+ Plus

IJsspeedway

IJsspeedway is een bijzondere tak van motorsport. En IJsspeedwayers zijn bijzondere mensen, die voor een simpele training of wedstrijd vaak duizend kilometer moeten rijden. We volgden René Stellingwerf (37) uit Tzummarum. In zijn zesde ijsspeedway-seizoen probeert hij zich te plaatsen voor de WK-wedstrijden en om wedstrijdervaring op te doen startte hij rond de jaarwisseling in de Zweedse Santa Cup.Begin december was René Stellingwerf nog in Lapland, om bij min 35º zijn eerste meters van het seizoen te rijden. Na een paar rondjes leken zijn handen vastgevroren aan het stuur en moest monteur Appie Dijkema René echt opvangen en helpen bij het afstappen. Buiten sleutelen was in Arjeplog bijna onmogelijk, maar voor René was het belangrijk zijn twee nieuwe motoren met Tibo-frames en verse blokken uit te proberen en ervaring op te doen met het nieuwe materiaal. En ach, wat reizen betreft is het duo gepokt en gemazeld. Bij gebrek aan trainingsmogelijkheden in Nederland zelf rijdt Stellingwerf in de Zweedse Liga en dat betekent regelmatig een weekendretourtje naar midden-Zweden. En bij de WK- kwalificatiewedstrijden is dat nog een graadje erger. Twee seizoenen geleden moesten ze van het Oostenrijkse Inzell naar Uchaly, 2.500 km achter Moskou. Over zulke slechte wegen dat 1.200 km voor Uchaly een remleiding van de bus lek sloeg: “Zonder remmen moesten we door en de handrem deed het na een paar honderd kilometer ook al niet meer. Toen was het dus afremmen op de motor en in de sneeuwwallen sturen, langs de kant van de weg. Ach, op de motor heb ik ook geen remmen…” Na afloop van die wedstrijd werd de remleiding gesoldeerd in de smeerkuil van de lokale gemeentewerkplaats. “Voor een paar petjes deden onze remmen het weer!”Het is maar één van de vele ervaringen van Stellingwerf in de zes jaar dat hij nu aan ijsspeedway doet. Een dagboek van zijn deelname aan de Zweedse Santa Cup, rond de jaarwisseling.IT GEAT OAN!Tzummarum, 24 decemberTerwijl de meeste Nederlanders zich bezig houden met kerstbomen en vuurwerk, draait het in het Friesse Tzummarum om spikes en methanol. De Santa Cup, met wedstrijden in Ornskoldsvik, Stromsund en Bolnaes, is een mooie training voor de WK-wedstrijden later dit seizoen. Gisteren hoorden we pas dat het doorging. Ook Zweden lijkt op te warmen: de club in Gaevle moest dit jaar hun wedstrijd alweer annuleren. Maar it geat oan en we rijden woensdagochtend vroeg met ons drieën weg vanuit Tzummarum, via Duitsland en Denemarken naar Zweden. Twee veerboten zorgen voor comfortabele maar ook kostbare (€ 180,-) onderbreking en in Zweden is het simpelweg de E4 noordwaarts volgen. We overnachten net boven Stockholm op een witte, verlaten parkeerplaats. Voor het slapen zetten we de standkachel in de bus toch maar even aan. René en ik liggen op een slaapplaats boven de motoren, monteur Appie slaapt op de bank achter de voorstoelen. ZWEEDSE CHARMENorum, 25 december Donderdagmorgen vroeg: alles wit, koud en uitgestorven. Vlug buiten wassen en tandenpoetsen, terwijl de Iveco al warm draait. Onder het rijden ontbijten met vers gezette koffie. De E4 blijft een oase van rust. Met een intermezzo van een paar tankbeurten bereiken we in de loop van de middag Norum, net naast de snelweg. Hier staan zeven houten huizen en in één ervan woont vriend en ijsracer Stefan Svensson.We mogen een paar dagen bij Svensson thuis bivakkeren en hij zal een voortreffelijke gastheer blijken. De fitte vijftiger is al bezig aan het 24e ijsraceseizoen: zomers werkt hij keihard om in de winter volop te kunnen racen. Alleen de Russen zijn professionele ijsracers met een vast jaarsalaris, maar Svensson wist het toch tot vice-wereldkampioen