Grootste motormagazine van NL Grootste motormagazine van Nederland
15.000+ online artikelen 15.000+ online artikelen
1.000+ online testen 1.000+ online testen
Gratis thuisbezorgd in NL Gratis thuisbezorgd in Nederland

Reizen Vercors, Frankrijk

Geschreven door onze specialist

Twan Hulshof

Met 90 bij 50 kilometer klinkt de Vercors nu niet bepaald als een bestemming voor een dagje lekker avonturieren op twee wielen. Laat staan wanneer er een hele week op de planning staat. We waren kortom nogal sceptisch in den beginne. Aan het eind van de week overheerst echter één gedachte: we hadden er graag nog een paar dagen bij aangeplakt!

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Michael kijkt niet blij. Zijn vingers vliegen over de kaart die voor hem op tafel ligt. Ik zit tegenover hem, zie hoe zijn besluiteloosheid steeds groter wordt. “Ik heb werkelijk geen idee niet waar het heen moet”, klinkt het somber. Luxeproblemen, hoor ik mezelf denken, en dat in de wetenschap dat ik samen met hem in hetzelfde schuitje zit. We hebben een week vrij, prima gelegenheid om de motoren eens lekker uit te laten, maar waar? “Italië of Frankrijk, en daar dan de Alpen induiken”, opper ik. Zijn gezicht vertrekt lichtelijk: “Niet dat de Alpen vervelen, maar ik wil wel eens een keer wat anders.” Voordat we een definitieve beslissing nemen, leggen we eerst de basisvoorwaarden vast. Een week samen op pad, met de tent, hij met zijn Super Ténéré, ik met de 950 Multistrada. We zijn nog bezig met het bepalen van de details van onze gezamenlijke onderneming wanneer Michael plotseling stopt: “Dat is het!” Waarna hij na een korte pauze het woord ‘Vercors’ noemt. “Dat is precies wat we zoeken, toch een beetje Alpen, maar op een andere manier.” Klinkt goed, al is er wel een grote maar. Groot is het gebied namelijk niet, met een beetje goede wil race je er in een uurtje doorheen, terwijl we toch echt meerdere dagen op de planning hebben staan. Maar goed, mochten we alles hebben gezien, dan trekken we ter plekke wel een alternatief plan! Bestemming bepaald en ook de andere details zijn snel geregeld. We kunnen op pad!

Een paar weken later is het zover. Al vroeg in de morgen gaan we op pad, aangezien we de nodige uren aan saaie snelwegkilometers voor de boeg hebben. Snelle meters maken dus, en dat lukt prima. De reis wordt enkel onderbroken door een paar korte koffiepauzes en stops bij tolpoortjes. Kort na Lyon laten de eerste bergtoppen zich zien. Sommige de punten van het Vercors-massief reiken bijna tot zo’n 2.400 meter hoogte en dat moet wel voldoen. Het navigatiesysteem, dat ons tot nu toe de weg heeft gewezen, krijgt even rust. De ouderwetse kaart wordt uit tanktas getoverd. Onze eerstvolgende bestemming wordt Pont-en-Royans, daarna zien we wel verder. Na honderden kilometers snelweg is het eindelijk tijd voor een paar bochten. De vermoeidheid die na de lange reis door lijf en leden giert, is meteen verdwenen.

Eindelijk mogen de zijkantjes van de band ook weer aan de bak. Pont-en-Royans is snel bereikt en daarna gaan we op zoek naar een centraal gelegen punt als uitvalsbasis voor de komende dagen, wat niet moeilijk kan zijn. In een gebied van negentig bij vijftig kilometer is immers bijna elk punt centraal gelegen. De locatie is overigens slechts één criterium, we hebben daarnaast ook wat wensen aangaande de camping: mooi gelegen, rustig en enigszins afgelegen, maar ook weer niet te ver van alle actie.

Onder het genot van een café au lait en een croissant struinen we de kaart af. De mogelijkheden zijn bepaald niet ruim, in feite is er maar één plek die aan onze eisen voldoet: Vassieux-en-Vercors. Klinkt in ieder geval al goed en ook de reis ernaartoe is een waar genoegen. Tot Saint-Lauren-Royans loopt de weg door velden en weiden, daarna voert de D2 je in een waar staccato aan bochten door een prachtig landschap. Vlakbij de Col de la Machine voegen we in op de D76, die ons ook door de talrijke bochten naar Vassieux-en-Vercors loodst.

