+ Plus

Alpenmasters 2022 (2) – Mid Adventures

Het is geen geheim dat bergen en adventuremotoren goed bij elkaar passen. Niet voor niks kwamen alle recente Alpen-Masters uit deze categorie. Vorig jaar was dat de Ducati Multistrada V4S, en aan de stoelpoten van diens troon gaan deze twee middenklasse-adventures flink proberen te zagen. Ducati DesertX of Husqvarna Norden 901, welke van deze twee gaat door naar de finale om het tegen de titelhouder op te nemen..?

We zijn de top van de bergpas nog maar net voorbij of de eerste haarspeldbocht duikt alweer op. En die is vaak voorzien van een getal. Dat geeft aan hoeveel haarspelden je nog te gaan hebt voordat het volgende dal is bereikt. Daarbij praten we niet over een handvol van dat soort omkeerpunten; in de Dolomieten zijn dit bijna altijd getallen boven de 30. Dertig keer kom je dus bergaf op een hele scherpe bocht af, hard remmen, terugschakelen, je ogen ver door de bocht heen naar de uitgang richten en dan liefst met veel bottompower uitaccelereren om het korte rechte stuk naar de volgende hairpin af te raffelen. Dat kun je met bijna elke motor wel doen. Zelfs met dikke toerbuffels als een bijna 400 kilo zware GoldWing 1800 kun je op beheerste wijze een berg op- en afrijden. Maar dat gaat niet net zo moeiteloos, want voor de zeer krappe hairpins die ook nog forse stijgingspercentages hebben, heb je toch wel wat oplettendheid en ervaring nodig.

Of een andere motor. Zoals deze twee adventure-modellen, de Ducati DesertX en de Husqvarna Norden 901. Met goed overzicht over de weg, lange veerwegen voor veel comfort op slechte wegdekken en bovendien comfortabele zitplaatsen, dat belooft veel goeds voor bergritten. Nou geldt dat niet voor iedereen, want bij de DesertX moet je naar liefst 885 millimeter hoogte klimmen, en bij de Norden 901 nog altijd minstens naar 865 millimeter. De Norden maakt het kleinere rijders ietsje gemakkelijker, enerzijds door de twee centimeter lagere zit dankzij het verstelbare zadel, anderzijds door de iets kortere veerwegen, en dus minder ver uitveren zonder rijder. Met 220 millimeter voor en 215 achter scheelt het echter niet veel met de 230 en 220 millimeter van de Duc.

Hoe dan ook zit je ver van de grond af, wat meer oplettendheid en behendigheid vraagt bij manouvreren en rangeren. Waarbij deze twee machines duidelijk een verschillende zitplek hebben. Een breed, comfortabel gevoerd zadel en veel plaats achterop kenmerken de Husqvarna. Daarmee worden langere ritten vanzelf een plezier. De Ducati is Spartaanser: het smalle, tweedelige zadel geeft veel bewegingsruimte voor terreinrijden, maar geeft een stuk minder comfort. Na zo’n 100 kilometer voel je je achterwerk wel.

Ook qua motorblok zitten de twee niet op dezelfde golflengte, hoewel ze allebei een tweecilinder van ongeveer 900 cc hebben. De Husqvarna heeft het blok van de KTM 890 Adventure; die paralleltwin met zijn 75° verzette kruktappen (waardoor hij als een KTM-V-twin loopt) loopt bij heel lage toerentallen weliswaar niet helemaal vloeiend rond, maar zodra je ietsje meer toeren draait, loopt het blok als een dolle. Hoewel hij met zijn 889 cc kleiner is dan de 937cc-V-twin van de Ducati, levert de Oostenrijkse twin iets meer topvermogen en verrassend genoeg vooral meer koppel over het hele toerenbereik. Waar de Ducati niet aan de opgegeven 110 pk en 92 Nm komt, met een gemeten 104 pk en 84 Nm, haalt de Husqvarna de opgegeven 105 pk en 100 Nm nagenoeg exact en bij de opgegeven toerentallen, met zelfs een pk’tje meer.

Het Norden-blok brult gevoelsmatig bijna zonder vliegwielwerking door zijn hele toerengebied en hangt gretig aan het gas. Hoe gretig, dat merk je in elke hairpin. Pal na het midden van de bocht neemt hij een momentje adempauze, om dan het volgende moment als een dolle vooruit te stormen. Een feest voor sportieve rijders! Als je wat terughoudender aan het gashendel draait, rij je nog steeds vlot, maar ook iets meer ontspannen door de bochten. Het Norden-blok houdt van een sportieve rijstijl, maar kan ook toeristisch rijden.

