Nieuws

GP Wegrace Catalonië en Mugello, Italië

Drie Sprints op rij kwam hij niet tot scoren, in Le Mans liep hij tegen een pijnlijke nederlaag aan. Maar tijdens de Grand Prix van Catalonië op zondag was Pecco Bagnaia groots en op zijn ‘eigen’ Mugello was de wereldkampioen zowel op zaterdag als op zondag superieur. Na de Sprint in Barcelona keek hij tegen een achterstand van 41 punten aan ten opzichte van Jorge Martin, negen dagen later waren dat er nog slechts 18. Marc Marquez klom naar de derde plaats in de stand.

Het circuit van Barcelona is berucht om zijn chronische gebrek aan grip, waarbij de coureurs in 24 ronden zuinig met hun banden om moeten gaan. Pecco Bagnaia deed dat het beste. De Italiaanse wereldkampioen startte uitstekend, maar zag na een viertal ronden Jorge Martin en een rondje later ook de weer imponerende Pedro Acosta voorbij komen. Acosta klokte de snelste ronde, maar gleed in de elfde van 24 ronden onderuit, enkele meters achter Martin. Na het wegvallen van Acosta verhoogde Bagnaia het tempo. In de negentiende ronde had Bagnaia niet alleen het gat gedicht, hij vond ook de ruimte om Martin binnendoor te passeren. Ruim tien tellen later dan Bagnaia zorgde Marc Marquez voor het derde opeenvolgende volledige Ducati-podium. Vier ronden voor de vlag vond hij een weg langs Aleix Espargaro.

Fabio Di Giannantonio noteerde zijn eerste top 5 van 2024, omdat hij zich in de laatste ronde nog langs de verrassende Raul Fernandez werkte.
Ducati’s strategie om Montmelo in 2024 als testcircuit aan te wijzen, bleek een uitstekende zet. Bagnaia verbeterde het drie jaar oude racerecord op de extreem glibberige baan met niet minder dan tien seconden. Martin en Acosta liet hij in de openingsfase bewust gaan. “Het tempo lag te hoog voor mijn banden”, vond hij. “Na een rondje of tien vond ik weer de snelheid. Makkelijk was dat niet, want de banden werden er niet beter op. Het laatste deel van de race was ik constant en was ik snel bij het ingaan van de bochten; daar worstelde Jorge meer.” Dat hij Martin in bocht 5 passeerde, was voor Bagnaia ‘erg belangrijk’ nadat hij juist daar ten val was gekomen in de Sprint.

Dat hij een zevende startplaats omzette in een tweede positie stemde WK-leider Martin toch tevreden. “We zijn dus op de goede weg en we zijn elke zondag snel”, constateerde de Prima Pramac-rijder. “Ik wilde Acosta absoluut achter me houden en misschien heb ik toen iets te veel gepusht. Ik wilde ook de banden sparen, maar dat was duidelijk niet genoeg. Toen Pecco me weer passeerde, was hij te snel voor me. De achterband was op.”
Omdat hij na een tegenvallende vrijdagmiddag en zaterdagochtend niet verder was gekomen dan een veertiende startplaats, zag Marquez zich genoodzaakt om – in tegenstelling tot de meeste rijders – te kiezen voor een softe compound achterband. “Of het beter of slechter was, weet ik niet, maar in die eerste ronden had ik die extra grip en ook later kon ik de Aprilia-jongens (Espargaro en Fernandez, red.) nog inhalen”, vertelde een weer zeer opgetogen Marquez. “Ik ben er blij mee, op een circuit waar ik van oudsher worstel.” Na tweede plaatsen in Jerez en Le Mans beschouwde Marquez zijn derde positie in Barcelona als zijn belangrijkste podium op zijn één jaar oude Ducati “Voor mij wel. Want in Jerez had ik de pace om te winnen, maar ik miste het vertrouwen. In Le Mans had ik de pace om te winnen, daarom kwam ik nog zo dichtbij. Hier had ik eigenlijk maar de pace voor de top 5. En dan starten vanaf de veertiende plaats, maakte het niet makkelijker. Maar ik probeerde zo geconcentreerd mogelijk te rijden, geen fouten te maken en in te halen zonder tijd te verliezen.” Tot de laatste ronde realiseerde Marquez zich niet dat ik vocht voor de derde plek.

“Ik concentreerde me alleen maar op het verschil en op de rijders. Maar als we echt mee willen doen met deze twee, dan moeten we ons op vrijdag en in de kwalificatie verbeteren.”
Marquez gaf toe Bagnaia’s data te hebben bestudeerd om snelheid te vinden. “Als iemand sneller is, kopieer je wat hij doet. Je probeert dat over te nemen.” Bagnaia op zijn beurt gebruikte al eerder Marquez’ gegevens om te analyseren waar de achtvoudig kampioen sneller was dan hij zelf. “In Jerez keek ik veel naar zijn data voor de linker bochten, vooral de ‘entry’s’”, aldus late remmer Bagnaia. “Ik probeerde te begrijpen wat hij deed en het over te nemen. Het is logisch dat je zoekt naar dingen die anderen beter doen. Jorge is bijvoorbeeld heel sterk bij het accelereren uit bochten, heel dicht bij de apex. Hij gebruikt ook zijn lichaam meer dan ik. Precies repliceren wat een ander doet, is onmogelijk, maar dingen overnemen waardoor je beter wordt, kan wel.”

