zijn ook de nummer 1 en 3 van de tussenstand. Had je dat vooraf kunnen bedenken?

“Dat hij de nummer 1 zou zijn wel, ja. Maar ik…. eerlijk gezegd niet.”

Heb je vertrouwen dat je dit vast kunt houden? Of dat er nog meer in zit?

“Alles is mogelijk in de MotoGP, maar op dit moment denk ik er nog niet over na. Het is nog te vroeg. Maar de kansen zijn er. De snelheid is er, maar soms ontbreekt het ons nog aan ervaring. Pecco rijdt al jaren in de MotoGP, net als jongens als Marc (Marquez), Fabio (Quartararo), Aleix (Espargaro) en Maverick (Viñales). Daarom is het soms lastig om het tegen deze mannen op te nemen. Maar de snelheid is er. Soms meer, soms minder. Maar ik zal zo hard blijven vechten als ik maar kan.”

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...