te schoppen. We zijn trouwens niet de enige gasten van Svensson: vader en zoon Klatovsky uit Tsjechié arriveren kort na ons en blijven ook een paar dagen slapen.EUFORIE EN PROBLEMENOrnskoldsvik, 26 december Meteen na een stevig ontbijt vertrekken we in alle rust naar het veertig kilometer verderop gelegen Ornskoldsvik, waar de eerste wedstrijd om 13.00 uur begint. Bij aankomst is er al volop vertier: iedereen is druk met uitladen, motoren opwarmen en inschrijven. Keurmeesters komen langs en de machine – met name de verplichte dodemansknop, een touwtje om de arm waarmee de motor afslaat als je valt – wordt gecontroleerd. Dan is het omkleden in het clubhuis, een rijderspresentatie voor een paar honderd toeschouwers en meteen er achteraan de eerste heat.De races verlopen spectaculair en zonder brokken. Stellingwerf maakt indruk met een vijfde plaats in het totaalklassement en verslaat in twee heats Per Olav Serenius. René: “Serenius rijdt nog niet zo sterk als vorig jaar. Maar dat kan bij hem zo omslaan. Na twee heats hebben we een ander achtertandwiel gemonteerd. Een keer verprutste ik de start en zat ik wat minder in mijn vel. Ook omdat de koppeling niet helemaal goed is. Aan die afstelling moeten we werken. Maar vooral de voorlaatste heat vond ik best sterk.” Franz Zorn wint de wedstrijd, de strak sturende Svensson hoort ook bij de top. Onze landgenoot Johnny Tuinstra baalt: vanwege zijn werk is hij later uit Nederland vertrokken en heeft het motorblok van zijn bestelbus in de buurt van Stockholm kapot gedraaid. Met een geleende kale oude Transit heeft hij de start in Ornskoldsvik nog ternauwernood gehaald, maar al dat gevlieg en geregeld bleek funest voor zijn prestaties. SNEL EN SUCCESVOLStromsund, 27 decemberDe witte wereld rondom het logeeradres in Norum smelt onder de strak blauwe lucht, maar de komende middagwedstrijd in Stromsund loopt geen gevaar. Het ligt een paar honderd kilometer landinwaarts en ook wat hoger in de heuvels; daar vriest het een paar graden. Afgelopen nacht is er trouwens nog een logé bijgekomen: ijsracer Harald Simon. Hij is een teamgenoot van Stellingwerf en vindt een slaapplaatsje op de keukenvloer. Sinds 6 december is de taaie Oostenrijker al alleen met zijn bestelbus onderweg. Wat hem er niet van heeft weerhouden om in Ornskoldsvik de derde plaats te scoren.In een colonne van vijf bestelbussen van rijden we die ochtend om elf uur weg vanuit Norum naar Stromsund. Daar wordt gereden op een schaatsbaan met langere rechte stukken dan een normale (ondergelopen) speedwaybaan. Vandaar dat Stellingwerf zijn tweede motor met zwaardere kruktap en andere gearing in gaat zetten. Het ijs is zonder sneeuw puur uit water opgebouwd en dus ‘Russisch hard’. Bovendien is het baanonderhoud na iedere vier heats erg hard nodig.De wedstrijden verlopen met een zesde plaats in het klassement wederom succesvol en na afloop eet de grote groep ijsracers gezamenlijk in restaurant The Corner in Stromsund. Als drie Nederlanders, drie Tjechen, een Oostenrijker en zes Zweden ‘s avonds om half elf weer rond de grote keukentafel in huize Svensson zijn neergestreken, komt Antonin Klatovsky met de inschrijfformulieren voor een aantal races om het Tsjechische kampioenschap op de propppen. Het wordt wel kort dag, op Oudejaarsdag weer thuis en op 2 januari alweer richting Tsjechië, maar toch schrijft René zich ook voor deze wedstrijden in: “Dit zijn leuke wedstrijdjes om mee te pikken. Ik ben vorig jaar zelfs derde in het Tsjechisch kampioenschap geworden. Het waren daar mooie wedstrijden.” WEL EN NIETOrnskoldsvik, 28 decemberWe kunnen een beetje uitslapen en daarna wat sleutelen. Zoals een achterbandje wisselen in de werkplaats, om