Interview – Barry Baltus
De Belg Barry Baltus beleeft na vijf seizoenen in de GP’s dit jaar zijn grote doorbraak in de Moto2-klasse. De 21-jarige Baltus stond voor de zomerstop derde in het klassement voor de wereldtitel Moto2. Net voorbij de helft van het seizoen maken het Belgische talent en zijn manager Freddy Tacheny de voorlopige balans op en blikken ze vooruit op de nabije (MotoGP-)toekomst.
Pagina gaat door onder advertenties
Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees
- Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
- 15.000+ online artikelen
- 380+ digitale magazines
Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.
Eén van de meest opvallende rijders in de Moto2-klasse dit jaar is Barry Baltus. Hij nam tot aan de zomerpauze de derde plaats in in het klassement om de titel achter de Spanjaarden Manuel Gonzales en Fantic-teamgenoot Anton Canet (vice-wereldkampioen in 2024). Vier keer eindigde hij op de tweede plaats. Dat is een serieuze verbetering ten opzichte van de vier vorige seizoenen in de Moto2-categorie toen hij voor het Nederlandse RW Racing GP-team uitkwam. Hij was toen een middenmoter. In 2021 eindigde hij als tweeëndertigste in de eindstand, in 2022 als eenentwintigste, in 2023 als vijftiende en in 2024 opnieuw als eenentwintigste. In het seizoen 2024 behaalde hij wel zijn eerste podiumplaats: tweede in de openings-GP in Qatar. Maar daarna bleven topresultaten uit.
Wat is er dit jaar veranderd ten opzichte van 2024? De switch van RW Racing naar Fantic en meer volwassenheid als coureur. Die uitleg geeft Freddy Tacheny, topman van Zelos, het sportmanagementbureau gespecialiseerd in auto- en motorsport. Zelos begeleidt Baltus als sinds zijn tiende jaar toen Tacheny en co het talent van Baltus zagen. “Hij was toe een nieuwe stap”, aldus Tacheny over de overstap naar Fantic. “We ondersteunen Barry al sinds zijn twaalfde. We hebben hem in 2020 naar Moto3 gebracht, maar hij was toen al zwaarder dan de andere rijders. Dat was zijn handicap. Ik ken Jarno Janssen van RW Racing goed en heb hem indertijd gecontacteerd. Ik zei hem dat we een project hadden om Barry naar de MotoGP te brengen, maar dat hij in de Moto3-categorie niets kon doen.”
In 2021 kwam Baltus uit voor RW Racing, als één van de jongsten in die klasse. “We hebben twee keer een contract van twee jaar gesloten. Hij heeft in die periode in een familiaal team van Roelof Waninge, een man die ik enorm respecteer, de Moto2-klasse leren kennen. Barry heeft beetje bij beetje al zijn talent kunnen ontwikkelen en de circuits leren kennen. We zijn heel trots ook, want de progressie van Barry was goed, maar we zaten aan een plafond. We zaten in de situatie dat we met het team en Barry niet verder raakten, niet beter konden”, aldus Tacheny.
Die nieuwe stap voor het huidige seizoen werd het Fantic-team. Tacheny: “We wilden een topteam en Barry de kans geven daar zijn talent te tonen. Fantic (het voormalige VR46) is in de Moto2 een van de topteams, samen met VDS en Red Bull. We hebben Fantic kunnen overtuigen dat Barry talent heeft en dat hij open staat voor een team met een sterke Aron Canet als teamgenoot. Canet is een uitstekend coureur en zijn technische staf deelt de gegevens voor het afstellen van de motor. En Barry voelde zich er meteen op zijn gemak. Technisch en mentaal.”
Barry Baltus beaamt dat zelf ook: “Het was goed om van team te veranderen. Bij RW werd het een beetje een routine. We zijn we halverwege het seizoen en het gaat supergoed. Ik voel me bij Fantic thuis”. Maar wat is er dan zo anders? In principe is de Fantic Moto2-racer motorisch uiteraard hetzelfde als die van RW Racing. “Normaal is het blok hetzelfde, maar ik voel met net iets beter op de motor van Fantic. Dat al op de eerste plaats. En ten tweede: de manier van werken van het team is volledig anders. Het vertrouwen in Fantic is groot. Ik kom ’s morgens naar het rennerskwartier en alles is gericht op het winnen van de race. Ik heb in Canet een teamgenoot die vice-wereldkampioen is en dat motiveert me.”
