Grootste motormagazine van NL Grootste motormagazine van Nederland
15.000+ online artikelen 15.000+ online artikelen
1.000+ online testen 1.000+ online testen
Gratis thuisbezorgd in NL Gratis thuisbezorgd in Nederland
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info

Interview – Alex Marquez

We vechten tegen een monster!”

Zijn achterstand op broer Marc groeit, maar nog altijd staat Alex Marquez comfortabel tweede in het MotoGP-kampioenschap van 2025. Als ‘best of the rest ’. Want broer Marc lijk t niet te stoppen in zijn jacht op een nieuwe wereldtitel. De 29 -jarige Alex zou dik tevreden zijn met een tweede plaats, maar als hij de kans krijgt… “Ik ga m’n best doen, maar ik laat me niet gek maken.”

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Na de Grand Prix van Duitsland krijgt Marc Marquez de traditionele Sachsen-Ring overhandigd omdat hij de snelste raceronde heeft geklokt. “Nu kun je haar (vriendin Gemma, red.) een aanzoek doen”, plaagt broer Alex. “Op je knieën.” Marc grinnikt. “Bastardo…” Alweer voor de vijfde keer zitten de twee in 2025 na de race samen op de persconferentie – als winnaar en als tweede finisher. Er was een tijd dat Alex Marquez door cynici gezien werd als hét voorbeeld van nepotisme in de motorsport. Het jongere broertje van een groots kampioen, dat weliswaar in 2014 wereldkampioen werd in de Moto3 – twee punten vóór Jack Miller – en ook vijf jaar later de meeste punten scoorde in de Moto2-klasse, welgeteld drie meer dan Brad Binder. Maar in de MotoGP zou hij toch wel tekort komen, zo werd gedacht. En eigenlijk had hij zijn plek in het Repsol Honda Team in 2020 ook nog te danken aan het feit dat Jorge Lorenzo besloot om te stoppen na een catastrofaal seizoen naast teamgenoot Marc Marquez. Alex kreeg de kans om die open plek in te nemen, naast zijn broer die net met twaalf overwinningen en nog eens zes tweede plaatsen in negentien races zijn zesde MotoGP-wereldtitel had verdiend – en vervolgens in de eerste race van het nieuwe seizoen ernstig geblesseerd raakte. Zo werd Alex de kans ontnomen om in het meest prestigieuze team van de paddock in de schaduw van een kampioen te leren. Dat hij vervolgens voor Honda’s enige twee dit jaar al eens deed toen hem gevraagd werd of hij in rechtstreekse duels zijn broer niet met te veel egards behandelde. Een geagiteerde Marquez vond de vraag respectloos podiumplaatsen zorgde in 2020 kon niet voorkomen dat hij na één moeizaam seizoen werd gestald bij LCR Honda.

Daar leerde het team de goedlachse maar naar zelfvertrouwen zoekende Marquez waarderen; de tranen bij het afscheid na twee opnieuw moeilijke jaren waren veelzeggend. Zelf had hij toen al het initiatief genomen om contact te zoeken met Nadia Padovani, de weduwe van Fausto Gresini. Om te laten zien dat hij een plek verdiende in het keurkorps van coureurs moest hij op een Ducati zitten, besefte Marquez. Gresini Racing was wat hem betreft hét team. In 2023 werd hij op een Ducati GP22 negende in de eindstand dankzij onder meer twee podiumplaatsen en twee Sprint-overwinningen. Op de minder gebruiksvriendelijke GP23 werd hij, met nu broer Marc als onverwachte teamgenoot, achtste in de eindstand van 2024. Samen stonden de broers op de Duitse Sachsenring achter winnaar Pecco Bagnaia als tweede en derde op het podium. Het was het eerste Marquezfamiliefeestje in de MotoGP. In de eerste twaalf GP’s van 2025 volgden er nog vijf op zondag en maar liefst tien na de zaterdagse Sprint. Zijn eerste MotoGP-overwinning voor eigen publiek in Jerez was een sportief en emotioneel hoogtepunt. Dat hij inmiddels een ogenschijnlijk onoverbrugbare achterstand van 120 punten heeft op zijn broer, betekent niet dat Alex’ seizoen alle glans mist. Het is zijn missie om op zijn één jaar oude GP24 zijn voorsprong van 48 punten op 2022- en 2023-wereldkampioen Bagnaia te verdedigen. Als hij op zijn gemak is, is Marquez een prima prater die zijn verhaal met humor doet. Hij deinst er echter niet voor terug om journalisten scherp van repliek te dienen, zoals hij eerder dit jaar al eens deed toen hem gevraagd werd of hij in rechtstreekse duels zijn broer niet met te veel egards behandelde. Een geagiteerde Marquez vond de vraag respectloos – naar hem toe, naar zijn sponsors en team.

