Grootste motormagazine van NL Grootste motormagazine van Nederland
15.000+ online artikelen 15.000+ online artikelen
1.000+ online testen 1.000+ online testen
Gratis thuisbezorgd in NL Gratis thuisbezorgd in Nederland
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info

Schotse Low- en Highlands

Geschreven door onze specialist

Twan Hulshof

Begin juni trok een groep MotoPlus-lezers onder bezielende aanvoering van MoorMotor naar Schotland voor een twaalfdaagse rondreis. Via de al prachtige Lowlands en Western Highlands ging het naar het letterlijke hoogtepunt in de vorm van de Northern Highlands. Zelf waren we uiteraard ook van de partij, echter alleen op het eerste deel van deze memorabele trip. Wat blijft hangen? Nou, vooral het bekende: We want more!

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Het is klokslag half drie wanneer ik op zondagmiddag de Pan America ST parkeer voor het terras van Grand Cafe Kruiten in IJmuiden, de verzamelplek alvorens zal worden ingescheept op de DFDS ferry naar Newcastle. Martine en Maurice van MoorMotor (klinkt Brits, maar is zo Hollands als spruitjes) wachten de deelnemers op, die er op twee na allemaal al zijn. Een gevarieerd gezelschap, zowel qua persoonlijkheden als motoren, getuige onder meer de Harley-Davidson Street Glide CVO, Yamaha XT1200 Super Ténéré  en Triumph Tiger 1200 op de stoep. De dikke GL1800 Gold Wing moet dan nog komen, Tonnie en Marian zijn alleen lichtelijk verlaat vanwege files en ander Neerlands verkeersongemak.

Met twaalf dagen Schots stuurplezier over voornamelijk verlaten wegen voor de boeg, hoef je echter allesbehalve medelijden met het duo te hebben. Ze geven uiteindelijk een stief kwartiertje later dan gepland acte de présènce en na een korte briefing gaat het in konvooi, met Martine in de begeleidende bus voorop, naar de veerbootterminal een paar honderd meter verderop. Na wat kleine officiële plichtplegingen is de hele ploeg een goed kwartier later aan boord en kan de reis echt beginnen.

Hoe groot is het contrast wanneer de veerboot de volgende ochtend de monding van de Tyne binnen vaart. Namen we afscheid van de lage landen met een blik op het weinig tot de verbeelding sprekende IJmuiden in het algemeen en Tata Steel in het bijzonder, worden we in Newcastle welkom geheten door het uit 1845 stammende Collingwood Monument dat over de mondig en zee uitkijkt. Al gebied de eerlijkheid te zeggen dat de eerste kilometers vanaf de haven langs enkele van Newcastle’s nogal treurig ogende voorsteden de zintuigen nou ook weer niet bepaald weten te prikkelen. Dit in tegenstelling tot het stuk door de oude binnenstand van Newcastle langs de rivier met zicht op de oude stalen Tyne Bridge en de daarachter gelegen High Level Bridge.

Het blijft daarbij toch bijzonder om te ervaren hoe je na één nachtje varen in een gevoelsmatig totaal andere wereld terecht komt. Westers weliswaar, maar toch met een heel andere vibe. De typisch Britse sfeer is alomtegenwoordig: in het straatbeeld, bij de bevolking, verkeerstechnisch gezien en niet in de laatste plaats landschappelijk. Alleen dat gevoel al maakt een bezoek aan het Verenigd Koninkrijk anders dan een willekeurig bestemming op het Europese vasteland!

De eerste kilometers door Newcastle en periferie zijn bovendien een prima manier om even aan het links rijden te wennen, wat overigens totaal geen issue is. Na twee rotondes en drie minuten in het zadel weet je al niet beter. En dat is maar goed ook, want er moeten nog wel de nodige kilometers worden afgewerkt naar de eindbestemming vandaag: Peebles. Ondanks dat de douaneformaliteiten vlotjes en probleemloos verliepen, is het toch al half twaalf geweest wanneer we bij Blaydon on Tyne Newcastle en zijn agglomeratie definitief achter ons laten. Voor ons ligt onder meer een klein deel van het Northumberland National Park, dat met zijn groene heuvels en smalle wegen een bescheiden voorbode vormt van wat ons de komende dagen te wachten staat. Northumberland, Engeland nog dus, en daarvoor zijn we niet hier. Na een kop koffie aan het Kielder Water dient slechts een paar kilometer later dan eindelijk de Schotse grens zich aan, dat zich eigenlijk nauwelijks een grens mag noemen.

