+ Plus

De 10 beste Alpenpassen van Frankrijk

Frankrijk is het superlatief van de Alpenladen. De hoogste berg van Europa en drie van de vier hoogste Alpenpassen bevinden zich in de Grande Nation. Vanzelfsprekend zijn deze passen in de winter dan ook wat langer gesloten, maar het wachten wordt absoluut beloond. Verschillende monumentale berglandschappen en zeer gevarieerde wegen met superstrak asfalt, allemaal zonder tolpoortjes en snelheidsbeperkingen. En hebben we het al over het goede eten gehad? Dus in het zadel voor een onvergetelijke achtbaanritje op de motor. 1e plaats 48 van 50 puntenCOL D’IZOARD Lengte: 49 kilometer ● Hoogte: 2.360 meter ● Geopend: juni tot oktober ● Maximaal stijgingspercentage: 12% ● Bijzonderheden: uniek landschapDe vanuit Briaçnon perfect aangegeven route loopt na een initiële korte klim eerst een paar kilometer bergaf. Aansluitend volgt een prachtige, vloeiende klim door een smalle vallei. De eerste haarspeldbocht tref je pas na elf van de zeventien kilometer bergop. De afdaling is verhoudingsgewijs op sommige gedeelten wat steiler, echter wel met perfect geprepareerd asfalt. Het unieke landschap zorgt evenwel nog voor het meeste plezier. Enkele kilometers na het ronden van de top dient de Casse Déserte (foto) zich aan, de uitgelezen mogelijkheid voor het schieten van werkelijk unieke foto’s. Spitse gesteentes rijzen hier op vanuit de grindachtige bodem. De kegels vormen een soort erehaag voor de Italiaanse wielerlegende Fausto Coppi, voor wie er zelfs een gedenkteken staat op deze berg. De Col d’Izoard stond meer dan dertig keer op het programma van de Tour de France. Rijplezier: 10Langzame bochten: 10Snelle bochten: 10Landschap: 10Pashoogte: 8[UNTERSCHRIFT]De Izoard verrast met oude gebouwen, oeroude rotspartijen en een beeldschoon landschap. En met kleurrijke, frisse zoetigheden.________________________________________2e plaats47 van 50 punten COL DE LA BONETTELengte: 49 kilometer ● Hoogte: 2.802 meter ● Geopend: juli tot oktober ● Maximaal stijgingspercentage: 14% ● Bijzonderheden: de hoogste AlpenpasHet had ook heel goed anders gekund, eenvoudiger en vlakker vooral. Maar om de titel ‘Hoogste Alpenpas’ in de wacht te kunnen slepen liet de Franse regering de verbindingsweg tussen de Ubaye vallei en het Tinée dal niet over de Col de la Moutière maar over de hogere Bonette bouwen. De weg is breed, goed onderhouden en in het hogere en meer open alpinelandschap doorgaans ook goed overzichtelijk. De Bonette biedt een gevarieerd pakket aan bochten van verschillend kaliber, waarbij je vlak na het passeren van de rotstunnel richting de Col de Restefond (2.676 meter) de top bereikt. Daar dient zich een grandioos uitzicht met 270º panaroma aan van waar je op heldere dagen alle bergtoppen van de zuidelijke Alpen kunt bewonderen. Onze tip: een zestig meter lange klim op de Cime de la Bonette wordt beloond met een volledig 360º panorama over de Alpen. Rijplezier: 10Langzame bochten: 10Snelle bochten: 10Landschap: 10Pashoogte: 7[UNTERSCHRIFT]Ooit was de Col de la Bonette strategisch gezien een bijzonder belangrijk, de militaire basis is evenwel in een spookdorp veranderd.