WK Superbike Cremona, Italië

Met een voorsprong van 21 punten op Toprak Razgatlioglu begon Nicolo Bulega aan zijn thuisrace in Cremona. Bulega was er op gebrand om zijn twee onfortuinlijke nul-scores van Assen weg te poetsen. Dat lukte meer dan voortreffelijk, want Bulega reed onverstoorbaar naar zijn tweede hattrick van het jaar. Bo Bendsneyder haalde dit keer het Supersport-podium niet.
Pagina gaat door onder advertenties
Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees
- Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
- 15.000+ online artikelen
- 380+ digitale magazines
Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.
De progressie die Nicolo Bulega dit jaar doormaakt, is opmerkelijk. Zijn debuutseizoen in het WK Superbike begon hij vorig jaar spectaculair met een overwinning, maar vervolgens moest hij twintig races wachten om in Magny Cours weer als eerste te worden afgevlagd. Met twee overwinningen tijdens de seizoensfinale in Jerez leek Bulega al een voorschotje te nemen op 2025. Dat hij direct in zijn eerste jaar op de Panigale V4R teamgenoot en toen nog regerend wereldkampioen Alvaro Bautista in de eindstand ruim achter zich liet, was toch ook veelzeggend. Alleen: Toprak Razgatlioglu was niet alleen sterker, de BMW-crack was ook meer ervaren en slimmer. Het feit dat BMW vorig jaar van een speciaal frame gebruik mocht maken, was bepaald geen nadeel voor Razgatlioglu & co. Maar in 2025 moest BMW reglementair weer een stap terug doen, waardoor Razgatlioglu en ook Michael van der Mark voelen dat oude monsters uit het verleden de kop op steken.
De BMW is nog steeds zeer snel, maar laat zich minder makkelijk sturen en de bandenslijtage waarmee de BMW-rijders in Assen te maken kregen, was niets minder dan pijnlijk. En dan is daar nog Nicolo Bulega; in Assen verreweg de snelste rijder, maar hem werd door pech twee maal de winst onthouden. De hattrick die Bulega in Assen had verdiend, kwam er in Cremona, een uurtje van de plek waar hij geboren werd. De eerste race bracht vuurwerk in de eerste ronden dankzij Bulega en Razgatlioglu, de nummers 1 en 2 in de tussenstand. Polesitter Bulega nam direct de leiding, maar Razgatlioglu besefte maar al te goed dat zijn enige kans was om Bulega’s ritme te verstoren. De titelverdediger zette dan ook Bulega brutaal aan de kant, maar de Ducati-coureur counterde meerdere malen. Na zijn laatste counter sloeg Bulega een gaatje, dat uiteindelijk opliep tot ruim 3 seconden. Bautista was ’the best of the rest’ maar voor de Spanjaard was er duidelijk niet meer weggelegd dan een bijrol. De tweevoudige wereldkampioen, op vrijdag drie maal gevallen, kwam van meet af aan veel te kort op de snellere Bulega en Razgatlioglu. Zo groot als de gaten waren aan de kop van het veld, zo dicht bij elkaar zat het achter de top 3. Andrea Iannone leidde een grote groep van negen rijders die binnen drie tellen van elkaar finishten.
De zondagse races waren voor wat betreft de verdeling van de podiumplekken in feite blauwdrukken van de openingswedstrijd op zaterdag. In de Superpole-race deed Razgatlioglu zijn best om het Bulega lastig te maken, maar de Ducati-coureur had een veilige marge om de Turk op afstand te houden. Bautista koerste alle tien ronden als derde en bleef uiteindelijk de grieperige Sam Lowes een seconde voor. Bulega stond zelf versteld van zijn tweede Superpoleracezege van het jaar.
