Fried Anepool en zijn Yamaha XS650

« Terug naar Mijn Trots

Fried Anepool is een heel trouw persoon. Niet alleen in zijn relatie, ook als het om de liefde voor motoren en met name de liefde voor de Yamaha XS650 gaat. Betrouwbaarheid is de basis onder die relatie. “Als je ze netjes onderhoudt, blijven ze het eindeloos doen”, zo verklaart Fried dat vertrouwen. Een stuk of twaalf heeft hij er in complete staat thuis staan en verslingerd raken aan wat anders zal hem niet snel meer gebeuren. “Dat zal inmiddels wel met de leeftijd te maken hebben.”

“Ik moet een jaar of 16 zijn geweest toen ik de Norton Commando de meest ultieme motorfiets vond. Zo’n prachtig mooi geluid kwam er uit. Als ik het me ooit kan veroorloven koop ik zo’n ding, dacht ik toen. Nu zou ik het me kunnen veroorloven, maar is de behoefte weg. Dat zal inmiddels wel met de leeftijd te maken hebben, maar ik zou nooit meer zo verslingerd aan een model kunnen raken als aan de Yamaha XS650. Ik ben een heel trouw persoon, en ben ook al 35 jaar bij dezelfde vrouw. Dat zit heel diep, al is het in het geval van de XS heel toevallig ontstaan. Midden jaren zeventig, het zal rond 1976 zijn geweest, reed ik een Honda CB72, een 250 cc twin, maar ik was eigenlijk op zoek naar iets zwaarders, een CB450 bijvoorbeeld. Een vriend van me kocht toen een Yamaha XS650, een staande twin met destijds heel moderne techniek. Ik kon er een keer mee rijden en was gelijk verkocht. Wat een machtig ding zeg! Nu stelt zo’n 650 niets meer voor, maar toen was het heel wat. Ik moest er dus ook een, alhoewel ik destijds vond en nu ook nog steeds vind dat Honda technisch betere motoren maakt dan Yamaha. Ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar toch…. Waarom ik toen dan toch voor die Yamaha koos weet ik niet meer zo precies. Die Honda had wat last van krukasproblemen, misschien dat dat het was. Over die Yamaha hoorde je nooit wat, dus ik dacht laat ik die maar nemen. De motor was ook echt mijn vervoermiddel in die dagen, ik had hem niet alleen voor de lol. Ik kon geen auto betalen en een motor moest voor mij dus echt betrouwbaar zijn. En dat is het, want alles is haast overbemeten gemaakt. Krukas en nokkenas hebben bijvoorbeeld vier zware lagers. Het was de eerste viertakt van Yamaha, dus ze wilden het hoe dan ook goed doen.
Bovendien is de techniek zo gemaakt dat je eigenlijk al het onderhoud zelf kunt doen als je een beetje handig bent. Sleutelen vond ik al sinds mijn brommertijd ontzettend leuk, dus dat kwam goed uit. Ik kocht er al snel een XS bij en dat liep in de jaren tachtig helemaal uit de hand. Ik plaatste advertenties in de bladen met de tekst ´Gevraagd: Yamaha 650, loop of sloop’. Nou, je wilt niet weten hoe daar op gereageerd werd. Veel ook door zijspancrossers. Die gebruikten de blokken voor de cross en hadden de rest niet nodig. Daar heb ik zo veel onderdelen aan overgehouden dat ik er haast een winkeltje in kan beginnen.
Op een gegeven moment ontstond ook het idee om een XS-club op te richten. Ik had er al voor gezorgd dat veel van mijn vrienden al op een XS waren overgestapt, maar er moesten toch meer gelijkgestemden zijn, de XS was toen enorm populair. Ik had een brief gemaakt voor een paar motorbladen en die heeft vervolgens een paar jaar lang aan een knijper aan mijn bureau gehangen. Ik durfde hem niet op te sturen, omdat ik bang was wat  er zou gaan gebeuren. Straks zat ik er aan vast. Maar uiteindelijk kroop het bloed waar het niet gaan kon en heb ik hem opgestuurd. Het regende al snel briefkaartjes en zo is de club in 1988 begonnen. Ik ben vijf jaar voorzitter geweest en ben er nog steeds bij betrokken. Ik verzorg de technische cursussen; blokrevisie, remmen, spuiten. Alles wat je maar kunt bedenken. Veel XS-en worden tegenwoordig verbouwd tot café racer of bobber, dus er is veel belangstelling voor. Er zijn er ook heel veel gemaakt, zo’n 365.000 geloof ik. Op een gegeven moment maakte Yamaha er een soft-chopper van met een kleiner achterwiel. Die zijn hier massaal grijs geïmporteerd uit Amerika. Maar in deze staat zijn ze moeilijk te vinden hoor. Toch heb je voor 1.500 euro al een hartstikke goede en originele motorfiets. Meestal hebben ze niet veel gelopen en is ook de techniek nog heel goed. En veel onderdelen worden weer nieuw gemaakt door de vroegere toeleveringsbedrijven, dus er is genoeg te krijgen. Eigenlijk hoeft Yamaha helemaal geen retro-fiets maken. Als je een frame en een blok hebt, kun je gewoon je eigen retro bouwen.
Ik heb er nu zelf een stuk of twaalf compleet staan. Degene die me daarvan het meest aan het hart gaat, is er een die in ik 1980 heb gekocht en inmiddels 160.000 kilometer op de heeft staan. Daar heb ik zo veel mee beleefd, ik ben er zelfs mee in Amerika geweest. Het is alleen wel zo’n soft-chopper. Een beetje veranderd, maar echt mooi vind ik hem niet. Maar het zou wel een van de laatsten zijn die ik weg doe mocht dat ooit aan de orde zijn.”