Buiten een vervallen, uit stenen opgetrokken pilaar getuigt niets ervan dat we toch echt in het land van clans, whisky en kilts zijn gearriveerd. En van single tracks niet te vergeten, en het duurt dan ook niet lang voor we de eerste daarvan krijgen voorgeschoteld. Omdat het landschap hier nog voorzichtig glooit, zijn die wegen hier nog redelijk goed te overzien, maar hoe verder richting noorden, hoe ruiger het landschap en hoe onoverzichtelijker met name die smalle eenbaansweggetjes racks worden. Via een gevarieerde route door onder meer groene valleien, veelal met grazende schapen in de belendende weides, worden de laatste honderd kilometer naar Peebles afgelegd, een middelgrote plaats doorsneden door de Eddleston Water en Tweed, waarbij die laatste onder meer wordt overspannen door de gelijknamige stenen brug uit 1426.

Door de ligging tussen Edinburgh en de Schotse grens was het strategisch gezien altijd een belangrijke plaats, getuige onder meer ook het nabijgelegen Neidpath Castle. We nemen de intrek in het historische Tontine Hotel dat met zijn rijke geschiedenis die terugvoert tot 1806, één en al authentieke sfeer en charme ademt. Herbergt bovendien ook een kleine bar, een frisse pint gaat er na zo’n enerverend dagje sturen wel in!

De volgende ochtend strak negen uur worden de motoren weer gestart. Een flinke etappe staat er op het programma vandaag, dwars door Schotland naar Inveraray in het westen aan de oever van Loch Fyne. Sowieso zullen we vandaag veelvuldig langs de befaamde Schotse Lochs rijden, maar dat is voor later. Het eerste deel van de route leidt langs de Schotse hoofdstad Edinburgh. Waar het achterland zich voornamelijk kenmerkt door veelal verlaten wegen, is die rust hier ver te zoeken. Na wat rustige secundaire straatjes volgen daarom een aantal plichtmatige kilometers over snelwegen om die drukte maar zo snel mogelijk gehad de hebben. Waar het weer zich gisteren nog van een prima kant liet zien, is het vandaag iets minder. De temperatuur is met zo’n achttien graden prima, wel staat er een tergend harde wind en worden we bij tijd en wijle op een stevige plensbui getrakteerd. Aan enige gematigdheid lijkt het klimaat hier trouwens niet te doen, het regent óf keihard, óf niet. Echt Schots weer kortom, met minimaal drie seizoenen in één dag. Of zoals de inwoners het zelf typerend zeggen: “If you don’t like the weather, just wait five minutes!”

In de buurt van Falkirk verruilen we de drukke vierbaans M9 weer voor secundair stuurwerk. Maar niet voordat we eerst een bezoek hebben gebracht aan twee bijzondere plaatsen. De eerste laat zich al van een afstand zien: The Kelpies. Twee enorme stalen paardenhoofden staan er direct naast de snelweg en hoewel de naam verwijst naar een mythisch waterwezen met de kracht en het uithoudingsvermogen van tien paarden, zijn de dertig meter hoge sculpturen een eerbetoon aan het trek-/werkpaard dat medeverantwoordelijk was voor het floreren van de Schotse industrie.

Het is niet de enige bizarre bouwwerk in de omgeving blijkt niet veel later. Slechts een paar kilometer verderop staat namelijk een even indrukwekkende als ingenieuze constructie: de Falkirk Wheel. Deze unieke roterende bootlift, de enige ter wereld, verbindt het Forth & Clyde kanaal met het 35 meter hoger liggende Union kanaal. Waar schepen vroeger een dag zoet waren met het overwinnen van het hoogteverschil middels elf sluizen, is dat nu in vijf minuten gepiept. De lift bestaat uit twee 25 meter lange gondels die elkaar nagenoeg perfect in balans houden, er is slechts 22,5 kW (30,2 pk) nodig om vijfhonderd ton wegende constructie te laten roteren.

Een bouwkundig meesterwerkje waar je je een hele tijd kunt vermaken, maar na een kop koffie kruipen we weer snel in het zadel. Met Falkirk in de spiegels dient het eenzame Schotse achterland, waar de klok duidelijk minder snel tikt, zich weer aan. Voor ons ligt het prachtige Loch Lomond & The Trossachs National Park met onder andere tweeëntwintig  meren. Het glooiende landschap begint steeds grilliger te worden, wint aan kracht en ruigheid. Grandioze wegen met nog grandiozer uitzichten wringen zich langs rustieke meren, duiken valleien in, klimmen, dalen en knijpen. In Crainlarich duikt de A82 richting het zuiden en leidt je niet veel later langs de boorden van Loch Lomond, een prachtige weg waarbij je de ogen maar moeilijk op de weg kunt houden, zo indrukwekkend mooi is het landschap. Wat niet minder geldt voor de daaropvolgende, waanzinnig mooie Glen Croe vallei. En dan volgt ook nog eens hét toetje van de dag: aan het einde van de vallei splitst de B828 zich van de hoofdweg af. Deze geasfalteerde enkelbaans achtbaan brengt ons naar Loch Fyne waarna de laatste kilometers naar Inveraray, onze uitvalsbasis voor de komende twee dagen, worden ingezet.

