Provincietour – Overijssel

Gaaf, dacht ik toen ik alsnog de mogelijkheid kreeg om als provincieambassadeur voor Overijssel te mogen optreden. Na mijn studie heb ik aansluitend een aantal jaar in de Randstad gewoond, maar op een bepaald moment begon de drukte me enorm tegen te staan. De Dijk zong ooit ‘een man weet pas wat ’ie mist, als ze er niet is’ en dat verwoordt precies mijn relatie tot de provincie waar ik tot mijn negentiende permanent woonde. De rust, mooie omgeving en het landelijke karakter heb ik nooit bewust opgemerkt, dat was er gewoon.

Eenmaal verhuisd begon ik tijdens korte familiebezoekjes de rust en weidsheid wel echt te waarderen. En op een bepaald moment zelfs zo te missen dat ik besloot weer terug naar de provincie te verhuizen. Inmiddels alweer vier jaar geleden en ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Ik vind het daarom echt een eer dat ik Overijssel mag vertegenwoordigen. En dat dan ook nog op een Suzuki GSX-S1000GX, een motorfiets waar ik al een tijdje met een scheef oog naar kijk als opvolger van m’n eigen V-Strom 650, omdat ik inmiddels wel toe ben aan wat meer vermogen. Van tevoren blijkt wel dat een route van ongeveer tweehonderd kilometer langs alle hoogtepunten van Overijssel eigenlijk ondoenlijk is, daarvoor is de provincie gewoon te groot. Ik heb ooit al eens een trip langs de provinciegrens gereden en dat alleen al was ruim 550 kilometer. Met lichte schaamte moet ik daarom bekennen dat ik één van de twee nationale parken van Overijssel, de Weerribben-Wierden, links laat liggen. Maar geen nood, onderweg kom je genoeg ander moois tegen!

De route, met een lengte van ruim 225 kilometer, begint en eindigt in Deventer, een van de verschillende Hanzesteden die Overijssel rijk is. De ‘koekstad’ (vernoemd naar de bekende Deventer koek) heeft een zeer rijke historie en telt tal van oude rijksmonumenten (o.a. de Bergkerk), met name in en rond het oude centrum. Dat bewaren we echter voor het einde van de rit, we beginnen namelijk aan de oevers van de IJssel bij het majestueuze Hotel Aan de IJssel. Vanaf Deventer tot aan Zwolle vormt de rivier over grote delen de natuurlijke grens met Gelderland.

Bijna vijfentwintig kilometer lang volgen we de IJssel over de prachtige Bandijk/ IJsseldijk in noordelijke richting tot aan Wijhe. En wie Wijhe zegt, zegt pontje, en dat pakken we natuurlijk ook even mee. Moet ook wel, want eigenlijk zijn we illegaal bezig, we hebben namelijk een paar kilometer over Gelders grondgebied gereden. Het pontje van Wijhe brengt ons gelukkig weer op Overijssels grondgebied. Vanaf Wijhe voert de tocht verder in noordelijke richting, waarbij je onder meer Liederholthuis en Heino schampt op weg richting Dalfsen. Onderweg kom je onder meer langs havezate Den Berg, dat rond de vijftiende eeuw is gebouwd. Net voor Dalfsen gaan we vervolgens rechtsaf in oostelijke richting, maar wie toe is aan een bak koffie of iets fris, kan er ook voor kiezen om op de rotonde even rechtdoor te gaan.

Wanneer je over de brug rijdt, zie je links al Grand Café de Fabriek liggen met een ruim terras met uitzicht over de Vecht. Via een klein deel van het Vechtdal gaat het richting de grootse hoogten van de Lemelerberg. Een beetje een bedrieglijke naam, want het betreft een stuwwal tot zo’n zestig meter boven NAP. Waar het Vechtdal zich nog kenmerkt door uitgestrekte groene weilanden en loofbomen, rij je op de Lemelerberg vooral door bosgebied. De route loopt vervolgens dwars door Lemele, waarna we bij Hankate linksaf het stroomgebied van de Regge in duiken. Die naam kom je op weg naar Vroomshoop/ Daalerveen een paar keer tegen, zij het in andere vorm, als Midden Regge en Beneden Regge onder meer.

