Henk Verberk – Suzuki GSX1100S Katana

De Dijk zong ooit: ‘een man weet pas wat hij mist, als ze er niet is’. Dat ondervond ook Henk Verberk toen hij zijn Suzuki Katana uit 1984 verkocht aan onze eigen fotograaf Guus van Goethem. “En spijt dat ik daarvan heb gehad, dat wil je niet weten. De tranen stonden me in de ogen toen ik hem terugkreeg.”
Pagina gaat door onder advertenties
Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees
- Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
- 15.000+ online artikelen
- 380+ digitale magazines
Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

“Motorrijden zit bij ons in de familie. We zijn een gezin met acht kinderen en daarvan hebben er zeven altijd motorgereden. Mijn broer Wim en in zijn de enige die nu nog rijden en we houden het zo lang mogelijk vol. Zelf begon ik op een jaartje of zeventien of achttien. Het was een mooie tijd in de jaren zestig en zeventig. Ik heb veel ruige dingen meegemaakt en niemand die ergens naar keek. Dat we al dat gekkenwerk overleefd hebben is soms onvoorstelbaar. Vandaag de dag doen we dat uiteraard niet meer.”
“Mijn eerste motorfiets was een Yamaha RD500, echt een fijne fiets. In mijn hele leven heb ik veel motorfietsen gehad en weggedaan. Het maakte mij toen echt niet uit wat ik reed, als ik maar iets reed. Ik geloof dat ik er wel een stuk of twintig heb gehad, maar het precieze aantal heb ik nooit echt bijgehouden. Ik heb dus ook veel kilometers gemaakt, ook in de sneeuw. Laten we dat voor het gemak maar gewoon rijervaring noemen. De eerste Katana die ik in 1984 kocht was echt een vreselijke miskoop. Ik had hem bij de dealer zien staan en ik wilde hem hebben, dus ik ben zo snel ik kon het geld gaan halen om die motor te kunnen kopen. Toen ik de motor uit de garage naar huis reed, bleek het eigenlijk al heel gauw tienduizend gulden weggegooid geld te zijn. Achteraf was het een schademotor en de dealer wilde hem ook niet meer terugnemen. Uiteindelijk heb ik die Katana één maandje gereden voordat ik hem weggedaan heb en overgestapt ben op een Honda.”
“Ondanks dat mijn eerste ervaring met een Suzuki Katana niet fantastisch was, wilde ik hem wel heel graag hebben. De stijl die die motor heeft, was zijn tijd ver vooruit. Zo’n futuristische racekuip zag je gewoonweg niet bij andere motoren. De styling was apart om te zien en juist dat vond ik er wel heel aantrekkelijk aan. Rond de eeuwwisseling kwam ik het exemplaar dat ik nu heb tegen op Marktplaats en wilde ik het nog wel eens proberen. Hij had amper wat gelopen. Ik denk dat die jongen die hem te koop zette er misschien zeventienduizend kilometer op had gereden. Eigenlijk kon ik hem helemaal niet betalen. Ik had net een huis gekocht en ik was nog bezig met het bouwen van een garage. Ik heb het toen aan mijn broer Wim overgelaten om hem te kopen. Op gegeven moment was de bouw van de garage klaar en Wim gaf toe dat hij eigenlijk niet meer zoveel schik had met de Katana. Dat vond ik niet erg, dat kan je wel begrijpen. We besloten toen de motoren om te ruilen. Ik had toentertijd een 750 Yamaha en kreeg ervoor de Katana die ik zo graag wilde in ruil. Bíjna alles aan deze fiets is origineel, want hij is gewoon mooi zo. Behalve de uitlaat, maar dat was helaas al zo toen we hem kochten. Als ik ergens een originele uitlaat op de kop kan tikken, doe ik dat meteen, want ik zou hem heel graag in de originele staat hebben. Ondanks dat de uitlaat hetgeen is wat mensen vaak het eerste veranderen, kom je er moeilijk aan. Er zit nu een uitlaat van de 750 onder en hij loopt er heus niet minder door, maar helemaal naar origineelstaat zou wel mooi zijn. Met deze mooie Katana in mijn bezit ben ik ook een tijdje bij de Katana-club geweest, maar daar ga ik eigenlijk niet meer heen. Hoewel ik snap dat anderen het leuk vinden om een motor te verbouwen, heeft het voor mij geen meerwaarde. Ik vind ‘m hartstikke mooi zoals hij is.”
“Uiteindelijk gebeurde het anderhalf jaar geleden dat ik me niet meer zo zeker begon te voelen op de motor. Dat was wel een gek gevoel, want ik rijd al bijna heel mijn leven. Dat heeft mij toen wel doen besluiten om te stoppen met rijden. Al vrij vlot kreeg ik reactie en is de motor verkocht aan fotograaf Guus. Tijdens de overdracht had zijn vrouw eigenlijk al meteen door dat ik daar bijna met tranen in de ogen afstand deed van mijn Katana. Ik had er zo veel spijt van. Uiteindelijk duurde het ook niet zo lang voordat ik toch weer wilde rijden en kocht ik een Kawasaki GTR1000. Het is echt een fijne toermachine met maar tweeënvijftigduizend op de klok. Die was eigenlijk nooit losgereden. Ik rook zelfs de geur van een nieuw motorblok toen ik de Kawasaki voor het eerst echt mee op stap nam, maar ik miste die Katana wel. Ongeveer een half jaartje geleden zat ik weer op Marktplaats en kwam foto’s tegen van een Suzuki Katana die nota bene in mijn eigen garage zijn gemaakt! Ik heb Guus meteen gebeld, en hij vertelde dat hij last kreeg van zijn rug en zette hem voor duizend euro minder weer in de verkoop. Ik heb hem weer teruggekocht met nieuwe banden en een grote beurt. Beter dan dat kan je het gewoon niet hebben. Men mag met honderdduizend euro komen, maar dan krijgen ze ‘m nog niet. Deze gaat nooit meer bij me weg.”