Grootste motormagazine van NL Grootste motormagazine van Nederland
15.000+ online artikelen 15.000+ online artikelen
1.000+ online testen 1.000+ online testen
Gratis thuisbezorgd in NL Gratis thuisbezorgd in Nederland
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info

Spielberg, Oostenrijk

RINGMEISTER ZWEI

Er staan vier circuits op de kalender van 2025 waar Marc Marquez nog niet eerder een MotoGP-race won. De Red Bull Ring was er daar één van. Met een gecontroleerd optreden kon hij die afstrepen na zijn zesde opeenvolgende zege. Het nieuwe Balaton Park, Mandalika en Portimao blijven nog onontgonnen terrein voor de Ducati-coureur. Maar met een Marc Marquez in de huidige vorm lijkt niets onmogelijk. Onduidelijk is wat er voor Pecco Bagnaia nog mogelijk is in 2025.

 

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Drie keer werd Marc Marquez op de Red Bull Ring verslagen door Ducati-rijders. In 2017 en 2019 was Andrea Dovizioso de toenmalige Repsol Honda-kopman te slim af, in 2018 was Jorge Lorenzo net iets sneller. Nu, als ‘rijder van de rooien’, was er geen excuus meer, vond Marquez zelf ook. Achter polesitter Marco Bezzecchi ging hij eerst en kortstondig het duel aan met teammaat Pecco Bagnaia, daarna wachtte hij negentien ronden op het moment waarop hij van Bezzecchi de leiding kon overnemen. Een eerste aanval wist de Aprilia-coureur fraai te counteren, tegen de tweede had hij geen verweer. Na zijn eerder verdiende geuzennaam ‘the King of the Sachsenring’ werd de 32-jarige Spanjaard nu ook ‘Ringmeister’ van het razendsnelle circuit nabij Spielberg. Het was voor Marquez de zesde opeenvolgende zege en, met ook de Sprint-winst op zaterdag, zijn negende ‘dubbel’. Dat hij in dertien raceweekend inmiddels 26 punten meer bijeen reed dan op de Gresini Ducati in het hele seizoen 2024 wekt al nauwelijks meer verbazing. Dat in de slotfase er een plotselinge dreiging kwam van de fabuleus rijdende Fermin Aldeguer, was onverwacht. Na de eerste ronde kwam de 20-jarige rookie pas als achtste voorbij start-finish, maar in een nauwelijks bij te benen opmars reed hij vanaf de achtste ronde, inmiddels opgeklommen naar de vijfde positie, in de resterende 21 ronden veertien maal een snellere ronde dan winnaar Marquez.

Zes ronden voor het einde passeerde hij Bezzecchi en bracht het verschil met Marquez terug tot 0,7 seconden. De klassementsleider hield echter stand. Achter Bezzecchi had hij gemerkt dat lastig was om zijn eigen rempunten te gebruiken, terwijl hij bij het accelereren juist de achterband zwaarder belastte. “Daarom nam ik even een adempauze om de voorband ook wat te laten afkoelen”, legde Marquez uit. “Toen ik zag dat zijn achterband begon te ‘zoeken’, besloot ik opnieuw aan te vallen.” Dat hij daarna de dreiging van de aanstormende Aldeguer onder controle had gehad, was niet het geval, zei Marquez. “Toen ik Marco inhaalde, zag ik twee namen op mijn pitboard en zag dat Aldeguer er aan kwam. Ik wist ook dat hij van de Ducati-rijders één van de besten is als het gaat om bandenmanagement. Dus ik moest nog een keer maximaal pushen. Eens kijken wat hij nog kon. Uiteindelijk hield ik die 0,8 (1,118, red.).” Dat hij net te kort kwam om een zesvoudig MotoGP-wereldkampioen een sensationele nederlaag toe te brengen, was niet iets waar Aldeguer heel erg mee zat. “Dit was één van beste races uit mijn carrière”, vond Aldeguer, die na een eerdere derde plaats in de Franse Grand Prix ook nog twee Sprint-podiums veroverde.

