Grootste motormagazine van NL Grootste motormagazine van Nederland
15.000+ online artikelen 15.000+ online artikelen
1.000+ online testen 1.000+ online testen
Gratis thuisbezorgd in NL Gratis thuisbezorgd in Nederland
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info

Langs de Meuse, Frankrijk

Geschreven door onze specialist

Twan Hulshof

Haast kennen ze niet in het Franse departement Meuse (Maas red.). Hier ontmoet je de stilte van de natuur, maar ook het gewicht van de geschiedenis, in een decor dat je dwingt even stil te staan en te kijken. Geen drukte, geen overbodigheden, alleen het genot van onderweg zijn voor even te verdwijnen naar een gevoelsmatig ander tijdperk. Helemaal met de ontluikende lente als chaperonne!

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Er zijn van die plaatsen, waar de tijd stil lijkt te staan. Het departement van de Meuse, net over de Belgische grens in het noorden van Frankrijk, is zo’n plaats. Overvolle wegen en toeterend stadsverkeer zijn hier net zo zeldzaam als sneeuw in de woestijn. Iets wat ons keer op keer blijft verbazen, hoe vaak we hier ook doorheen rijden of, zoals nu, enkele dagen verblijven. Met het parfum van de lente in de neus sturen we onze BMW over uitgestorven wegen richting kleine dorpen en stadjes, langs rivieren en door valleien, die in hun eenvoud werkelijk verrassend zijn.

Onze reis langs de Franse Maas begint in het dorp Azannes, op een steenworp afstand van opnieuw aangelegde staatsbos van Verdun. Tussen de militaire begraafplaatsen van de Eerste Wereldoorlog, waar verleden en heden een gruwelijk verhaal fluisteren dat nooit mag worden vergeten, brengen meer dan 400 vrijwilligers ruim 80 oude ambachten tot leven op een terrein buiten het dorp. Fransen zijn er dol op, want ook dit jaar trekt het openluchtgebeuren heel wat bezoekers. Molens die onvermoeibaar draaien, ambachtslieden die manden vlechten of klompen snijden, de geur van versgebakken brood en de galmende klanken van gehamer op een aambeeld. Ja, heel even wanen we ons in de negentiende eeuw, met zijn traditionele gebruiken en authentieke kostuums. Dat ‘heel even’ mag je trouwens met een korreltje zout nemen, want dit levende museum zijn we, inclusief een hapje en een drankje, toch een paar uur zoet.
We rijen verder naar Marville, waar we nog een paar eeuwen extra terug in de tijd stappen. Onze moderne motoren contrasteren enorm met het fotogenieke dorp, dat absoluut niet mag ontbreken op het to-do-lijstje van elke toerist. Het voormalige stadje van de Spaanse Nederlanden straalt nog altijd een serene charme uit, met dank aan de statige renaissancehuizen rondom het centrale marktplein. Maar de echte verrassing bevindt zich net buiten het dorp. Niet alleen heb je op weg naar het kerkhof van Saint-Hilaire een fantastisch zicht op het dorp, je komt ook langs het een beetje macaber knekelhuis met duizenden schedels en beenderen.

Na een verkwikkende nachtrust volgen we de volgende dag eerst fris en fruitig de Loison een tijdje. Het riviertje slingert zich als een zilveren lint door weilanden en velden. De eerste kilometers zijn rustig, met nauwelijks verkeer. Het is een waar plezier om de zware zescilinder door de bochtjes te loodsen. Dansend over het asfalt van verleidelijke D-wegen leidt het water ons speels richting Mouzay, waar we ons herenigen met de Maas, die we voor een groot deel van de dag zullen volgen.
Rijdend langs de rivier is duidelijk te zien hoe hoog het water staat. Na de zware regenval van de afgelopen maanden toont de rivier zich van een heel andere kant. Meer dan eens zien we velden en wegen verdwijnen onder het spiegelende wateroppervlak. Met zijn bron in het hart van Frankrijk en zijn eindpunt in de Noordzee, is de Maas meer dan een rivier: het is een levensader. Een lint van meer dan negenhonderd kilometer natuur en geschiedenis.

Een en al geschiedenis vinden we ook op de heuvel boven Dun-sur-Meuse. Waar ooit Kelten en Romeinen een versterkte nederzetting bouwden, prijkt nu de indrukwekkende Notre-Dame de Bonne Garde. De kerk heeft tal van oorlogen overleefd en dankt haar naam aan een wonder tijdens de oorlog van 1552, toen de bevolking een Mariabeeld op de wallen plaatsten als bescherming van bovenaf. En jawel: de vijand trok zich geheel onverwacht terug. De gotische kerk herbergt enkele middeleeuwse fresco’s en een fraai gerestaureerd orgel, al hebben we vooral oog voor het waanzinnige panorama op het Maas-landschap onder ons.
Geen oorlog die zo verwoestend is geweest voor het noorden van Frankrijk als de Eerste Wereldoorlog, of Grote Oorlog, die woedde van 1914 tot en met ‘18. In Verdun, bij uitstek het symbool van de zinloosheid van een loopgravenoorlog, kunnen we er niet omheen. De stad is doordrenkt met herinnering aan die inktzwarte periode, waar onmetelijke oorlogsgruwelen hand in hand gingen met onverschrokken moed. De hel van Verdun was één van de langste en bloedigste veldslagen, die de stad en haar omliggende landschap veranderde in één groot kerkhof.

Een landschap dat lijkt op de maan, waar elke boom kapot is geschoten en elke granaatinslag een graf werd. Dat was verdun in 1916. Maandenlang vielen er miljoenen granaten uit de hemel, waarna de aarde vuur spuwde. Lichamen verdwenen diep onder de modder en dood hing als een macabere mist over het slagveld. Honderdduizenden Franse en Duitse soldaten lieten er het leven, zonder dat er een strategische doorbraak werd geforceerd. Een zinlozere dood bestaat er bijna niet!