________________________________________3e plaats46 van 50 puntenCOL DU GALIBIERLengte: 44 kilometer ● Hoogte: 2.646 meter ● Geopend: juni tot oktober ● Maximaal stijgingspercentage: 12% ● Bijzonderheden: bestaat eigenlijk uit drie verschillende passenDe flanken van deze berg zijn zo stijl, dat zelfs sneeuw moeite heeft houvast te vinden. De Galibier biedt fantastische uitzichten, waarbij je op heldere dagen in het noorden de Montblanc ziet oprijzen uit ze zee aan bergtoppen. De pas zelf is zo monumentaal dat hij zich twee andere passen als aanloop permitteert. Vanaf het zuiden valt de ongeveer tweeduizend meter hoge en nogal saaie Col de Lautaret je ten deel, waarna het echte plezier begint wanneer je de acht kilometer bochtenspaghetti de Galibier op krijgt voorgeschoteld. Bij omhoog rijden is enige voorzichtigheid geboden, de weg is niet erg breed, hobbelig en gedeeltelijk zonder vangrail. De weg richting het veertien kilometer noordelijker gelegen Valloire daarentegen is veel breder en vloeiender. Pas echt bochtig word het na het skioord op de 1500 meter hoge Col du Télégraphe, tientallen bochten verdeeld over een lappendeken van teer. Rijplezier: 10Langzame bochten: 9Snelle bochten: 10Landschap: 10Pashoogte: 7[UNTERSCHRIFT]De Galibier is één van de heilige namen uit de Tour de France. Ook motorrijders weten de legendarische top meer dan te waarderen.________________________________________4e plaats 44 van 50 puntenCOL DE L’ISERANLengte: 49 kilometer ● Hoogte: 2.770 meter ● Geopend: juni tot oktober ● Maximaal stijgingspercentage: 12% ● Bijzonderheden: meest gevarieerde Alpenpas Het was de hoogste pas van de Alpen, totdat de bouwers van de Bonette middels een extra, kunstmatige lus nog een paar meter extra wonnen. Toch blijft de Iseran de overtreffende trap op passen gebied, geen enkele andere bergpas biedt een zo gevarieerd landschap als deze. Het eerste deel is de weg zo dicht tegen de wand van een gletsjermassief geplakt, dat een verkeerd aangesneden bocht schijnbaar wordt afgestraft met een duik op één van de daken van het schattige dorpje Bonneval, maar aansluitend kom je in een wonderschoon hoogdal met een wildstromend beekje uit. Na een rotstunnel volgt een spectaculair rotslandschap waar zelfs hartje zomer nog sneeuwresten liggen. Na de winderige top, met een middeleeuws aandoend herbergje, stort het asfalt zich naar beneden richting Val d’Isère alweer zo’n schitterend dal in. De Col de l’Iseran is daarom niet alleen qua landschap erg gevarieerd, maar ook rijtechnisch. Rijplezier: 9Langzame bochten: 7Snelle bochten: 10Landschap: 10Pashoogte: 8[UNTERSCHRIFT]Van een kaal, woest rotslandschap tot groene valleien: aan veelzijdigheid geen gebrek op de Iseran.________________________________________5e plaats 43 van 50 puntenCOL D’ALLOSLengte: 43 kilometer ● Hoogte: 2.250 meter ● Geopend: juni tot oktober ● Maximaal stijgingspercentage: 11% ● Bijzonderheden: smal, maar grappigMet veel tegenliggers kent het rijplezier op deze pas zeker zijn grenzen. De weg, die zestien kilometer ten zuiden van Barcelonette begint, is met de beste wil van de wereld krap anderhalve rijbaan breed. ’s Morgens en ’s avonds is deze smalle asfaltstrook, die door mooie landschappen en parallel aan een wild riviertje stroomt, als een schilderachtig tafereel van Gaudi. Na de eerste paar kilometer slalommend langs steile rotswanden en kleine muurtjes, gaat het aansluitend in hetzelfde ritme door een hoogwoud. De bochten zijn krap, maar desondanks redelijk goed te doen. Wanneer je hoger komt is het landschap meer open, het asfalt echter ook slechter van kwaliteit. De route omlaag, onder meer door een skigebied, biedt al net zoveel rijplezier, dat enkel door het saaie skidorp Foux d’Allos en daarop volgende kilometers voor bussen verbrede weg even wordt onderbroken. Daarna wordt het asfalt weer smaller en uitdagender. Onze tip: een wandeling over de markt in het middeleeuwse dorp Colmars. Rijplezier: 9Langzame bochten: 10Snelle bochten: 7Landschap: 9Pashoogte: 8[UNTERSCHRIFT]Op sommige ochtenden is de Col d’Allos uitsluitend voorbestemd aan wielrenners, tijd die je overigens prima kunt doden in het magnifieke dorpje Colmars.