“De pace was waanzinnig. Alsof het allemaal kwalificatierondjes waren”, meende hij. Voor Razgatlioglu was de tweede plaats ‘beter dan niks’. Dat het nog harder kon, bewees Bulega in de laatste race op zondagmiddag toen hij zeven seconden sneller was dan over dezelfde afstand op zaterdag. Toch bleef Razgatlioglu na een vrijwel identieke racetekening – Razgatlioglu passeerde kopstarter Bulega, totdat die vier ronden voor het eind simpel op snelheid voorbij de BMW-rijder vloog – dichterbij dan in race 1. Bautista zag zijn achterstand wel groeien van 6 naar ruim 8 seconden. De 40-jarige Spanjaard finishte dit jaar voor het eerst in alle drie races in de top 3. Bulega tekende voor zijn tweede ’triple’ van het jaar. “Ongelooflijk dat het hier gebeurt”, verbaasde hij zich ook. “Op één van mijn slechtste circuits. Het bewijs dat we ten opzichte van vorig jaar (toen Bulega een keer tweede en derde werd, red.) een stap hebben gezet. Daar ben ik heel blij om.”
Razgatlioglu zag wel zijn achterstand groeien tot 34 punten. “Ik wilde graag vechten, maar dat lukte niet”, constateerde hij, om fijntjes nog eens zijn frustratie over een vermeend technisch voordeel van de Ducati-rijders te melden. “Felicitaties aan alle Ducati-rijders.” Toch waren Petrucci en Sam Lowes als vierde en vijfde op grote achterstand de enige andere Ducati-coureurs in de top 10.
Michael van der Mark begon zijn eerste twee races vanaf de tiende startplaats en slaagde er op zaterdag niet echt in om veel progressie te boeken. Van der Mark bevond zich in de grote groep die door Iannone werd geleid, maar aanvallen lukte niet. Twee ronden voor het einde verloor de BMW-rijder nog zijn zevende plaats aan Danilo Petrucci. In de Superpole-race vocht Van der Mark zich een halve seconde achter Iannone naar een negende plek. Met de Italiaan kreeg Van der Mark ook in de slotrace te maken. In duel om de achtste positie kreeg Iannone twee keer een schouderduw van de binnendoor duikende Van der Mark. Uiteindelijk moest de Nederlander andermaal genoegen nemen met de negende plaats. “Het was een constant weekend. “We hebben ons hier behoorlijk verbeterd, maar inhalen is hier lastig omdat iedereen bijna hetzelfde tempo rijdt. Onze pace was goed”, oordeelde Van der Mark, vorig jaar twee keer zevende in Cremona. “We hebben goed wat punten gepakt, maar we willen minimaal meedoen in de top 5. Dus het pakket moet beter.”
Niet minder dan vijf rijders leidden de eerste WK Supersport-race op zaterdag. Bo Bendsneyder was niet één van hen. Vanaf de vierde startplek verloor de MV Agusta-rijder direct veel posities. Vanaf een kansloze dertiende plaats merkte Bendsneyder hoe moeilijk het is om te passeren op het vloeiende maar krappe Cremona. Sinds vrijdagochtend werd hij bovendien geplaagd door plotselinge rugklachten. Vooral profiterend van het uitvallen van andere rijders finishte Bendsneyder teleurstellend als zevende, pas zijn tweede finish naast het podium dit seizoen. Stefano Manzi was de meest agressieve en slimme rijder van de kopgroep. De Ten Kate Yamaha-rijder won vlak voor Tom Booth-Amos en Valentin Debise. Ook in de tweede race zakte Bendsneyder in de openingsfase terug van de zevende naar de twaalfde positie en reed pas ver in de tweede helft van de wedstrijd snelle tijden. De MV-topscorer en werd uiteindelijk nog vijfde, wel ruim op negen seconden van winnaar Manzi. Booth-Amos en Bendsneyders laatste Moto2-teamgenoot Jaume Masia completeerden de top 3. Bendsneyder handhaafde zich op de tweede plaats in de tussenstand maar zag zijn achterstand op Manzi groeien tot 44 punten. Terwijl Glenn van Straalen puntloos bleef in Italië, ontbrak Loris Veneman helemaal. Na een zeer moeizame, vaak door pech geplaagde voorbereiding brachten de eerste drie raceweekends weinig beters. De coureur uit Dalfsen brak met het EAB Racing Team nadat hij en team verschillende opvattingen hadden over hoe verder te gaan.
Pagina gaat door onder advertenties
Pagina gaat door onder advertenties