+ Plus

Interview Jeffrey Herlings

Afgelopen jaar leek Jeffrey Herlings eenvoudig naar zijn derde motorcross-wereldtitel te rijden. Hij won – vaak met immense voorsprong – twaalf GP’s, tot hij op 20 juli in een ‘kermiscross’ in het Belgische Genk zijn been brak. Hij miste drie GP’s en ging in een alles of niets-poging in de laatste GP in Mexico van start met zijn gebroken been, om uiteindelijk vier puntjes te kort te komen voor titelprolongatie. Gedesillusioneerd verdween het twintigjarige Nederlandse motorcross-wonderkind van de rader; op 28 februari hoopt hij zijn rentree te maken in de eerste GP van 2015, in Qatar.

Het was onze bedoeling om hier met een drievoudig wereldkampioen te zitten…
“Inderdaad… Tot de dag dat ik mijn been brak, ging ik daar ook van uit. Maar vanaf dat moment wist ik dat het heel moeilijk zou worden. Ik heb in 2014 alle twaalf GP’s waarin ik ben gestart met overmacht gewonnen en met nog vier GP’s te gaan had ik 145 punten voorsprong. Maar dan mis je drie GP’s en wordt het krap. Ik ging naar de laatste GP in Mexico, hopend op een wonder. Tijdens de laatste training voor die GP, in Lelystad, was mijn snelste tijd een tot twee seconden langzamer dan normaal, dus dat voelde eigenlijk keigoed. Tot ik een bocht inreed en de voorkant weggleed. Ik zette mijn voet neer en ik hoorde meteen een knak. Uit de foto’s bleek dat het bot niet opnieuw gebroken was, maar kreeg wel een terugslag en kon sindsdien alleen weer op krukken lopen. Ik zag in Mexico op zaterdagmorgen de baan en dacht ‘waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen’.”

Was je voor je beenbreuk op het ‘Everts & Friends’ evenement in Genk, waar je je been brak, tevreden over je prestaties?
“Ja, sowieso. Net voor dat moment had ik het gevoel dat ik nog nooit zo hard had gereden. Ik denk omdat ik in de winter ook al een blessure had en niet zoveel kon doen. Normaal was ik al in december aan het knallen en in maart in supervorm. Nu zat ik pas in juli op mijn top zat. Maar toen gebeurde dat in Genk en was het allemaal voorbij. Tot die tijd had ik het erg goed naar mijn zin. Door die tegenslag aan het begin van het seizoen was het eigenlijk ook de eerste keer dat ik weer eens ergens voor moest knokken. Concurrenten als Tixier, Febvre, Ferrandis en Coldenhoff hadden in 2014 ook een extra stap gezet en ik moest er hard voor werken. In Qatar en Thailand won ik, maar toen viel ik in de ONK-cross in Mill op mijn schouder. Een week later was Brazilië en de dokter zei dat het wel oké was om daar te rijden, maar mijn KTM-begeleider Stefan Everts vond het toch beter dat ik thuis bleef om te rusten. Oké… Twee GP’s later stond ik gewoon weer aan de leiding, maar de punten die ik in Brazilië dus niet heb gehaald, kwam ik uiteindelijk wel tekort.”

 Toen kwam Genk. Waarom deed je eigenlijk mee aan die benefietwedstrijd die nergens om ging?
“Ik wilde er überhaupt niet naar toe, maar het is een persoonlijk evenement van Stefan Everts. Hij had me wel drie keer gevraagd, het was voor het goede doel en het was ook een soort vriendendienst. ’s Morgens zei ik nog tegen hem dat ik het rijden met die 85 cc-tjes helemaal niet zo zag zitten en mijn moeder zei ook nog ‘let op voor je benen’. Heel raar, want zoiets had ze nog nooit gezegd. Ik lachte er eigenlijk om en wilde helemaal geen risico’s pakken. Maar Stefan zei ‘Doe het toch, want die kleine jongens kijken allemaal tegen je op’. Roan van de Moosdijk reed in die wedstrijd ook veel harder dan ik en daar had ik geen moeite mee. Toen ging het helaas fout, terwijl het eigenlijk geen zware val was. Maar toen zag ik m’n been ineens andersom staan… Achteraf denk je ‘had ik maar…’. Maar ik ben zelf op dat ding gestapt en ik ben zelf gevallen. Het was ook niet de schuld van Stefan Everts; ik heb zelf beslist. Maar volgend jaar rij ik daar 500 procent zeker niet! Ik raakte wel teleurgesteld in Stefan, ook vanwege wat er zich daarna nog afspeelde. Hij is mijn begeleider vanuit KTM, maar ik heb nu al drie maanden niets van hem gehoord. Ook geen sms-je, of zo. Ik heb eigenlijk altijd goed met hem op kunnen schieten, hoewel ik altijd mijn eigen planning maakte. Ik werkte vooral samen met Ruben Tureluren (Jeffrey’s trainingsmonteur, tevens zwager van Everts, FW) en ik had eigenlijk altijd meer contact met KTM-sportdirecteur Pit Beirer dan met Stefan. Ik belde juist vaak met Pit om te vragen wat hij ergens van vond. Stefan is in 2014 ook maar één keer mee geweest naar een training. Ik heb enorm veel respect voor Stefan, maar er groeide wel wat frustratie. Genk was een vriendendienst en dan dit…. Heel teleurstellend allemaal.”