________________________________________6e plaats 40 van 50 puntenCORMET DE ROSELENDLengte: 41 kilometer ● Hoogte: 1968 meter ● Geopend: mei tot november ● Maximaal stijgingspercentage: 11% ● Bijzonderheden: is niet genoemd als een pas, maar is het wel. De route is vanuit het dorpje Beaufort niet aangegeven. Wie zich losrukken kan van de vele leuke cafeetjes in dorpskern wordt als beloning getrakteerd op een fantastische, vloeiende route door een mooi dal. Na zeven kilometer wint de weg door verschillende bochtjes aan hoogte. In het bovengedeelte van de route nodigt een turkoois gekleurd meertje alweer uit tot een volgende stop. Na een rotstunnel wacht een groen hoogdal met scherpe bergtoppen. Het hoogste punt van de pas is niet bijzonder spectaculair, de ongeveer twintig kilometer lange afdaling naar Bourg-St.-Maurice – soms breed, soms smal, soms snel, soms langzaam – daarentegen wel. Zowel rijtechnisch als landschappelijk is de Cormet een goed bewaard geheim. Vanaf Chamonix kun je een afkorting pakken naar het drukke Albertville die voert over de Col de la Forclaz, de zuidwestelijke route richting Les Saisies is echter ook een aanrader door de prachtige kloof waar de weg doorheen loopt. Een stuk verderop biedt albertville zich aan, de zuidwestelijke aanrij route richting Les Saises, loont zich vanwege het mooie berglandschap. Onze tip: boven aan het stuwmeer over het muurtje een bezoekje brengen aan een pittoresk berghutjes met terras. Rijplezier: 9Langzame bochten: 7Snelle bochten: 9Landschap: 8Pashoogte: 7[UNTERSCHRIFT]De route van Albertville naar Bourg-St.-Maurice is een onontdekte parel in passenland, echt de moeite waard.________________________________________7e plaats39 van 50 puntenCOL DU PETIT ST. BERNARDLengte: 51 kilometer ● Hoogte: 2.188 meter ● Geopend: mei tot november ● Maximaal stijgingspercentage: 10% ● Bijzonderheden: één van de twee passen die richting Italië gaatEen in de Tweede Wereldoorlog door Frankrijk en Italië zwaar bevochten Col, waarbij de het Romeinse standbeeld van Jupiter na de Franse overwinning moest wijken voor de heilige St. Bernhard. De route loopt vanuit het Isère dal richting het Italiaanse Aosta dal. Zeer afwisselend slingert de statige weg na een paar dorpjes door een bosrijk gebied. De pas is aan de Franse kant is twee rijstroken breed en de overzichtelijke, licht verkante bochten stijgen geleidelijk. Na een troosteloos aandoend skigehuchtje voert de weg verder naar een wonderlijk groen zijdal. De laatste, acht kilometer lange klim naar de top bevat slechts één bocht. Op de top, bezaaid met terrassen, pizzeria en souvenirwinkels en verlaten douanegebouwen, bevindt zich eveneens de grens met Italië. Vanaf hier slingert de smallere piste zich een richting dal. Rijplezier: 9Langzame bochten: 6Snelle bochten: 9Landschap: 8Pashoogte: 7[UNTERSCHRIFT]De heilige Bernhard van Menthon op de grens begroet reizigerskomend vanuit het Italiaanse Aostadal.