In de eerste seizoenshelft pakte de jonge Belg al vier keer een tweede plek. In de race op het Tsjechische Brno was het verschil met winnaar, de Amerikaan Joe Roberts, slechts een luttele seconde. Maar, zo zegt Baltus: “Ik ben niet gefixeerd op de overwinning. We gaan door op de ingeslagen weg, op ons élan en als die overwinning komt, dan komt die…”
Baltus mag dan pas 21 zijn, hij is al meer dan tien jaar Belgisch hoop in de wegracerij. Toen hij tien jaar was, viel zijn talent al op. Zelos werd op hem attent gemaakt. Baltus: “Sinds mijn 12e werk ik met Zelos. Dat is nu negen jaar. Mijn familie heeft destijds met Zelos contact genomen. Het financieren van de racerij was op dat moment niet meer te doen voor mijn familie. Het is op de eerste plaats dankzij mijn familie dat ik op dit niveau heb kunnen komen en op de tweede plaats dankzij Zelos. Voor de sport op een hoog niveau is het nodig een management te hebben dat goed werk levert.”
In zijn jonge jaren nam hij al deel aan races in Spanje. “Het eerste jaar nam mijn vader de motor mee naar Spanje. We waren een familieteam. In het tweede jaar werd ik opgenomen in een team. Toen werd het anders: de motoren stonden daar en we gingen steeds met het vliegtuig naar de races daar. Je bent als Belg bijna verplicht om naar het buitenland te gaan, want in België zelf was er niets”, zegt Baltus.
Manager Freddy Tacheny over de Spaanse jaren van zijn pupil: “Spanje en Italië hebben veel voordelen. Ze hebben mooi weer, veel circuits en de motorsport is daar een religie. In België is het voetbal, wielrennen, slecht weer, er zijn minder circuits en minder sponsors, dus als je op een bepaald moment een talent ontdekt, dan is de Spaanse school heel goed. Spanje en Italië zijn vandaag de dag ‘des passages obligés’. Het niveau is er zo hoog, dat elke race een WK-race is.”
Voor Baltus bleek Zuid-Europa inderdaad het pad naar de GP’s. In 2018 pakte hij al een overwinning in de Moto3 European Talent Cup. Een jaar later won hij één maal in de CEV Moto3-reeks en werd hij drie keer tweede. Dat leverde hem een vierde plaats in de eindrangschikking op. Hij was in 2019 ook twee keer derde in de Red Bull Rookies Cup. In 2020 zette hij de stap naar de Grand Prix in het Prüstel GP-team. Dat bleek een zware dobber. “Het was heel gecompliceerd”, zegt Baltus over dat eerste GP-jaar. “Ik was derde in het Europees kampioenschap in 2019 en ging in 2020 naar de GP’s. Maar dat was het jaar van COVID, dus niet gemakkelijk. Je was altijd ‘alleen’ tijdens de races, er was immers geen publiek. Je moest ook in het rennerskwartier blijven. Ik heb geen enkel punt kunnen behalen. Ik had dat jaar het geluk Jarno Janssen te ontmoeten en hij bood met een plaats aan in de Moto2-klasse, een beetje bij toeval. De grotere Moto2-motoren in waren in mijn voordeel.”
Voor dit jaar is het werken naar een goede klassering. Daarvoor wordt Baltus ook bijgestaan door een mental coach, naast een fysieke coach. “Op het niveau waarop we nu zitten, is zo’n mental coach heel belangrijk. Om op een hoog niveau te blijven, is het niet gemakkelijk. Er is weinig verschil tussen de rijders. Er zijn veel rijders die dicht bij elkaar zitten. We zitten met 20 man binnen 0,8 seconde. Daarom werken we aan mijn ademhaling en aan de manier waarop ik met stress om ga, hoe ik naar de wedstrijd ga. Er komt veel kijken bij een wedstrijd.”