Met welke vraag kan ik beginnen om je echt boos te krijgen? (denkt na) “Ik zou zeggen… waarom sta je niet bovenaan in het kampioenschap?”

Misschien sluit ik daar dan mee af. Maar dit seizoen is heel bijzonder voor je. Heb je na weer een goed weekend al weleens voor de spiegel gestaan en dan jezelf gevraagd ‘wat gebeurt hier’? “Soms wel, ja! En dan roep ik Marc naar de spiegel en zeg dan ‘kijk, wij leiden!’. Nee, maar dit is ook voor mij een ongelooflijk seizoen. Dit had ik niet kunnen bedenken voor de start van het seizoen. Je hebt altijd die droom ‘stel je voor, halverwege het seizoen sta je tweede, met Marc die leidt’. Maar dat we hier nu staan na wat we hebben gepresteerd, daar ben ik heel trots op. Maar het is nog niet voorbij, we zijn net over de helft. En we hebben geen gigantische voorsprong op Pecco (Bagnaia), dus we moeten vooruitkijken. Voor ons geldt niet dat we het kampioenschap moeten winnen. We zijn een satellietteam met een machine van vorig jaar, maar als we de kans krijgen, gaan we het zeker proberen. Maar we mogen ook niet vergeten wie we tegenover ons hebben. Dat is Marc. Dat maakt me nog meer trots.”

Merk je dat je in de paddock anders benaderd wordt door andere rijders, door fans of de media? “Ja… Ik merk dat ik dit jaar op veel punten ben gegroeid. Als je deze goede resultaten behaalt… veel mensen hadden dat niet verwacht. Je voelt meer respect, bij de rijders, bij de media en bij andere teams en fabrikanten. Dat is leuk, maar dat hangt wel allemaal af van je prestaties. Mensen vragen me vaak wat ik veranderd heb. Maar ik heb niks veranderd. Ik train niet harder, ik ben niet méér gefocust. Wat ik thuis doe, is nog exact hetzelfde. Om in de MotoGP succes te hebben, ben je afhankelijk van veel dingen. Je moet op het juiste moment op de juiste plek zitten met de juiste machine. In de Moto2 kun je een Kalex of een Boscoscuro hebben en resultaten pakken. Hier is dat anders. Wij hebben alle ingrediënten om goede dingen te doen, en daar profiteren we van.”

Marc zei eerder dat je veranderd bent, vooral in het dagelijks leven. Ben je het daar mee eens? “Misschien wel. Je leert elk jaar dingen, je wordt volwassener, je ziet dingen anders dan vijf jaar geleden. Het klopt wel dat met goede resultaten alles makkelijker gaat. Het leven is makkelijker, je gaat met meer plezier trainen, het reizen valt minder zwaar, dat soort dingen. Dat is veranderd, maar dat komt omdat het resultaat en het gevoel er zijn.”

