Alpenmasters 2025 – Aziatische mid-adventures VR1

Pagina gaat door onder advertenties
Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees
- Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
- 15.000+ online artikelen
- 380+ digitale magazines
Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

Ja, een fronsend wenkbrauwtje mag best, maar toch klopt deze categorienaam wel: beide voormalige Italiaanse merken zijn immers al lang in Chinese handen: achter Benelli staat nu QJMotor, Moto Morini is eigendom van de Zhongneng Vehicle Group. En dat is de reden waarom dit duo Azië vertegenwoordigt in de Mid Adventures-categorie bij Alpenmasters 2025. Het voordeel van de nauwe band met China: bijna ongeëvenaard lage prijzen. De TRK702X bijvoorbeeld staat bij de dealer voor een vanaf prijs van € 9.699,-, en is dit jaar standaard voorzien van extra’s als een valbeugelset, handvatverwarming, zadelverwarming en een hogere ruit. De Moto Morini staat met een prijs van € 9.499,- nóg goedkoper in de boeken. In beide gevallen mogen eigenaren zich verheugen op 700 cc tweecilindermotoren, die met een maximaal vermogen van 70 pk en een betamelijke hoeveelheid spieballen ruim voldoende in hun mars zouden moeten hebben voor een energieke klimpartij op de hellingen rond Sella & Co.
In theorie althans, maar de praktijk kan heel anders uitpakken. In ieder geval een beetje. Een eerste aanwijzing voor een op rijdynamisch vlak wellicht terughoudend optreden leert een blik op de weegschaal. Met een volle tank sleurt de Benelli een dikke 249 kilogram mee door de bergen, bij de Moto Morini zijn dat er een paar minder. Met 241 kilogram is dit echter ook een allesbehalve licht beestje. Met zijn strakke kuip en vloeiende, homogene design oogt de X-Cape, voorzien van 19/17 inch wielen, in ieder geval wel lekker slank. Zittend op 845 millimeter hoogte worden de benen echter wel merkbaar ver uit elkaar gedrukt door de achttien liter grote tank. Op dit punt scoort de wat agressiever gelijnde, licht GS-achtig Benelli beter. Het zadel ontvangt je als een behaaglijk bankstel op een hoogte van 85 centimeter, de knieën vallen als vanzelf in de uitsparingen van de twintig liter tank. Het stuur torent hoog en breed voor je op en de voetsteunen zijn ver naar voren geplaatst. Een nogal opvallende ergonomie die je in een zeer passieve houding dwingt. Daardoor is het gevoel met het voorwiel ver te zoeken en wint het comfort het duidelijk van de feedback.
Een vlakker stuur, beter gepositioneerde voetsteunen; de Moto Morini biedt zijn berijder een andere zitpositie en slaagt veel beter in de spagaat tussen comfort en dynamiek. Dat zorgt uiteindelijk voor een betere wendbaarheid en beheersbaarheid in de prachtige haarspeldslingers. Op de Morini pak je moeiteloos iedere bocht op vloeiende wijze. Vizier op de uitgang van de bocht en de Moto Morini volgt gewillig de beoogde lijn. De Benelli rondt de haarspeldbochten minder vlot en nonchalant, er is duidelijk meer kracht op het stuur nodig om de echt krappe radius van een hairpin strak te volgen. Daar staat tegenover dat hij zich wat preciezer richting bochtuitgang laat dirigeren en de Moto Morini uiteindelijk toch zijn brede achterkant laat zien.