Zelfs na de ergste regen, komt er gelukkig weer zonneschijn. En het licht is in Verdun inmiddels duidelijk teruggekeerd, vandaag de dag bruist Verdun van vitaliteit en levenskracht. De Maas stroomt nog altijd door de stad, kinderen spelen aan de kade en toeristen doen zich tegoed in de zon aan een glas op één van de vele terrasjes aan het water. Verdun is het verleden niet vergeten, maar viert het leven elke dag uitbundig. Iets wat wij ook doen bij een kopje koffie en een suikerboon (amandel met een laag suikerglazuur red.), voordat we ‘m weer aantrappen.
Voordat we in Sampigny onze chambre d’hôtes opzoeken, zetten we de BMW nog even aan de kant in Saint-Mihiel. Niet voor het eerst, het kleine karakterstadje hebben we al vaker bezocht. Het dankt zijn eretitel ‘het Florence van Lotharingen’ aan uitzonderlijk fraai renaissance erfgoed, zowel langs de straat als in kerken en musea.

Van de amandelvormige suikerbonen van Verdun en de krokante koekjes van Saint-Mihiel gaat het lekkerbekkend over op de boterzachte madeleines van Commercy. De schelpvormige sponskoekjes zijn een geliefde klassieker tot ver buiten de Franse grens. Het verhaal gaat dat het gebakje voor het eerst werd geserveerd op een banket in het hertogelijk kasteel van Commercy. Toen de kok tijdens een ruzie wegliep van het diner en alle desserts vernielde, kreeg de keukenmeid, Madeleine Paulmier, de geniale ingeving om het recept van haar grootmoeder dan maar uit te proberen. Marie, de dochter van de hertog en echtgenote van Lodewijk XV, introduceerde wat later de kleine cakes, vernoemd naar de keukenmeid, aan het hof in Versailles. De rest is geschiedenis.
Château Stanislas bewonderen we alleen van een afstand. Het kasteel werd na de Tweede Wereldoorlog prachtig gerestaureerd en is een plaatje op zich. Dat heeft het te danken aan Stanislas, de laatste hertog van Lotharingen en zwager van de Franse koning. Die verbouwde het paleis naar het voorbeeld van Versailles en maakte van Commercy zijn favoriete verblijfplaats. Gezellig is het ook op een naburig terras, met een koffie en een passend koekje. Vanzelfsprekend verdwijnt er een doos madeleines in de grote topkoffer.

We blijven nog even op de D964 die we al sinds Verdun volgen. De kaarsrechte stukken verleiden meer dan eens om alle paarden van de zespitter te mobiliseren. Niet voor lang, want enkele kilometers vóór Vaucouleurs verlaten we de hoofdweg, en wel voor een bezoekje aan het kasteel van Gombervaux, een toeristische trekpleister die we niet links kunnen laten liggen. Een smalle landweg brengt ons door een bremrijke vallei naar het 14e-eewse kasteel. Gelegen in een bescheiden dal lijkt het wel onaantastbaar zo tussen zijn brede grachten. Dat is het zeker niet, de oorspronkelijke vesting was vele malen groter. Momenteel staan enkel de monumentale voorgevel en stoere donjon van het kasteel nog, dat ooit het bewaken van de grens van het Franse koninkrijk als doel had. We strijken met onze picknickmand neer in het door de brem geel gekleurde veld. We zijn helemaal alleen in de dromerige setting van een picknick in het hoge gras. Perfect!

In Vaucouleurs laten we de D964 én de Maas achter ons. Via een handvol wegen steken we door naar de Ornain, een zijrivier van de Saulx, die we kort volgen om wat later in te ruilen voor het water van de Aire. We maken flionken kilometers, stoppen slechts zelden. Het is gewoon te lekker om in het zadel te blijven, zeker wanneer het asfalt zich in allerlei bochten wringt om zo dicht mogelijk de loop van de rivier te volgen. Stille dorpjes, waarvan we meteen de naam vergeten, rijgen zich als een lint aaneen tussen een lappendeken van weilanden en velden. Hier maant de eenvoud van het landschap je vanzelf tot kalmte. Rustig aan, gewoon kijken en genieten. Het zuidwesten van het departement heeft onze harten gestolen!

Op onze vierde en laatste dag volgen we de Aire verder naar het noorden. De open velden en weilanden van de eerste dagen maken plaats voor een meer gesloten landschap. We rijden door de Argonne, een bosrijke verhoging die overvloeit in de Ardennen. Waar we ook kijken, overal zien we de littekens van de Eerste Wereldoorlog die hier op deze heuvelrug tussen Aisne en de Maas in alle hevigheid heeft gewoed.
We laten het van ons af glijden, hebben even geen trek in oorlog en ellende. Wederom drapeert de zon vandaag zijn vrolijkheid over de omgeving en daar willen we optimaal van genieten. Een slingerende landweg voert ons door een dicht bos naar het heuveldorp Beaulieu-en-Argonne. Het eerste deel van de naam betekent letterlijk ‘prachtige plek’ en daaraan blijkt geen woord gelogen. Zowel het dorp als het uitzicht op de Maas en de bossen van Argonne zijn ronduit schitterend.
We rijden door naar Varennes-en-Argonne; nog zo’n dorp waar we niet aan voorbij kunnen als we in de buurt zijn. Een heerlijke plek om weer even neer te strijken op een verfrissend terras. De Meuse is nu eenmaal geen departement voor haastige lieden!

Gepubliceerd op

Pagina gaat door onder advertenties

Meer artikelen & nieuws

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

Word MotoPlus abonnee!

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

Word abonneevanaf €0,67 per week