Sowieso wordt dit deel van de route gekenmerkt door talrijke middelgrote en kleinere waterlopen. Na Den Ham doorsnijden we de regio Twente helemaal van noord naar zuiden tot aan Enschede. Deze landstreek kenmerkt zich, afgezien van de grote stedendriehoek Almelo, Hengelo en Enschede, voornamelijk door het sterk agrarische karakter. Misschien dat dat ook de reden is dat de regio vaak over één kam wordt geschoren met de Achterhoek, maar niets is minder waar. Noem een Tukker geen Achterhoeker, want dat wordt je niet in dank afgenomen. Andersom trouwens ook niet! Vlak voor Delden kom je langs een bijzondere plek, die zeker de moeite van een korte tussenstop waard is: Twickel. Dit historische landgoed, naar verluidt één van de mooiste van Nederland, is vooral beroemd om zijn zeer fotogenieke kasteel met slotgracht, maar omvat nog veel meer bezienswaardigheden. Prachtige parken en tuinen, historische boerderijen, een watermolen en windmolen en een oranjerie om maar eens wat te noemen.

Voor liefhebbers van oude cultuur een fantastische plaats om even lekker rond te struinen. De dagteller staat inmiddels op 115 kilometer en dan is het wel tijd voor een kleine versnapering. Direct na het verlaten van de parkeerplaats van Twickel gaat het linksaf richting Delden, waarbij je na een paar honderd meter Café-Restaurant ’t Hoogspel passeert. Het is daar prima toeven op het fraaie terras. De route loopt aansluitend door Delden, waarbij je ook nog de nodige pleisterplaatsen passeert. Het tweede deel van de route leidt je eerst grotendeels langs de zuidelijke provinciegrens. Via recreatiepark Het Rutbeek gaan we onder Enschede langs richting Buurse. Wat volgt is een prachtig lommerrijk stuk langs natuurgebied het Buurserzand met nog een korte tussenstop bij De Watermolle, een – je verwacht het niet – watermolen aan de Buurserbeek. Via Haaksbergen, St. Isidorushoeve, Hengelvelde en Diepenheim wordt vervolgens gekoerst naar het laatste deel van de route.

Na eerst het Twentekanaal te zijn overgestoken, gaat het via een wirwar aan mooie landelijke wegen langs Markelo richting Nijverdal, waarvan we slechts een klein puntje meepakken. Niet Nijverdal is namelijk het doel, maar de prachtige Sallandse Heuvelrug, een van de twee nationale parken in Overijssel. Tien wonderschone kilometers door een uitgestrekt heidelandschap leiden je vervolgens naar Holten, vanwaar het nog een goede twintig kilometer is naar het eindpunt in Deventer. Wederom mooie rustige kilometers door een open landschap, waarna na Schalkhaar enkel nog wat plichtmatige kilometers door de stad Deventer volgen. Met reden, want eindpunt van de route is de Brink, het oudste deel van de stad. Niet alleen een historisch punt waar het nodige te zien is, ook een prachtig punt om de dag af te sluiten met een maaltijd of drankje in een van de vele horecagelegenheden ter plekke!

DE OMRIT WAARD
Het is onmogelijk om alle provinciale hoogtepunten in één dagtoer onder te brengen. Zo lukte het niet om de Weeribben-Wierden in de route op te nemen, dat strak in de noordelijke provinciepunt ligt ingeklemd tussen Drenthe, Friesland en Flevoland. Een weergaloos stukje natuur dat je absoluut een keer moet bezoeken, zelfs al moet je er de provinciegrens voor over. Ook leuk: de oude Luttenbergring, Hanzesteden Hasselt, Zwolle en Kampen, Giethoorn, Avonturenpark Hellendoorn, Ootmarsum (Springendal & Dal van de Mosbeek), de Tankenberg bij Oldenzaal en de oude stoomtrein en Grolsch-fabriek in Boekelo.