Dat laatste is deels ook te wijten aan het blokkarakter. De tweecilinder van de X-Cape blinkt weliswaar uit in soepel rijgedrag, maar ontbeert het simpelweg aan kracht in het lage toerentalbereik. Onder de vierduizend toeren waait er een minimaals koppelbriesje, pas vanaf zesduizend toeren komt er meer leven in de brouwerij. Dan is de Benelli echter al lang en breed aan de horizon verdwenen. Of over één van de talrijke Dolomietentoppen beter gezegd. En natuurlijk, een rit door de Alpen is geen wedstrijd, maar de acceleratie bergop met passagier spreekt boekdelen. Bij deze test gaat het bergop in de tweede versnelling van 25 tot 75 km/uur, waarbij er op de Benelli 7,4 seconden weg tikken. In het zadel van de Moto Morini duurt diezelfde exercitie twee seconden langer. Wie dit verschil extrapoleert naar twintig bochten, komt bijna een cappuccino eerder aan op de betreffende bergtop.
Tenminste, zolang de haastige Benelli-rijder niet overdrijft met hellingshoeken. Waarom? Omdat de op zich praktische middenbok vrij los aan de veer hangt en al zeer vroeg frivole krassen in het asfalt trekt. De middenbok geeft dan wel mee naar boven, maar echt heel veel vertrouwen geeft dit natuurlijk niet. Er zijn weliswaar reserves met betrekking tot de hellingshoek, maar ook dat houdt een keer op. Plotseling op ook. Dat zal je op de Moto Morini niet snel overkomen, die heeft qua mogelijke hellingshoek namelijk ruim voldoende in de aanbieding voor het serieus nemen van bochten van zeer divers pluimage. Ook qua uitrusting onderscheidt hij zich duidelijk van de TRK702X: volledig instelbare veerelementen, een praktische stelknop voor het aanpassen van de veervoorspanning achter, een in hoogte verstelbare ruit en een uiterst informatieve cockpit laten in deze prijsklasse nauwelijks nog wensen open. Goed op beide: verstelbaar rem- en koppelingshendel.
Dat remhendel komt in beeld bij de volgende test: bergafwaarts remmen op het randje met passagier staat op het programma. De twee avonturiers behalen hier weliswaar geen topresultaten, maar remmen zonder dat het achterwiel loskomt op een verder prima niveau. De vork van de Moto Morini duikt daarbij diep in de veren, terwijl de Benelli veel handkracht vereist om überhaupt in het ABS-regelbereik te komen.
Komt het op een bezoek aan de pomp aan, dan scoort de X-Cape beter. Ondanks het voortdurende bergop en bergaf rijden in de Dolomieten, stelt de Morini zich tevreden met een bescheiden 1 op 21,7, waarbij de TRK702X het met een 1 op 21,3 overigens maar een fractie minder goed doet. Dankzij zijn grotere tank legt de Benelli met 426 kilometer dan wel een veel ruimere actieradius aan de dag, waarbij ook de 390 kilometer van de X-Cape zeker geen verkeerde waarde is.
Beide Italiaans-Chinese motoren zijn dus prima geschikt voor uitgebreide tochten in de Alpen, waarbij de Benelli uiteindelijk net iets beter scoort dan de Moto Morini. De doorslaggevende factor in het voordeel van de TRK702X zijn vooral de prestaties van het blok, meer specifiek de kracht van onderuit. Bovendien zitten zowel bestuurder als passagier op wolken. Voor solisten is de Moto Morini overigens zeker het overwegen waard, omdat hij veel motorfiets biedt voor een bescheiden spaarpot. Het onderin wat lusteloze blokkarakter zou je dan wellicht kunnen compenseren met een wat kortere eindoverbrenging.
MotoPlus-conclusie
De vertegenwoordigers Aziatische adventure-fractie hebben gemeen dat ze veel motorfiets bieden voor relatief weinig geld. Het hoge gewicht laat echter ook zien dat Benelli en Moto Morini geen wonderen kunnen verrichten. Dankzij de krachtiger twin en het comfortabele zitarrangement voor bestuurder en passagier gaat de Benelli door naar de finale. De Moto Morini mist vooral in de bergen de punch van een tweecilinder bij lage toerentallen.
Pagina gaat door onder advertenties
Pagina gaat door onder advertenties