Stefan Everts heeft binnen KTM nu een rol gekregen in de begeleiding van jeugdrijders en dus niets meer te maken met de fabrieksteams in de GP’s. Heeft de gang van zaken met jou daarin meegespeeld?
“De mannen die bij KTM boven Stefan staan, krijgen alles natuurlijk wel te horen. Ik denk dat al die informatie uit de afgelopen jaren heeft meegespeeld, maar het was niet mijn idee en ik heb ook absoluut niet gepusht om dit voor elkaar te krijgen. Het is een beslissing van hogerhand in Oostenrijk, ik zag het ook niet aankomen. Voor mij verandert er vrijwel niks.”

Realiseerde je je na Genk dat het moeilijk zou worden om in 2014 nog weer te crossen?
“Dat wist ik meteen. Ik had zeven weken en vijf dagen om in Mexico weer aan de start te staan. Het was een gevecht tegen de klok. Veel revalidatie konden we niet doen: een bot zit aan elkaar of niet. Veel dingen die ik in die periode wel heb gedaan, waren achteraf vergeefse moeite. Een week nadat ik uit het ziekenhuis kwam, zat ik al weer in de sportschool, maar mijn lichaam was op dat moment nog druk om alles te verwerken. Ik had gewoon vier weken op de bank moeten gaan liggen. Een week of drie na de ziekenhuisopname kreeg ik ook nog een zware darminfectie en mijn lichaam was al heel zwak door alle stress en door de operatie waarbij een pen in het been was gezet. Toen ik mezelf in Mexico in de spiegel zag, leek ik wel een lijk. Broodmager en dertien kilo afgevallen. Ik pleegde roofbouw en ik heb meer kwaad dan goed gedaan.”

Heb je de wedstrijden die niet kon rijden wel gekeken?
“Ik heb alles gezien, bijna met mijn neus in de tv. Tijdens de Belgische GP zag ik met een rekenmachine in mijn hand…. In Tsjechië dacht ik dat Tixier zou bezwijken onder de druk, maar die GP won hij toch…”

Je teammaat Tixier was na jouw indrukwekkende eerste seizoenshelft inderdaad de enige die je van de wereldtitel af kon houden. Maar ondanks jouw afwezigheid was hij verre van dominant. In de Braziliaanse GP werd hij bijvoorbeeld vijfde en vierde.
“Hij won dit jaar maar twee GP’s en stond pas na de allerlaatste GP bovenaan in de stand… Hij heeft het geluk gehad dat ook andere toppers als Tonus en Coldenhoff geblesseerd raakten en kreeg de titel op een presenteerblaadje aangereikt. Vijfde en vierde in Brazilië, dan ben je in mijn ogen geen waardige wereldkampioen. Maar een wereldtitel is een wereldtitel en over tien jaar wordt er niet meer over gesproken hoe hij die heeft behaald. Ik moet wel zeggen dat hij me juist in die laatste GP in Mexico verraste. Normaal brak Tixier altijd als hij onder druk stond, maar hier was het voor hem alles of niets en hier hield hij stand.”

Hoe was het contact met Tixier trouwens in die vreemde laatste GP?
“We kunnen het goed met elkaar vinden, maar we wilden natuurlijk allebei winnen. Voor die beslissende tweede manche hebben we elkaar de hand gegeven en ik heb gezegd ‘moge de beste winnen. Je weet dat ik niet goed ben door mijn been, waarschijnlijk word jij wereldkampioen’. Hij was heel terughoudend. Het moeilijkste moment was wel toen hij na een matige start toch opklom naar de derde plaats. Toen brak ik mentaal en hoefde het voor mij niet meer. De hele manche had ik gevochten. Die eerste 25 minuten waren de zwaarste minuten van mijn leven. En dan moet je na afloop ook nog naar het podium voor de WK-huldiging. De tweede man is voor mij de eerste loser; ik had het gevoel dat het allemaal voor niks was geweest, maar het was ook wel enigszins een opluchting. Ik kon weer heelhuids naar huis. Op zaterdagavond bedacht ik de ergste scenario’s: wat als mijn been weer breekt, wat als de pin breekt…. Maar ik kan nu later nooit zeggen dat ik er niet alles aan had gedaan. Meer zat er gewoon niet in. Als ik thuis was gebleven, had ik me dat later altijd kwalijk genomen. Eenmaal thuis kwam pas het besef ‘hier drie punten en daar twee puntjes…’.”