Zijn inhaalactie op vierde man Pedro Acosta was van grote schoonheid en ook zijn manoeuvre op Bagnaia getuigde van zelfvertrouwen. “Inhalen ging me eigenlijk makkelijk af. Nadat ik Pecco voorbij was gegaan, was het gat met Marco nog best groot maar mijn gevoel werd per ronde beter. Maar toen ik hem ook passeerde, dacht ik ‘dit wordt niet alleen een podium, ik kan ‘m winnen’. Maar met Marc het gevecht aan gaan, is niet makkelijk.” Aldeguer heeft in korte tijd een reputatie opgebouwd als een coureur die uitstekend met bandenslijtage kan omgaan. “Waarom dat zo is, weet ik niet. Het is mijn stijl. Misschien dat het komt door mijn bochtensnelheid of hoe ik met het gas omga. Ik ben een ‘nette’ rijder.” Marquez gaf wat meer inzicht. “Ik zag dat hij in sector drie, met een dubbele linker en maar één rechter bocht sneller was dan ik. Ik zag dat hij een hoge bochtensnelheid vast kan houden. Vooral met de band met het hardere karkas die we dit weekend hadden, moet je dat doen. Rij je ‘stop & go’, dan blijft de band zweven en mis je wat met het accelereren”, aldus Marquez. “Ik heb geprobeerd om hem in die twee bochten een beetje te kopiëren. In die rechter bochten reed hij anders, was hij super goed.” Maar vooral in de openingsfases van races viel nog winst te behalen, meende Aldeguer zelf. “Ik moet mijn starts oefenen, ik moet na de eerste ronde in een betere positie zitten om het allemaal wat makkelijker te maken. Maar dit eerste seizoen is er één om te leren.” Met zijn derde podium in vier races scoorde Marco Bezzecchi Aprilia’s eerste top 5-klassering op de Red Bull Ring. Terwijl teamgenoot Jorge Martin na een hectische race halverwege crashte in vijftiende positie bevestigde Bezzecchi de progressie van de RS-GP. Marquez en ook Aldeguer waren gewoon te snel voor hem, gaf de Aprilia-rijder toe. “Toen we hier naar toe kwamen, zei iedereen, vooral Massimo (Rivola, Racing CEO, red.), dat we geen te hoge verwachtingen moesten hebben, omdat ze het hier altijd moeilijk hadden gehad. We konden gelukkig het één en ander aanpassen, maar het is nog steeds niet goed genoeg”, oordeelde Bezzecchi, die halverwege een niet nader omschreven ‘klein probleem’ had. “Vooral in het laatste deel van de race moeten we nog wat vinden. Maar we kunnen tenminste vechten en met plezier races rijden.”

Tot en met de zestiende van 28 ronden bezette Pecco Bagnaia de derde plaats, daarna werd hij eerst weinig zachtzinnig aan de kant gezet door Pedro Acosta, vervolgens door Aldeguer, Enea Bastianini, Joan Mir en – met een beschadigde KTM – Brad Binder. Marquez’ winnende tijd was 0,167 seconde sneller dan Bagnaia’s recordtijd van 2024. Bagnaia zelf had echter ruim twaalf tellen meer nodig om als achtste te worden afgevlagd. Ducati Corse-baas Gigi Dall’Igna noemde Bagnaia’s optreden tegenover de Italiaanse pers ‘weinig indrukwekkend’. Omdat Alex Marquez na het voltooien van zijn in Brno opgelopen Long Lap-penalty (vanwege het onderuit kegelen van Joan Mir) bleef steken op een tiende plaats, maakte Bagnaia ook maar twee punten goed op de jongste Marquez. Hoewel hij nog steeds 43 punten voorsprong heeft op vierde man Bezzecchi verloopt Bagnaia’s seizoen dramatisch. “Eerlijk gezegd snap ik niet wat er dit jaar allemaal gebeurt”, vertelde een zeer teneergeslagen Bagnaia. “Voor het eerst dit seizoen dacht ik mee te kunnen vechten na snelle en constante trainingen. Maar toen het op punten halen aankwam, lukte het niet meer. Heel vreemd. Op zaterdag ging het wat mij betreft over een grens (Bagnaia beschuldigde Michelin van het leveren van een slechte band, red.), iets wat ik en ook het team niet kunnen accepteren. En vandaag begon ik goed, ik wist dat ik de pace kon controleren, maar ik werd alsmaar langzamer. Ik kwam bochten niet uit, ik verloor steeds meer. Ik was hier altijd snel, ook met gebruikte banden en dit jaar leek ik te zijn vergeten hoe dat moest.” Hij had op een circuit waar de laatste drie GP’s won en ook de twee Sprints van 2023 en 2024 overtuigend op zijn naam had geschreven een grote kans op een sterk resultaat laten liggen, meende Bagnaia. “Dit jaar ben ik gewoon langzamer. Dat is moeilijk te accepteren en het is ook lastig geduldig te blijven. Ik doe alles wat Ducati mij heeft gevraagd en er is niets veranderd.”

Vorig jaar had Bagnaia na dertien GP’s als tweede man in het klassement met onder meer zeven overwinningen en drie Sprint-zeges met 305 punten een achterstand van slechts zeven punten op Jorge Martin. Dit jaar is de worstelende Ducati-coureur goed voor vijf derde plaatsen, een tweede plaats en – met dank aan een crashende Marc Marquez – één overwinning in Amerika. Het contrast tussen beide zijden van de pitbox is pijnlijk groot en de vraag is of de Ducati-leiding met een goed gesprek de stijgende frustraties tussen coureur en management kan onderdrukken.

Gepubliceerd op

Pagina gaat door onder advertenties

Meer artikelen & nieuws

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

Word MotoPlus abonnee!

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

Word abonneevanaf €0,67 per week