Het doel in 2026 is de Moto2- wereldtitel. “En het uiteindelijke doel is de MotoGP”, zegt Barry Baltus. “Maar we richten ons eerst nog op de Moto2 om daar competitief in te zijn en dan zien we wel in 2027.” Het feit dat er in 2027 een aanpassing is van de MotoGP-reglementen is in Baltus’ voordeel. Dat zegt ook Freddy Tacheny: “Door de veranderingen die er komen in 2027 gaat MotoGP in de richting van Moto2, minder vermogen, minder elektronica en allemaal dezelfde Pirelli-banden. MotoGP wordt een ‘super-Moto2’. We hebben dus alle kansen om belangstelling te krijgen van een team in 2027 of 2028.”
Voorlopig blijft het uitkijken naar 2026. De vraag is voor welk team Baltus dan zal uitkomen. “Ik zou graag bij Fantic willen blijven, dat is mijn wens”, zegt hij daarover. De gesprekken lopen met Fantic. De prioriteit is om het contract met het team te verlengen. “We zitten daar goed”, aldus Tacheny. “Het is een heel goed team en men heeft vertrouwen in ons. We hebben officieel nog geen beslissing genomen, maar we willen niet veranderen om het veranderen. We willen nog beter zijn in 2026 en we hebben het gevoel dat dat kan met Fantic.”
Ondertussen zijn er ook andere voorstellen gekomen, zowel van andere Moto2-teams als van teams in het WK Superbike. Dat laatste is niet vreemd want zwaardere motoren liggen Baltus beter. “Hoe sterker de motor, hoe beter Barry is”, zegt Tacheny daarover. “Barry is een jongen die de gewoonte heeft rap snel te gaan, die gewend is om een groot vermogen te beheersen en we zijn ervan overtuigd dat hij zich in de MotoGP heel goed kan aanpassen. Maar we hebben geen haast, we gaan stap voor stap.”
Racen in eigen land is er overigens niet bij voor Barry Baltus. Enkel trainen kan op het kleine, permanente circuit van Mettet. Maar vooral in het Franstalige deel van België groeit de belangstelling voor zijn prestaties en de meeste races in de Moto2-klasse worden rechtstreeks uitgezonden op de Franstalige openbare omroep. Met dank aan Zelos, die deels meebetaalt aan de uitzendrechten. “Ik krijg al meer bekendheid”, zegt Baltus. “Er komen meer en meer fans. Bij de GP’s op Assen en Le Mans waren er ook al meer Belgische vlaggen te zien. Dat is fijn.”
In principe rijden de coureurs die deelnemen aan de GP’s geen andere wedstrijden. Maar voor Baltus is er wél een uitzondering. In zijn contract staat ook dat hij aan de bekende ‘Superbiker’ in Mettet kan deelnemen. De link met Mettet is ook Tacheny, die de club van Mettet leidt. Baltus stond vorige jaren aan de start van die supermotard-wedstrijd. “Het is het enige evenement in mijn contract dat ik mag doen buiten de GP’s. Dat is een ‘thuiswedstrijd’. Goed voor de fans en voor mijn sponsors. Maar dit jaar moeten we zien hoe het in Moto2 loopt. Ik zal dit jaar wel in Mettet zijn, maar het is nog niet zeker of ik ook rijd. Het seizoen loopt immers supergoed en we willen geen risico’s nemen.”
Tenslotte: zijn voornaam Barry en het nummer 7 op zijn motor. Dat doet denken aan Barry Sheene, de topper uit de jaren zeventig en tachtig. Toeval? Baltus: “Nee. Mijn vader was fan van Barry Sheene en heeft me daarom Barry genoemd. En ik kon in Moto2 het nummer 7 krijgen.” Kan hij dat nummer ook in MotoGP hebben? “Dat weet ik niet”, zegt hij. “Die vraag heb ik nog niet gesteld.”
Pagina gaat door onder advertenties
Pagina gaat door onder advertenties