naast de gebruikelijke Mefo’s ook een een Mitas-band te proberen. Vanmiddag rijden we geen wedstrijd, maar een clubtraining in Ornskoldsvik. Een mooie gelegenheid om de verse spikes in te rijden en aan de afstelling van koppeling en vering te werken. Niet alleen de schokbreker maar ook de verplaatsbare bevestiging daarvan aan het frame geeft veel mogelijkheden, die we willen uittesten. Het wisselen van de stugge achterband blijkt nog een flinke klus, ook al omdat de spikes extra stevig in deze band zijn bevestigd voor meer stabiliteit.Op de baan is het druk die middag. De zoon van Stefan Svensson is ook op papa’s motor in de weer en Svensson sr. houdt zich bezig met het testen van de tweede motor met een experimentele blok. Veel rijders maken proefstarts en rijden heats tegen elkaar. De speedwayclub is enthousiast in de weer met koffie, appelgebak en de sproei- en veegtruck. Twee Zweden moeten die middag afrijden voor hun startlicentie. Dat gaat opvallend voorzichtig, als je namelijk valt krijg je geen licentie. René Stellingwerf en Appie Dijkema hebben na enkele testheats andere zorgen. De motor, die in Stromsund nog perfect liep, krijgt kuren. De carburateur loopt over, het probleem lijkt te zitten in de vlotterkamer van de anders zo storingsvrije Dell’Orto. René: ”Er komen steeds weer nieuwe carburateurs op de markt. Nu staat de Blitz waar Harold Simon mee rijdt volop in de belangstelling. Maar op de testbank blijkt steeds dat de relatief simpele Dell’Orto nog steeds het beste presteert en heel makkelijk af te stellen is. Meer dan af en toe een andere sproeier hoeven we niet te doen.” Hoe makkelijk het echter mis kan gaan verteld Stefan Svensson: “Voor een verre wedstrijd in Rusland werd mijn machine vervoerd per trein. Daarvoor moest de methanol worden afgetapt en eenmaal in Rusland wilde de motor niet goed meer lopen, wat we ook probeerden. Bleek dat de vlotter in de lege kamer op die rammelende trein ontelbare keren op en naar had staan klapperen en volkomen ontregelt was.” Weer thuis bij de Svenssons in Norum staat er een pan spaghetti met goedgevulde saus en een bak gevarieerde salade op tafel. Daarna nog even werken aan de motoren, waarbij Svenson opeens woest brult. Er blijken vijf spikes van het van het achterwiel beschadigd, hij heeft een scheurtje in het frame en bij zijn tweede motorfiets zit er methanol in de olie. Dat laatste betekent niet vele goeds en na een telefoontje met de Duitse tuner wordt het blok direct uitgebouwd, zodat wij het kunnen meenemen en afgeven op de terugweg naar Nederland.HET LICHT GAAT EVEN UITavondwedstrijd Bolnaes, 29 decemberNa weer een stevig ontbijt kan al onze bagage de bus weer in. We zakken af naar Bolnaes voor een avondwedstrijd en rijden nadien meteen een stuk door richting Nederland.Bij de speedwaybaan staan de rijders met hun machines al in twee lange rijen in een overdekte loods. Het duurt niet lang of het wemelt er weer van de kacheltjes, föhns en bouwlampen om de motorblokken voor te verwarmen. De stroomzekering knalt er voor de eerste keer die middag uit.Buiten is het – 15º, maar de kantine is groot, warm en goed uitgerust. Onder het kunstlicht wordt de baan met verf afgetekend op het ijs. Ook wordt een grote barbecue aangeslingerd: de hamburgerverkopers doen goede zaken in de koude sneeuw. Na een briefing in de kleedkamer en de rijdersvoorstelling is het tijd voor de eerste heat. René’s verwachtingen zijn na de successen in Ornskoldsvik en Stromsund ‘best hoog en hij mag zijn eerste heat meteen tegen grote favoriet Franz Zorn aantreden. Een goede start en fel naast Zorn insturen geven de burger moed. De motor met de nieuwe achterband maakt echter opeens een vreselijke