Het dorp met zijn 350 inwoners ziet er verlaten uit. De wegen zijn compleet leeg en nergens in het dorp staat een wegwijzer naar de camping. Ik mobiliseer al mijn Franse taalvaardigheden, wat niet lang duurt, want mijn Franse vocabulaire is op twee handen te tellen. In een plaatselijke bistro voelt de sfeer wat bedompt wanneer ik binnenkom. Vreemden, zo lijkt het, komen hier niet vaak. De communicatie werpt echter vruchten af en ik oogst een stuk papier met een rudimentair getekende kaart. We hebben nu een ruw idee van waar we heen moeten. Nog geen vijf minuten later draaien we een kleine binnenplaats op. Voor het huis nipt een man aan een glas rode wijn. Een prima manier om de dag af te sluiten. De zon is allang achter de bergen verdwenen en de man begroet ons in gebroken Duits, wij antwoorden in gebroken Frans. Het wordt een interessant gesprek, een mengeling van Franse, Engelse en Duitse woorden. De eigenaar en zijn vrouw blijken vanuit België naar de Vercors gekomen vanwege het goede klimaat. En om te ontsnappen aan hun stressvolle banen, de reden waarom ze nu hier een kleine camping runnen.
Mijn GPS vertelt me dat de camping op een kleine 1.600 meter hoogte ligt. Het is eenzaam, en heel stil. Morgen staat meteen al één van de hoogtepunten van de regio op het programma: de Combe Laval, een prachtige kloof zo wordt ons beloofd. We kunnen niet wachten!

De volgende dag zitten we al vroeg weer op de D76, langs het Résistance Memorial. De Vercors was tijdens de Tweede Wereldoorlog een retraitegebied voor Franse verzetsstrijders en de sporen daarvan zijn op sommige plaatsen nog altijd zichtbaar. Het uitzichtpunt op de Col de la Machine geeft ons een eerste indruk van wat ons vandaag te wachten staat. Geen last hebben van hoogtevrees, is een absolute vereiste om optimaal te kunnen genieten van deze weg. De route is in de rotsen gebeiteld en slechts een klein muurtje fungeert als wegafscheiding. Daarachter een diepe afgrond van een flinke zeshonderd meter. De bescheiden afmeting van deze stenen barrière is niet echt hoopgevend mochten we onverhoopt een bochtje missen. Ik leun met mijn handen op de muur, kijk voorzichtig naar beneden kloof en de hersenen maken direct kenbaar dat ik lang niet zo gevrijwaard ben van hoogtevrees als altijd gedacht. Deze uitdagende weg is een waar superlatief op wegenbouw gebied. De piste werd in 1897 aangelegd als bosweg om hout uit het Foret de Lente te vervoeren. De aanleg nam bijna veertig jaar in beslag.
Nooit gedacht dat asfalt zo opwindend kon zijn. Steeds weer leidt de grijze streep door kleine tunnels, om vervolgens een fascinerend uitzicht over de vallei te onthullen. De rit naar Col Gau Dissart duurt niet lang, waarna we weer omkeren, dit is een route die je gemakkelijk een tien keer per dag zou kunnen nemen. Ik had al gelezen dat het één van de meest spectaculaire bergwegen ter wereld is, en daar blijkt geen letter van gelogen.

We passeren opnieuw de 1.146 meter hoge Col de la Machine en hebben het vizier al gericht op het volgende punt. De Gorges d’Ombleze ligt helemaal in het zuiden van de Vercors. Een must-see leert een beetje onderzoek op het wereldwijde web. We komen er via de 1.313 meter hoge Col de la Bataille. De Gorges d’Ombleze is zo smal dat het zonlicht de grond maar moeilijk bereikt. We passeren een bord met het opschrift ‘Chute de la Pissoire’, een tekst die toch nieuwsgierigheid opwekt. De Gorges d’Ombleze blijkt niet monumentaal zoals de andere kloven in de Vercors, maar is anders. De weg loopt diep door de vallei, met de La Gervanne, een bescheiden riviertje, altijd binnen handbereik. Het is koel in de vallei, waar sommige gezinnen van profiteren voor een pauze. De Chute de la Pissoire blijkt een kleine waterval te zijn, die buiten de charmante locatie niet heel erg indruk maakt.