________________________________________8e plaats 38 van 50 puntenCOL AGNELLengte: 52 kilometer ● Hoogte: 2.746 meter ● Geopend: juni tot oktober ● Maximaal stijgingspercentage: 11% ● Bijzonderheden: in het oosten zeer bochtig, in het westen vooral recht De Col Agnel, ook wel Colle dell’Agnello genoemd, verbindt de Italiaanse provincie Cuneo met het Franse Queyras dal. De eerste tien kilometer aan de Italiaanse kant tot aan Chianale zijn vooral snel en vlak, maar vervolgens wint de op drie na hoogste Alpenpas door een aantal sterk stijgende bochten aan respect. Aansluitend wacht een hoogdal met ontzagwekkende rotsachtige bergflanken waarbij het asfalt vloeiend een wilde beek volgt. Wees gewaarschuwd, niet alle grazende koeien zijn omheind. Waar het Italiaanse gedeelte indruk maakt met zeer mooie steenlandschappen, is het Franse deel beduidend minder spectaculair. De weg richting dal daarentegen is in uistekende kwaliteit en op sommige punten bijzonder snel. Het is aanlokkelijk om het tempo er flink in te houden, maar sommige verraderlijke bochten kunnen je wel behoorlijk verrassen. De top bevindt zich op een piepklein plateautje waar zelfs voor motorrijders soms geen parkeerplekje meer te vinden is. Rijplezier: 7Langzame bochten: 6Snelle bochten: 7Landschap: 10Pashoogte: 8[UNTERSCHRIFT]De Col Agnel is aan de Italiaanse kant heerlijk bochtig, aan Franse zijde daarentegen veel sneller en meer vloeiend. Gaat soms zo hard dat rijders even moeten afkoelen.________________________________________9e plaats 35 van 50 puntenCOL DE LA CAYOLLELengte: 51 kilometer ● Hoogte: 2.326 meter ● Geopend: juli tot oktober ● Maximaal stijgingspercentage: 11% procent ● Bijzonderheden: de vlakke stukken bieden het meeste plezierVanaf het zuiden geeft de Cayolle zijn bedwingers middels een relatief vlakke en vloeiende toegangsweg een misplaatst gevoel van veiligheid. Ben je het dorpje Entraunes echter voorbij dan gaat het bocht na bocht echter in rap tempo omhoog. De karakteristiek is daarbij net zo veranderlijk als de kwaliteit en breedte van de weg. Dat zorgt wellicht voor afwisseling, het vinden van een lekker ritme wordt er wel behoorlijk door bemoeilijkt. Temeer daar sommige bochten listig knijpen. De afdaling aan de noordkant is bovendien een krappe hobbelweg, iets dat overigens weer wordt gecompenseerd door de schitterende laatste twintig kilometer door het Ubayedal. Rijplezier: 7Langzame bochten: 6Snelle bochten: 8Landschap: 8Pashoogte: 6[UNTERSCHRIFT]Wie passen wil rijden in Frankrijk doet er goed aan eventuele hoogtevrees thuis te laten.________________________________________10e plaats 34 van 50 puntenCOL DE VARSLengte: 34 kilometer ● Hoogte: 2.109 meter ● Geopend: mei tot oktober ● Maximaal stijgingspercentage: 11% ● Bijzonderheden: snelle klim zonder haarspeldbochtenIn Guillestre kun je het beste de verkeersborden naar het dorpje Vars volgen. Na de eerste paar bochten gaat het eerst weer een paar kilometer bergaf, maar vervolgens wint de weg met nagenoeg perfect asfalt weer aan hoogte. Fraaie lange doorlopers zonder scherpe haarspelders begeleiden je vervolgens naar de tops van de pas. De afdaling naar St. Paul d’Ubaye is smaller en slechter, maar bevat ook meer bochten. Rijplezier: 7Langzame bochten: 6Snelle bochten: 8Landschap: 8Pashoogte: 6[UNTERSCHRIFT]De weg richting de top van de Col de Vars is echt opwindend, het rustieke bergmeertje kalmeert aansluitend de verhitte gemoederen.