stap zijwaarts en alleen door een snelle reflex blijft Stellingwerf overeind. En als het achterwiel in een poging om de achterstand goed te maken nog twee keer flink opzij stapt, gaat hij op zeker. “ Op deze zachte baan zou de harde achterband het juist heel goed moeten doen, maar toch bleek dat niet te werken. Dus hebben we na twee heats er weer een ander achterwiel ingezet. Daarna kreeg ik twee heats waarin de duels verkeerd uitpakten.” Maar ook met de stroomvoorziening van de lampen langs de baan gaat het niet goed: die valt uit. Plotsklaps is alles donker en als de stroom niet meteen terugkeert, beginnen de monteurs in donker alle motoren te starten om de carters warm te houden. Na een half uurtje is de stroomstoring gelukkig voorbij en kan het programma afgewerkt worden. Maar René’s resultaat is teleurstellend: hij wordt elfde, waarmee hij in de eindklassering van de Santa Cup toch de beste Nederlander wordt.NAAR HUIS… EN WEER OP PADTerugreis, 29 en 30 december Direct na de races is het omkleden, inpakken en naar huis. We rijden tot aan Stockholm en bereiken rond middernacht de parkeerplaats bij Arlanda, waar we ons voor een krot nachtje te ruste leggen. Vanaf Stockholm gaat het de volgende ochtend in één ruk door naar Nederland. Op 30 december stappen we rond middernacht weer uit in Tzummarum. Het vriest in Nederland warempel zeven graden! Iedereen kruipt zo snel mogelijk in bed. De volgend edag is het Oudejaarsdag, maar veel tijd om daarbij stil te staan is er niet. De bus moet worden schoongemaakt, de motoren nagekeken èn er moet proviand worden ingeslagen. Want op 2 januari rijden René Stellingwerf en Appie Dijkema weer duizend kilometer naar Tsjechië, om daarna meteen door te gaan naar Steingaden en de WK-kwalificatie in Saalfelden. Na deze twee dagen thuis zijn ze dus meteen weer twaalf dagen op pad. Dat is het leven van een Nederlandse ijsspeedwayer…[kasten 1, am ende der Fliesstext]NIET GEPLAATSTOndanks de trainingsinspanningen in Zweden en Tsjechië slaagde René er niet in om zich in Saalfelden voor de WK-finalewedstrijden te plaatsen. Hij werd achtste, terwijl de eerste zes rijders doorgaan. René had vooral pech in de eerste heat, toen hij kopstart had en het er goed uitzag, maar de wedstrijd werd gestopt en er een herstart volgde. Daarin werd hij derde en scoorde daarmee net te weinig punten voor een finaleplaats. De laatste IJsspeedway-finalewedstrijd is overigens op 14 en 15 maart in Assen.Meer info: www.renestellingwerf.nl [[Kasten 2]]DE TECHNIEKIJsracemachines zijn voorzien zijn van een op methanol gestookte ééncilinder-viertakt met twee kleppen. De teams maken al decennia gebruik van Jawa-motoren, die door verschillende tuners worden geprepareerd. Er zijn twee versnellingen en geen remmen aan boord, maar door de hoge compressie remt de motor hard af als je het gas dichtdraait.De rage van blokken met een vooroverliggende cilinder is definitief over. Aanvankelijk dacht men hier een extra laag zwaartepunt mee te scoren, maar dynamo en (losse) versnellingsbak kwamen juist weer veel hoger te liggen. De Nederlander Tjitte Bootsma sloeg een nieuwe weg in door een staande motor extra ver naar voren te plaatsen en hij zette daarmee een nieuwe trend. Dit geeft een goede gewichtsverdeling en veel druk op het voorwiel bij de zo belangrijke start. Bootsma levert nu via zijn bedrijf Tibo frames aan het merendeel van de rijders, zelfs aan de Russische wereldkampioen Krasnikov.Streamers:René en ik slapen boven de motoren, monteur Appie slaapt op de bank achter de voorstoelen. Het wemelt er van de kacheltjes, föhns en bouwlampen om de motorblokken voor te verwarmen.

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...