In de Gorges d’Ombleze waren we blijkbaar afgesloten van de buitenwereld. We hebben in ieder geval de dramatische weersverandering volledig gemist. Een zeer onvriendelijk wolkenfront doemt boven ons op. De eerste windvlagen blazen alles al omver en slechts een paar ogenblikken later raken de eerste regendruppels mijn jas al. Regenkleding? Niet bij me, hetzelfde geldt voor Michael. Dan maar snel op zoek naar een droge plek, en die komt er in de vorm van een auberge. Terwijl de ober ons het menu brengt, trommelen de regendruppels al gretig op het dak. Ruim de tijd voor een uitgebreide maaltijd.
Pas wanneer de zon weer tevoorschijn komt, rijden we over kleine wegen terug naar onze camping. Het is laat in de middag als we het kleine dennenbos bereiken. Hebben we mooi nog even tijd om een plan te maken voor morgen, maar dat plan wordt voortijdig afgebroken. Of we zin hebben in een glas rode wijn, vraagt de eigenaar. En zo zitten we ’s avonds voor zijn huis!

De patron blijkt erg gul met zijn rode wijn, waarvan de naweeën de volgende ochtend nog licht merkbaar zijn. Ik word wakker van het geklepper van paardenhoeven in de naburige wei. Michael zit al aan tafel, heeft stokbrood, kaas en ander beleg geregeld en is in een opperbeste stemming. Na de topdag van gisteren is hij vol verwachting voor vandaag.
Het rijke ontbijt doet het licht weeë gevoel in de bovenkamer definitief vervliegen en even later zijn we klaar voor vertrek. “Nog een keer de Combe Laval of Gorges des Grand Goulet?”, vraag ik. “Laten we de Gorges des Grand Goulet maar doen, de Combe Laval hebben we gisteren immers ook al gehad”, besluit Michael. Het is ruim twintig kilometer naar Les Barraques en Vercors, het begin van de weg. We hadden echter meer onderzoek moeten doen, want dit weggetje tussen Les Barraques en Vercors en Saint-Eulalie-en-Royans is al enkele jaren afgesloten. Vroeger was deze weg een van de meest avontuurlijke kloofroutes van Frankrijk, maar tegenwoordig loopt de hoofdweg door een tunnel. De oude route is door een aardverschuiving geblokkeerd en zal waarschijnlijk niet worden heropend. Zelfs wandelaars mogen de route Les Grands-Goulets niet meer gebruiken. Jammer, want de rit door de tunnel is een enorm schraal alternatief in vergelijking met de spectaculaire route door de Gorges.

Via Pont-en-Royans en Choranche rijden we de Gorges de la Bourne in richting Villard-de-Lans. Het kleine dorpje Choranche is in het hele land bekend vanwege de grotten, die tot de grootste van het land behoren. Het grottenstelsel strekt zich uit over 28 kilometer en werd pas in 1875 ontdekt. Op de motor dompelen we ons opnieuw onder in een prachtig landschap. Eerst loopt de weg door weelderig groene weiden en dan langs de Combe des Roche Rousse. De volgende teleurstelling volgt kort daarna: ook de Route des Ècouges is afgesloten, met wederom een tunnel als alternatief. Een pikzwarte, halve kilometer lange tunnel om precies te zijn, die erg krap oogt. Een camper zou er waarschijnlijk niet ongeschonden doorheen komen, zware vrachtwagens halen de ingang niet eens. Aan de andere kant lopen we een stukje over de afgesloten weg. Ook Les Ècouges was ooit een indrukwekkende rotsweg, maar tegenwoordig helaas alleen nog toegankelijk voor voetgangers.

Michael en ik blijven nog twee dagen in de Vercors, op zoek naar kleine weggetjes. Gretig verzamel ik verschillende charmante pasjes: Col de Rousset, Col de I’Echarasson, Cold de Bacchus, Col de Touniol, Col de la Croix, Col de Marignac, Col da Carri en natuurlijk de Col de la Machine. We krijgen maar geen genoeg van deze magistrale bergpasjes in de Vercors. Op onze laatste avond zitten we weer voor het huis van de campingeigenaar, uiteraard nippend aan rode wijn en allebei zeer tevreden. “En?”, vraagt Michael, “nog steeds sceptisch over het rijpotentieel van de Vercors?” Een vraag die hij alleen maar stelt om zijn gelijk te krijgen, want het antwoord is duidelijk: “Nee, integendeel!”

Gepubliceerd op
Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

Word MotoPlus abonnee!

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

Word abonneevanaf €0,67 per week