Voel je je ook meer op je gemak met je team nu je meer ervaren bent, de motor beter kent en ook elkaar beter kent? “Veel meer. Dat is inderdaad ook veranderd. Maar waarom ben ik zelfverzekerder? Omdat ik het vertrouwen heb op kritieke momenten, of op momenten dat iedereen in de box nerveus is als ik op vrijdag nog naar Q2 moet… We maken er vaak grappen over. Want ik zeg dan ‘relax’. En normaal gesproken is het juist andersom. Dan vragen ze me ‘waarom doe je zo met je hand’ (maakt een kalmerende beweging, red.). Nou, omdat iedereen zenuwachtig rondloopt, terwijl ik weet: we redden het wel. Geef me gewoon een goede motor en de juiste banden en we gaan. Ik sta er met veel meer vertrouwen in. Het is mijn derde jaar met het team en onze basis is erg fijn. We kennen elkaar heel goed en de machine doet het prima. Dat geeft veel vertrouwen. Het eerste jaar bij een team, met een nieuwe crewchief, is niet eenvoudig. Je moet elkaar leren kennen en dat gaat met ups en downs. Dat zag je ook aan Marc vorig jaar. En als ze je al goed kennen, weten ze bijvoorbeeld of ze van de ene naar de volgende run in de trainingen de voorkant of achterkant al kunnen veranderen of dat je een basis nodig hebt voor je vertrouwen. Ik ben bijvoorbeeld iemand die niet te veel wil veranderen aan de voorkant en aan het gevoel dat ik daar heb. Ik heb het liever een beetje moeilijk met de voorkant terwijl ik wel weet waar de limiet ligt, in plaats van dat we dingen veranderen en daardoor het vertrouwen een beetje verliezen. Dat weten zij nu van mij en dat geeft vertrouwen.”

Vorig jaar was Marc je teamgenoot en je hebt veel van hem opgestoken. Dit jaar is hij je tegenstander in een ander team. Wanneer heb je meer van hem geleerd: nu of vorig jaar? “Dit jaar. Dit jaar zitten we meer op een vergelijkbaar niveau. Vorig jaar leerde ik theoretische dingen van hem, dingen die je kunt zien op de data. Maar later moet je het dan nog wel op de baan doen. Dat is het belangrijkste en ook het moeilijkste. Om op sommige plekken dicht achter hem te zitten… dat is een les. Dat je denkt ‘waarom doet hij dat zo?’. Dan probeer je het en denk je ‘ah, daarom’. Zo verbeter je je en zo leer je. Ook achter Pecco, daar leer je echt van.”

Fabio Di Giannantonio zat in Duitsland achter Marc en zag precies wat hij deed. Maar het lukte hem niet om te doen wat Marc deed. Je kunt iemand bewonderen, maar het kan ook frustreren. “Ik geloof dat ik op dat vlak een voordeel heb. Ik zeg je eerlijk: ik weet wat Marc kan en ik weet hoe en in welke bochten hij het verschil kan maken. Daarom raak ik niet gefrustreerd als hij sneller is in linkerbochten. Daar ga ik geen gekke dingen doen om net zo snel te zijn. Ik heb meerdere jaren op een Honda gezeten en iedereen probeerde daar de ‘Marc-dingen’. Maar het was onmogelijk om hem na te doen en dat was zo frustrerend. Ik ga dus liever m’n eigen weg, natuurlijk niet zonder te zien waar hij het verschil maakt, maar om dat dan vervolgens op mijn manier te proberen. Daarom raak ik niet gefrustreerd. Zoals in Aragon: iedereen raakte daar gefrustreerd, want je geeft alles, komt binnen in de box en… hij staat een seconde los… Ik wist dat dat zou gebeuren, want ik ken hem ook van de momenten dat je met elkaar traint. Als ik zie dat hij een seconde los staat, denk ik ‘oké, ik ga m’n best doen, maar ik laat me niet gek maken’. Dat zie ik als mijn voordeel.”