Ondanks een start vanaf de eerste rij in Mugello moest Marquez erkennen dat een overwinning voor hem ver buiten bereik bleef. In de openingsfase had hij veel tijd nodig om een weg langs derde man Enea Bastianini te vinden. Wegrijden van de thuisrijder kon Marquez echter niet. In de voorlaatste ronde zette de Italiaan Marquez zelfs met een schouderduw aan de kant en zette vervolgens nog eens de achtervolging in op tweede man Martin. Op wonderschone wijze dook Bastianini in de laatste bocht binnendoor bij de Prima Pramac-rijder. “Ik liet de deur open staan, dat overkomt me nooit meer”, beloofde Martin alvast. “Een goede rijder leert van zijn fouten. Volgend jaar zit ik in de laatste bocht aan de binnenkant op de witte lijn!” Bastianini’s gewaagde actie zorgde voor extase op de tribunes en taluds, want 0,8 seconde achter de van meet af aan controlerende Pecco Bagnaia zorgde hij voor een luid bejubelde Italiaanse 1-2.

Bovendien snoepte hij zo vier punten van Bagnaia’s grootste concurrent af. Bagnaia verkeerde in Italië in glanzende vorm. Hij moest na een straf van de Stewards (Bagnaia hinderde Alex Marquez op vrijdag) vanaf de vijfde plaats komen, maar in de tweede bocht dook hij al binnendoor kopstarter Martin. Daarna volgde een relatief statische race met weinig inhaalacties, maar met een onwaarschijnlijk hoog tempo: Bagnaia reed in 23 ronden maar liefst 25 seconden van Fabio Quartararo’s racerecord uit 2021 af. Dat de progressie in de MotoGP hard gaat, bleek uit het feit dat zelfs vijftiende man Alex Rins nog onder dat drie jaar oude record dook. Ruim achter vierde man Marquez legde Pedro Acosta beslag op de vijfde plaats. De rookie moest de vier mannen voor het laten gaan en reed een eenzame race. Op zaterdag maakte Red Bull KTM bekend dat de 20-jarige Spanjaard volgend jaar van Tech3 Gas Gas – ‘met al mijn hele crew’, aldus Acosta – naar het fabrieksteam verhuist.

Nadat hij hartstochtelijk was toegejuicht door een deel van de 81.000 tifosi deed een dolgelukkige Bagnaia zijn verhaal over zijn derde opeenvolgende Mugello-zege. Zijn inhaalactie op Martin oogstte bewondering. Riskant was die move echter niet geweest, vond Bagnaia. “Het was vooral een kwestie van zorgen dat je op het goede moment in de goede positie bent”, legde hij uit. “Ik bleef (in de eerste bocht) aan de buitenkant om bij de tweede bocht binnendoor te kunnen gaan. Maar Maverick (Viñales) remde heel hard en mijn tactiek werkte bijna niet. Toen ik zag dat hij wijd ging, kon ik achterlangs kruisen. Dat was de beste beslissing. Daarna zag ik dat Jorge niet heel sterk uit de eerste bocht kwam. Daar probeerde ik van te profiteren en hem meteen in te halen.”
Hoewel Bagnaia het tempo dicteerde, was zijn voorsprong nooit. groter dan 0,8 seconde. Makkelijk was het derhalve niet geweest. “Het was moeilijker dan op zaterdag om een constant tempo te rijden”, had hij gemerkt. “Na zeven, acht ronden wilde de voorband niet meer meewerken en begon de motor veel te bewegen. Toen besloot ik om tussen twee snelle ronden iets af te koelen. Dat werkte perfect.” Bagnaia ging niet ten onder aan de zware druk van de hoge verwachtingen. “Druk is er altijd. Als je altijd wint, gaan mensen dat normaal vinden. Als je crasht, is het een ramp. Dus druk is er altijd. We doen deze sport omdat we van die druk houden. Het pusht je om je grenzen op te zoeken. Ik hou er van. Ik voel liever de druk dan om vrij van druk als zesde, zevende of vijftiende rond te rijden. Het is een voorrecht om onder druk te staan.”

Bastianini omschreef zijn tweede plaats, zijn derde podium van het jaar, als ‘heel belangrijk na een moeilijke periode’, Martin schoof zijn aanvankelijke frustratie over het verlies van de tweede positie uiteindelijk ter zijde. De voor hem onverklaarbare crash in de zaterdagse Sprint betekende een deuk in het vertrouwen. Een dag later kwam hij terug met een derde plaats, zijn vijfde top 3 in zeven GP’s. “Normaal is mijn strategie: niets veranderen aan de motor, laat alles zoals het is en probeer te begrijpen hoe je snel kunt zijn. Maar na gisteren hebben we veel gewijzigd en het was het waard. Dit gaf mij en ook mijn crewchief het vertrouwen om in de toekomst dingen te veranderen, de machine aan te passen aan de verschillende banen, om niet bang te zijn dingen te wijzigen. Ik neem de positieve dingen uit dit weekend mee. In een echt moeilijk weekend, ik denk wel het moeilijkste van het jaar, sta ik toch op het podium. Daar ben ik hartstikke blij mee.”

 

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...