Grootste motormagazine van NL Grootste motormagazine van Nederland
15.000+ online artikelen 15.000+ online artikelen
1.000+ online testen 1.000+ online testen
Gratis thuisbezorgd in NL Gratis thuisbezorgd in Nederland
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info

Reizen Zuidwest-Amerika

Onderwerpen in dit artikel:

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

San Francisco, Las Vegas, Grand Canyon, zelfs wanneer je er nooit geweest bent, heb je een behoorlijk goed idee van hoe het eruit ziet. Wonderen aanschouwen op TV of op een plaatje doet de realiteit echter lang niet alle recht aan en daarom trekken we zelf naar het zuidwesten van de VS. Op en naast de gebaande paden tussen Californië en Colorado!

Ooit was het een droombestemming voor de ‘happy few’, maar inmiddels is de VS getransformeerd tot een zeer populaire vakantiebestemming. Stedentrips naar New York en San Francisco, campervakanties door het hele land en natuurlijk de motorfans die van oost naar west over Route 66 cruisen. Waanzinnige mooie en bovenal memorabele trips, maar laten we eerlijk zijn, Amerika is veel meer dan enkel de bekende en breed uitgemeten clichébeelden. Er ligt nog een heel divers land tussen bekende toeristische bezienswaardigheden wanneer je daar voor open staat. Maar hoe vind je deze gebieden? Wanneer je ’s nachts naar een satellietfoto van de VS kijkt, zie je dat bijna alle regio’s helder verlicht zijn. Bijna allemaal, want dit geldt bijvoorbeeld niet voor het zuidwesten van het land, tussen de Grote Oceaan enerzijds en de machtige Rocky Mountains in het binnenland. Slechts een paar lichten verstoren de nachtelijke rust. Grote steden: geen. Wegens en offroad pistes: veel. Eenzaamheid: hoogstwaarschijnlijk!

Er schuurt iets langs de tent. Geritsel. Ojee, het is nog steeds pikkedonker en ik wil eigenlijk gewoon slapen, maar het nu irritante geritsel gaat maar door. Ik ben inmiddels klaarwakker en wil de nachtbraker naast de tent het liefst wegjagen, maar dat betekent de slaapzak uit en de kou in. En koud is het, het kwik bivakkeert momenteel maar net boven het vriespunt en ik zit er bepaald niet op te wachten om de behaaglijke warmte van de slaapzak daarvoor te verruilen. November bij de Grand Canyon, waar het sowieso niet raadzaam is om overhaast het tijdelijke onderkomen te verlaten. Slechts een paar meter verder gaat het namelijk steil de diepte in, ongeveer duizend meter om precies te zijn. Mocht je onverhoopt naar beneden kukelen, dan is er in ieder geval voldoende tijd om te beseffen dat je beter in de tent had kunnen blijven liggen, voor je de bodem raakt.

De zon komt heel behoedzaam op en laat de valleibodem van de Grand Canyon nog lange tijd in ondoordringbaar zwart gehuld. Waar de zonnestralen wel weten te komen, gloeien de prairiestruiken en heuvelruggen in een bedrieglijk warm oranje op. Met ijskoude handen pak ik de tent in en bevestig alle bagage op de 1200 boxer Rallye. Ik ben bij het smalste deel van de Grand Canyon, ver weg van de toeristische hotspots. Er is hier niemand, dik honderd kilometer aan offroadpistes scheiden me van het dichtstbijzijnde asfalt. Nog eens dertig kilometer van het warme ontbijt bij Marjorie Casse’s Kanab Creek Bakery. Ze is geboren in België en heeft een Frans café geopend in het stadje Kanab. Als je daar niet warm van wordt!
De piste laat zich eerst nog van een weinig ontwikkelde kant zien, maar transformeert later tot een strak laken. De GS glijdt er met groots gemak overheen, mijn lege maag ontziend. Het is moeilijk te geloven dat ik al twee dagen in het Grand Canyon National Park ben en nog niemand heb gezien. Behalve Marjorie natuurlijk. Wanneer ze niet bezig is met haar café, wat ze zelden doet, werkt ze als vrijwillige ranger in het afgelegen noordelijke deel van de Grand Canyon. Geen ontvangst voor mobiele telefoons, geen eten, geen sanitaire voorzieningen. Niets. Behalve de ontzagwekkende natuur en een eenzaamheid die op deze aarde inmiddels een zeldzaamheid lijkt geworden. Wat beweegt iemand om dit harde bestaan permanent te leven?

In Death Valley, bijna zeshonderd kilometer verder naar het westen, ontmoette ik eerder al een vrouw die net zo gemotiveerd was. De hoofdroute door het verzengend hete Death Valley had ik nog maar net verruild voor een hobbelig pad naar de The Sailing Stones. Overal dikke stenen en scherpe rotsen, totaal niet het soort terrein waar je met een volgeladen twaalfhonderd overheen wilt rijden. Maar voor een natuurwonder als de bewegende rotsen ben je natuurlijk bereid wat moeite te doen en een zeker risico te nemen. Uiteindelijk kreeg ik wel loon naar werken: het parcours laat zelden meer toe dan de tweede versnelling, is bijzonder inspannend en op een gegeven moment voelde ik me bijna als een leeg geknepen spons. Maar van opgeven geen sprake en dat doorzettingsvermogen werd uiteindelijk beloond met een fenomenaal uitzicht over de vlakte met de Sailing Stones. Een klein gevoel van trots viel toch wel over me heen, want gemakkelijk was het zeker niet, maar ik had het toch maar mooi gered. Helaas was er niemand in de buurt om getuige te zijn van dit momentje van zelfvoldaanheid. Of toch wel?

