+ Plus

Column Maarten Siffels MP 21-2008

Het seizoen loopt op z’n eind. We doen nog een dagje circuit. Zandvoort, intussen de favoriete baan. Tijdens de lunchpauze moet er getankt worden, even buiten het circuit. En daar gebeurde het…Gelukkig denk ik er ditmaal wel aan om de tape van mijn remlicht te verwijderen, voordat ik weer de openbare weg op ga. Vorige keer ben ik halverwege het benzinestation door een vriendelijke agent aangehouden. Of ik wist dat mijn remlicht stuk was? Niet dus. Wel afgedekt, voor het Rossi-gevoel. Dat ze achter me niet weten wanneer ik voor de Tarzanbocht vol in de ankers ga. Sorry agent, even vergeten. De agent toont begrip. Na het tanken ga ik naar binnen om af te rekenen, het pinpasje gereed in de hand. Of ik mijn helm volgende keer afzet, vraagt de jongen achter de kassa. “Hoezo?”, informeer ik gevat. “Gaan we tongzoenen?” Want zo niet, dan wil ik graag betalen en weer terug naar de baan. We hebben nog twee sessies tegoed en ik wil eerst nog even een broodje eten. Hij wijst schuin omhoog, achter zich. Met helm op kom ik niet goed op de camera. Ik leg hem uit dat die voor potentiële overvallers bedoeld is. En aangezien ik al sta te pinnen met een pasje waarvan ik de code nog schijn te weten ook, lijkt me de kans dat ik tot die groep behoor erg klein. Dat kan wel zo zijn, delibereert hij verder, maar met die helm op kom ik bijzonder intimiderend over. Hij zegt het echt “intimiderend”. Nu staat mijn helm niet op het plaatje naast deze column, maar geloof me: mijn hoofd wordt beschermd door een van de minst intimiderende helmen waarmee je maar rond kunt rijden. In een bijkans lieflijk geelblauw decor met sterretjes en bloemtakjes, door Toni Elias zelf uitgezocht en er de door zachte handen van maagdelijke Shoei-meisjes op gepenseeld. Als je door je oogharen naar mijn helm kijkt, zie je bijna de konijntjes door het gras huppelen. En als je goed luistert, terwijl je naar mijn helm kijkt, hoor je zachte pianomuziek en het gezang van held’re kinderstemmen. Een knuffelhelm is het, een helm om ’s nachts onder je kussen te leggen. Intimiderend? Ammehoela!Het is lang geleden dat ik me als motorrijder gediscrimineerd heb gevoeld. Een jaar of twintig terug ben ik nog wel eens geweigerd in een hotel. Niet in de zin van “we moeten geen aso’s met olie lekkende lawaaibakken”, maar dat je binnen kwam in een uitgestorven hotel waarvan dan keihard werd beweerd dat het helemaal nokkie-vol zat. Nog geen gangkast te krijgen. Soms snapte ik wel een beetje waarom, als de paraffine die van de warmte uit het Belstaff-pak lekte zwarte strepen op het hoogpolige tapijt trok. Of als er tussen voordeur en balie al zo’n tien liter regenwater uit het Goretex-membraan kwam druipen. Maar sindsdien lek ik eerst buiten uit en hebben de meeste hotelhouders het Oostenrijkse voorbeeld gevolgd. Zodra de laatste wintersportgast vertrokken is, worden de borden met “Bikers Welcome” op de gevel geschroefd.Ook het Duitse benzinemerk Aral prijst zichzelf aan als totaal motorvriendelijk, met een speciale helm-aflegplek in de toiletten. Ter voorkoming van onvrijwillig natte laarzen. Een mooie geste, wel ingegeven door puur economische motieven natuurlijk. Een beetje motorrijder heeft tegenwoordig naast zijn pinpas minstens twee creditcards en heeft zijn spaargeld wijselijk over meerdere banken verdeeld. Maar als de adrenaline gezakt is, kan ik ook wel een beetje begrip voor de pompjongen opbrengen. Niet eens zozeer vanuit het oogpunt van veiligheid. De foto’s van Karadzic gezien, een paar maanden terug? Met een baard, een bril en een paardenstaart ben je net zo onherkenbaar als met een helm. En het zou een heleboel gedoe geven als je al deze attributen voor het betreden van een benzinestation zou moeten verwijderen. Met speciale lockers voor de brillen en door Shell en Texaco gratis ter beschikking gestelde scharen en scheerapparaten. Hoewel, gratis? Lucht kost bij het benzinestation intussen ook al 50 eurocent per pufje. Dus in die veiligheid geloof ik niet zo. Nee, ik had begrip voor hem gehad als hij had gezegd dat het vervelend is om tegen een helm aan te kijken, in plaats van een gezicht. En dan had ik mijn knuffelhelm nog afgezet ook. Uit beleefdheid.Maarten Siffels

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...