Na Mexico lag alles een maand of vier stil. Dan heb je natuurlijk ook alle tijd om na te denken.
“Ik heb de eerste nacht niet geslapen, maar daarna heb ik tegen mezelf gezegd ‘luister, ik heb een prachtig jaar gehad en ik heb de twaalf GP’s gewonnen waaraan ik heb deelgenomen toen ik fit was. Iedereen weet dat ik de beste was, maar hij heeft de titel. Zo is het nu eenmaal en nu revalideren’. Als ik weet wat ik nu weet, zou ik ook niet naar Mexico zijn gegaan. De doktoren hebben ook niet gezegd dat het been er slechter door is geworden. Ik ben daarna lang in Oostenrijk geweest en na circa vijf maanden zijn in België de schroeven er uit gehaald; iets waar normaal zo’n anderhalf jaar voor staat. Ik voelde me toen meteen een stuk beter. Ik kan in de loop van februari weer op de motor, maar luister nu 200 procent naar de dokter. Dat is inderdaad wel eens anders geweest, maar hij weet het beter dan ik. Normaal gesproken sta ik er bij de openings-GP in Qatar gewoon bij. Maar niks is zeker.”

Wat heb je van de laatste anderhalf jaar geleerd, een periode met meerdere blessures?
“Ik heb vooral veel geleerd over mensen om me heen. Red Bull en KTM hebben me enorm gesteund. Ik ben acht weken in het trainingscentrum van Red Bull geweest en dat zijn echte vakmensen. Ik heb ook veel over mijn lichaam geleerd en ook veel wedstrijden teruggekeken. Ook van MXGP-wereldkampioen Antonio Cairoli. In Finland won ik met 1 minuut 20 voorsprong, Cairoli had veel minder voorsprong, maar kreeg wel evenveel punten. Daar is hij heel sterk in. Ik denk dat ik niet altijd zo hoef te domineren zoals ik dacht dat het moest. Als ik er in 2014 met de start goed bij zat, was de wedstrijd eigenlijk een soort training. Ik hoefde maar een enkele keer op 110 procent te rijden om iemand voor te blijven. Ik weet zeker dat Cairoli op zo’n moment zou zeggen ‘kom er maar langs, ik win volgende week wel weer’. En ik heb ook gemerkt dat je vriendenkring kleiner wordt als je niet rijdt… Dat gevoel heb ik echt, dat heb ik zo nog niet eerder meegemaakt.”

Je hebt al vroeg bijgetekend bij KTM, tot en met 2017. Waarom? Er zaten vast ook andere merken achter je aan.
“Ja, ik was ook al gevraagd door andere fabrieksteams. Maar ik heb open kaart gespeeld naar Pit en gezegd dat ik wilde blijven. KTM heeft me opgepikt toen ik nog niks was en we er thuis financieel ook niet goed voor stonden. Dat zal ik nooit vergeten. KTM heeft mij de kans gegeven als 15-jarige in de GP’s. Ik voel me zó thuis in dit team, vooral omdat ik een hele sterke band heb met Pit. Als ik in de toekomst de overstap naar de MXGP maak wil ik die overstap ook het liefst met dit team en deze mensen maken. Want je moet dan al aan de andere klasse en andere motor wennen. Als dan ook het hele team nog anders is…”

Wanneer neem je die beslissing of je in 2016 inderdaad naar de MXGP, de hoogste klasse in de motorcross, overstapt?
“Dat ligt heel erg aan dit jaar. Als ik de wereldtitel weer misloop, blijf ik sowieso nog een jaar MX2 rijden, dat weet ik voor 99,99 procent. Word ik wel wereldkampioen…. Ja… Dat is een beslissing die je pas in augustus of september kunt nemen. Gezien de leeftijdslimiet in de MX2 mag ik daar ook in 2016 nog in starten. Het is ook niet alleen mijn beslissing, dat gaat in samenspraak met KTM en Red Bull. En eerlijk is eerlijk: het zal er ook liggen aan wat Cairoli (de huidige kopman van het KTM-team in de MXGP, FW) gaat doen.”

Gerelateerde artikelen

Compacttest Honda CB750 A2

Compacttest Honda CB750 A2

25 april, 2024

Honda’s CB 750 Hornet met 48 pk. De budgetkraker in de middenklasse veroverde afgelopen jaar zelfs de harten van ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-