Dat is interessant, want na de Dutch TT was hij nogal kritisch over de media die volgens hem bleven vragen waarom jij hem niet had aangevallen. Hij verdedigde jou daar. Ik had gedacht dat de vraag die jou zou irriteren ook die vraag zou zijn. Maar snap je die vraag? (denkt na) “Ja. Het probleem is dat niet iedereen het antwoord begrijpt. Je kunt op een circuitdag op Catalunya of in Assen 20 seconden langzamer zijn en dan is het heel makkelijk voor een ander om in te halen. Maar zit je op een echte racer, op de limiet, dan weet je dat de verschillen super klein zijn en dat inhalen ook super moeilijk is. Op zondag in Assen denk ik dat Bezzecchi sneller was dan Marc, maar wat Marc heel goed deed, was zichzelf heel sterk verdedigen op zijn mindere plekken. Zijn zwakke sector was sector 3 (van de vier, red.). Hij wist dus dat hij zich vanaf het rempunt voor de laatste bocht tot en met sector 1 moest verdedigen. Zo laat mogelijk remmen en insturen. Als een rijder voor je zich zo verdedigt, is het onmogelijk om hem aan te vallen. Het frustrerende voor mij was dat mensen het antwoord niet snappen, maar als rijders onder elkaar begrijpen we het wel.”

Op een bepaalde manier manoeuvreer je jezelf in de rol van outsider. Moet hij eerst stoppen voordat jij een kans krijgt om wereldkampioen te worden? “Nee, ik vertel dit alleen maar om realistisch te blijven over onze situatie. Gedurende het seizoen willen mensen dat nog weleens vergeten. Het was een soort ‘reminder’, snap je? Ben ik blij als ik tweede word? Ja. Want voor ons als satellietteam zou het waanzinnig zijn om voor een paar fabrieks-Ducati’s te finishen. Dat is de realiteit. En als we tweede worden: wie hebben we voor ons? Dat is geen gewone rijder, hè. Niet veel mensen hebben hem op hetzelfde materiaal verslagen. Volgens mij niemand in de MotoGP. Natuurlijk, als Marc iets overkomt of hij pakt twee keer een ‘nul’ en wij krijgen de kans om te winnen, dan zal ik alles doen om die kans aan te grijpen. Dus als we tweede worden en steeds inleveren, moeten we ons realiseren dat we een achtvoudig wereldkampioen in een fabrieksteam en op een fabrieksmachine voor ons hebben. Wij zitten in deze positie, maar dit is geen logische positie. Vanaf het begin van het seizoen voelde ik me heel goed op deze machine. Het vertrouwen was er ook vanaf het begin van het seizoen. Het was best een raar gevoel, maar tijdens de testen in Maleisië en Thailand wist ik al: we kunnen mooie dingen doen. Dat heb ik niet naar buiten uitgesproken, maar ik voelde dat in mezelf. Aan m’n team heb ik het destijds wel verteld. Want ik voelde me heel goed. Ik ben in Thailand heel goed met de situatie omgegaan, toen Marc zich achter mij liet afzakken. Op het pitboard zag ik twintig ronden lang ‘+0 Marc’. Dat was niet makkelijk!”

Tenslotte, jullie team kondigde vorig jaar elke Grand Prix aan met een variatie op een filmposter, met jou en Marc erop. Welke film zou je gebruiken om dit jaar jullie strijd te omschrijven? (denkt lang na en overlegt met de persman van het team voordat hij met een alternatief komt) “Het is geen film, maar een boek (dat boek is de bijbel, red.): David tegen Goliath. Want wij vechten tegen een monster! (lacht) Wij zijn het kleintje en we weten wie we willen verslaan. En ik denk dat het mogelijk is, dus we gaan het proberen.”

Gepubliceerd op

Pagina gaat door onder advertenties

Meer artikelen & nieuws

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

Word MotoPlus abonnee!

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

Word abonneevanaf €0,67 per week