________________________________________[INFOKASTEN]INFO Vanwege de vele wielrenners zijn de meeste passen in topconditie. Dat maakt ook meteen dat je wel bedacht moet zijn op de aanwezigheid van die andere tweewielers. Ongemotoriseerd of niet, het blijven natuurlijk wel mensen, wees dus op je hoede.BESTE REISTIJD: buiten de vakantieperiode zo eind juni en september. De Franse B-wegen zijn tolvrij, dat geldt niet voor de snelwegen. Hetzelfde verhaal voor Zwitserland, op autosnelwegen moet je in het bezit zijn van een vignet (€ 29,-), maar je kunt natuurlijk net zo goed via een schitterende secundaire route naar je bestemming gaan. Het gaat immers om het rijden. Al gebied de eerlijkheid te zeggen dat de snelle autobaan na duizenden bochten, schakelvoortgangen en remmanoeuvres soms bijna therapeutisch kan werken. OVERNACHTEN: de stoelendans om een bed te bemachtigen begint gedurende de vakantieperiode (juli en augustus) al tegen zessen. Wees er daarom op tijd bij, want kom je na acht uur aan dan kun je in het meest gunstige geval je tentje opslaan in de tuin van een hotel. In de skidorpen zijn legio hotels te vinden, maar het gros daarvan is gedurende de zomermaanden gesloten. Het is dus raadzaam om vooraf alvast een hotelovernachting te boeken. Een tip: het Christiana hotel in Valloire bij de Galibier (www.christiana-hotel.com).AANDENKEN: op de Col de la Bonette, de Galibier en nog enkele andere passen fotograferen medewerkers van gespecialiseerde agentschappen motorrijders en wielrenners. Onthoud goed de naam van het webadres op het bord bij de fotograaf en eenmaal thuis kun je voor een paar euro een professionele foto van jezelf in een grandioze landschapscoulisse downloaden.MOTOPLUS ALPENTOER: de serie over de mooiste Alpenpassen heeft ons al een groot aantal lovende reacties opgeleverd. De routes zijn allemaal te downloaden via www.motoplus.nl, maar van diverse kanten kregen we ook de vraag of er geen georganiseerde toer was. Als motorblad ‘door motorrijders voor motorrijders’ kun je dan maar één ding doen, en dat is er zelf eentje organiseren. Dat doen we in samenwerking met reisspecialist THAT Motortours. De MotoPlus Alpentoer wordt verreden van 17 t/m 25 september 2011 waarbij je onder meer de volgende beroemde, beruchte en bovenal bijzonder mooie passen ten deel vallen: Grimsel, Stelvio, Süsten, San Bernardino en Nufenen. De prijs is € 675,- per persoon en dat is onder meer inclusief Nederlandstalige begeleiding, kaart en zeven overnachtingen met ontbijt en diner. Interesse? Wees er dan snel bij, want het aantal plaatsen is beperkt. Aanmelden doe je door een mailtje te sturen naar toer@motoplus.nl. Daarin graag de volgende gegevens vermelden:- Naam- Adres- Telefoonnummer- Geboortedatum- Motormerk en type- Duo of solo- Eén- of tweepersoonskamer (1-persoonskamer tegen meerprijs, € 760,-)EERDER GEPUBLICEERD IN MOTOPLUSDeze top tien van Franse Alpenpassen is een artikel uit een serie van zes.Eerder verschenen al:MotoPlus 14/2010: De 10 beste Alpenpassen van ZwitserlandMotoPlus 17/2010: De 10 beste Alpenpassen van OostenrijkMotoPlus 20/2010: De 10 beste Alpenpassen van ItaliëMotoPlus 23/2010: De 10 beste Alpenpassen van DuitslandDe komende maanden kun je in MotoPlus nog verwachten:● De 10 beste passen in de PyreneeënEerder gepubliceerde artikelen zijn voor MotoPlus-abonnees gratis in te zien via de digimagazines op onze website www.motoplus.nl.________________________________________

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...