De DesertX is anders. Die kreeg het blok uit de Multistrada 950, maar heeft ten opzichte van die allroad een duidelijk kortere eindoverbrenging: in plaats van 15/43 15/49, da’s liefst 14 procent korter. Hoewel dat in principe een levendiger karakter oplevert, trekt de DesertX toch minder vurig van leer dan de Norden 901; hij voelt wat gelijkmatiger en meer ontspannen aan in de vele krappe Dolomietenbochten. En dat onafhankelijk van de gekozen versnelling, waarbij de Ducati-quickshifter graag met een resolute voet wil worden bediend, terwijl de Husqvarna wel iets langere schakelwegen heeft, maar de versnellingen er duidelijker in gaan.

Bij de DesertX kenmerkt ook het rijwielgedeelte zich meer door gemoedelijkheid dan door kwikzilverachtig sturen. Bij remmen en accelereren beweegt hij relatief weinig in zijn vering, wat samen met de lange wielbasis van 1.608 millimeter zorgt voor een lekker vast gevoel in bochten met uitstekende feedback. De Husqvarna is anders. Met een bijna tien centimeter kortere wielbasis (1.513 mm) gaat hij veel gretiger de bocht om, waarbij hij ook meer beweging in de vering toelaat. Dat valt echter alleen op bij rechtstreeks overstappen vanaf de Ducati. De Norden heeft beslist geen onrust in het rijwielgedeelte, de zachtere vering en demping wordt echt gebruikt om grote oneffenheden glad te strijken. Alleen bij kleine hobbels reageert de direct gemonteerde achterschokdemper niet fijngevoelig genoeg, die geeft hij voelbaar door. Desondanks maakt bij allebei deze motoren de staat van het wegdek bijna niks uit, dankzij de goede veringafstelling met lange veerwegen worden bijna alle naden, gaten en hobbels gecontroleerd verwerkt.

De bij allebei deze modellen gemonteerde Pirelli Scorpion Rally STR-banden geven ondanks hun grove profiel prima wegcontact, alleen bij hard remmen en accelereren komt er wat lichte beweging in het open loopvlak. Dat geeft niks, omdat zowel de Duc als de Huskie effectieve en snel reagerende hulpsystemen hebben die gripverlies tijdens remmen of accelereren tegengaan. Bergaf moet je mede door de hoge bouw desalniettemin wel rekening houden met wat langere remwegen. Verder is het een kwestie van opstappen en lol hebben. En dat nog op een zuinige manier ook, zeker op de Norden. Hij doet de testroute over de passen met een gemiddeld verbruik van 1 op 24,4 en is daarmee de zuinigheidskampioen van deze Alpen-Masters. De Ducati is ook knap zuinig, met een verbruik van 1 op 21,7. En ze komen allebei lekker ver met hun royale tanks van 21 liter op de DesertX en 19 op de Norden: dik 450 kilometer!

Het is dus niet zo gek dat het tussen deze twee machines aan het eind van de lange Dolomieten-testronde een hele krappe finish is. Eén miezerig puntje zit er tussen de Ducati en Husqvarna, in het voordeel van de Norden 901. Vooral qua praktische kanten en reiskwaliteiten biedt die het betere pakket. Hij laadt gewillig tassen op zijn rug, geeft een goede zitplaats aan de passagier en doet het op de criteria comfort en toereigenschappen iets beter dan de DesertX. Daarmee gaat hij samen met de zeven andere duelwinnaars nipt, maar dikverdiend door naar de finale.

MOTOPLUS-conclusie
Het is een absolute nek-aan-nek-race tussen deze twee hoogpotigen. Beide hebben logischerwijs een grote zithoogte, wat voor de kortbenigen onder ons het leven wat bemoeilijkt, maar afgezien daarvan zijn er nauwelijks echt minpunten te noemen. Deze twee motoren tonen nog maar eens aan hoe goed dit adventure-concept in een berggebied past. In dit geval trekt de Husqvarna aan het langste eind, maar eigenlijk hadden beide motoren een finaleplek verdiend!

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Ducati DesertX Rally

Eerste Test Ducati DesertX Rally

1 februari, 2024

Twee jaar geleden maakten we op Sardinië kennis met de nieuwe Ducati DesertX, een machine die door zijn slanke ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-