Dag drie staat in het teken van een rondrit, die ons eerst helemaal langs de oevers van Loch Fyne naar Lochgilphead brengt. Vanaf daar volgen we het historische Crinan Canal, een veertien kilometer lang kanaal van Crinan naar Ardrishaig met onder meer vijftien sluizen. Een aantal daarvan zien we net achter het gehucht Cairnbaan, terwijl we het kanaal helemaal volgen tot aan het begin in het gelijknamige plaatsje dat in een zeer fraaie baai ligt. De route van vandaag heeft echter nog veel meer moois in petto. Veel, heel veel water onder meer, en prachtige kastelen. Waarbij Castle Stalker, opvallend gelegen op een getijde eiland, zonder twijfel één van de meer fotogenieke is.

’s Middags volgt één van de landschappelijke hoogtepunten van de trip: Glen Coe. Een ruige vallei die zijn naam aan het riviertje dankt dat er dwars doorheen loopt. Een sprookjeslandschap vol watervallen, groene bergflanken en grillige rotsformaties. Zo buitenaards mooi dat het in talrijke films als decor heeft gediend. Een vallei ook met een eigen microklimaat, dat zich vaak niet van z’n meest zonnige kant laat zien, zo ook vandaag. Was het op het eerste deel nog droog met af en toe zelfs een plukje blauwe lucht, op de laatste kilometers naar het Glencoe Mountain Resort komt de regen met bakken uit de lucht, terwijl de wind lijf en leden geselt. Alsof er iemand met een hogedrukreiniger op je richt. De bedoeling was eigenlijk om hier een skilift omhoog te pakken, maar dat laten we maar voor wat het is. Zo snel als het slechte weer op kwam, zo snel is het echter ook weer verdwenen. Vijf minuten wachten, het werkt inderdaad.

Net als gisteren eindigt de route ook vandaag weer met een echte uitsmijter van jewelste. Net achter Bridge of Orchy buigt een op het oog nietszeggend stukje asfalt, niet breder dan een paar meter, af naar rechts. De zelfs voor een single track nog opmerkelijk smalle weg volgt nauwgezet de Orchy rivier, die zich dan weer woest tussen de rotsen door werpt, dan weer rustig kabbelt. Zestien kilometer rijgenot van de meest pure soort, waarvan je eigenlijk niet wilt dat er een eind aan komt. Wel een behoorlijk intensief stukje stuurwerk trouwens, wanneer na dik 250 kilometer de motoren weer achter het George Hotel worden geparkeerd, is iedereen wel toe aan wat inwendige verwennerij!

Het is inmiddels donderdag, een dag die voornamelijk in het teken staat van afscheid nemen. De rest van de groep trekt verder naar het noorden, naar onder  meer Plockton en Ullapool, de neus van mijn Pan America ST gaat echter in tegenovergestelde richting. Eerst terug naar Peebles, waarna morgen nog het laatste deel terug naar Newcastle volgt. Uiteraard niet via de snelste of kortste weg, ook voor de laatste twee dagen heeft reisleider Maurice weer twee fantastische routes in elkaar gedraaid. De eerste pak ‘m beet dertig kilometer rij ik nog samen met de groep op, net voor Dalmally slaan zij echter linksaf, ik rechts. Wat volgt is wederom een aaneenschakeling van hoogtepunten, zoals de Killin Waterfalls middenin het gelijknamige stadje aan de Dochart rivier. Of Rosslyn Chapel, de kapel uit de vijftiende eeuw die wereldwijd bekend werd na een prominente rol in de bestseller De Da Vinci Code. De laatste twee dagen vliegen werkelijk voorbij. Té snel gevoelsmatig. Wanneer de DFDS Princess Seaways op vrijdagmiddag klokslag vijf uur zijn boeg 180 graden draait en weer koers zet richting IJmuiden voelt de Schotse honger eigenlijk nog lang niet gestild. Gelukkig maar dat het noorden voor ondergetekende nog helemaal open ligt, komen we toch gewoon een keertje terug!

Gepubliceerd op

Pagina gaat door onder advertenties

Meer artikelen & nieuws

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

Word MotoPlus abonnee!

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

Word abonneevanaf €0,67 per week