Van een eindje verderop kwam er iemand in mijn richting gelopen. Te voet en met een handkar achter zich aan. Hier in Death Valley, de heetste plek in Noord-Amerika, lopend? Of er mankeert iets aan m’n ogen, of ik ben getuige van mijn eerste fata morgana, of ik zie gewoon wat ik zie, en wel een persoon die ze duidelijk niet alle vierentwintig in het kratje heeft. Het is het laatste: Helen Thayer is de naam van de vrouw met de handkar. Gek is ze echter allesbehalve, doortastend daarentegen wel. Ze doorkruist Death Valley te voet, zoals ze eerder ook al naar de Noordpool was gelopen. Ik ben redelijk verbijsterd, wat haar overigens niet ontgaat, en vraag voorzichtig waarom ze uitgerekend door het barre Death Valley loopt. “Het is een verjaardagscadeau aan mezelf”, lacht ze met een gezicht dat niet meer zo jong oogt. “Ik ben gisteren tachtig geworden en sommige dingen moet je gewoon doen voor je te oud bent.” We kletsen een uur lang aan de rand van de weg en spreiden onze levensverhalen uit als een picknickkleed. Wat een vrouw!

Die ontmoeting ligt alweer een tijdje achter me en ook de Grand Canyon is inmiddels uit de spiegels verdwenen. Ik bevind me in Big Water, een dorpje met de charme van een schaftkeet. Ik vraag me af of ik er wel goed aan doe om de 130 kilometer naar Escalante in mijn eentje moet af te leggen? Wederom, net als bij de Grand Canyon en Death Valley, is er niemand om me te vergezellen. Het is eind november en laagseizoen, en hier komen er sowieso al maar weinig toeristen. Ik wil van de gebaande paden af en schuw een bepaalde mate aan tijdelijke eenzaamheid zeker niet. Omarm het zelfs bij tijd en wijle. Maar, zoals al eerder gezegd, mocht er onverhoopt iets gebeuren onderweg, dan is er geen gsm-ontvangst en de kans om anderen tegen te komen is waarschijnlijk net zo groot als het winnen van de Oudejaarsloterij. Met een korte gedachte aan de tachtigjarige Helen Thayer, die hier waarschijnlijk met haar handkar doorheen zou lopen zonder er ook maar een moment over na te denken, geeft ik de boxer de sporen.

Mijn hemel, wat een episch landschap! IJslands doorgroefde bergruggen, Zweedse meren tussen Algerijnse rotsplateaus. De hersenen kunnen alle impulsen nauwelijks verwerken en hebben moeite om de beelden die de optische zenuwen raken op te slaan. Ondertussen gooit de GS een dergelijk grote fontein aan stof op, dat bij eventuele toeschouwers een kleine orkaan zou doen vermoeden. Wanneer had ik voor het laatst zo’n gevoel van vrijheid? Misschien jaren geleden in de Algerijnse Sahara misschien, maar dat is al heel lang geleden. En dan wordt het nóg beter!

Ten westen van Moab loopt de onopvallende Potash Road stroomafwaarts langs de Colorado. Deze onverharde weg voert langs absurd kleurrijke bekkens, een overblijfsel aan de tijd dat hier nog kalium werd gewonnen, en voegt zich dan bij de veelbelovende White Rim Trail. Een dikke 160 kilometer uitdagend terrein tussen de Colorado en Green River. Onbeschrijflijk heet en uitputtend in de zomer. Nu, begin december, staan de temperaturen aan mijn kant. Overdag een milde 23° Celsius, ’s nachts rond het vriespunt. Dat zijn op papier in ieder geval prima omstandigheden om deze uitdagende trail te meesteren. Wanneer er niets anders tussenkomt natuurlijk.

De eerste dertig kilometer, die ik al ken, worden snel afgespoeld. Niet té snel, het is wel wijselijk om met terughoudende gashand te werk te gaan. Het parcours is te veranderlijk, de bochten te onvoorspelbaar. En er is geen enkele vorm van veiligheidsvoorzieningen, bovendien wordt er nergens gewaarschuwd voor eventuele gevaarlijke situaties. Motorrijden 1.0. Eén moment van onachtzaamheid en je eindigt tegen de wand van de canyon, of in de canyon zelf. Maar ook hier weer worden geduld en behendigheid ruimschoots beloond: en wel in de vorm van een niet te bevatten oerlandschap, dat enerzijds intens berustend, en anderzijds immens krachtig is. Ik manoeuvreer langzaam over een over een pad door een omgeving die oogt als gevormd voor de schepping. Je voelt je zo flink als de grootsheid om je heen, maar bent eigenlijk heel nietig in dit alles. Ja, Helen, je hebt helemaal gelijk: sommige dingen kun je beter doen voordat je te oud bent!

Gepubliceerd op

Pagina gaat door onder advertenties

Nieuws artikelen & nieuws

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

Word MotoPlus abonnee!

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

Word abonneevanaf €0,67 per week