GP Wegrace Portimao, Portugal

Een spectaculaire Sprint garandeert niet direct een spetterende Grand Prix op zondag, bleek weer eens in Portimao. De MotoGP-race stond bepaald niet bol van de spanning, met een top 3 die met steeds groter wordende tussenpozen voorbij start en finish kwam. Vierde man Fermin Aldeguer zorgde nog voor enig vuurwerk met agressieve inhaalacties – vijfde man Brad Binder moest na een inhaalactie van Aldeguer verder zonder spoiler op het kontje van de KTM – en Fabio Quartararo zette met een zesde plaats de andere drie Yamaha-coureurs weer erg nadrukkelijk in de schaduw, maar de amusementswaarde van de Portugese Grand Prix viel niet mee. Het gebrek aan spanning deed echter niets af aan Bezzecchi’s zeer sterke optreden, dat leidde tot zijn tweede overwinning van het jaar. Het contrast met zijn teleurstellende elfde plaats in Sepang was groot, de manier waarop hij en zijn team van de RS-GP een goede machine op zaterdag een niet te kloppen wapen op zondag maakten, was indrukwekkend.

Doordat Pecco Bagnaia in de elfde ronde zijn vierde plaats verloor door een val, is Bezzecchi vrijwel zeker van de derde plaats in de eindstand. Voor Bezzecchi zou het een evenaring zijn van zijn beste klassering uit 2023, voor Aprilia zou het een nieuwe mijlpaal in de lange weg naar succes betekenen. “Op zaterdag was ik tevreden, maar niet helemaal”, gaf Bezzecchi toe. “Want als je start vanaf pole hoop je toch op meer. Maar Alex en Pedro waren gewoon sneller. Gisteravond heb ik met het team geanalyseerd hoe ik sneller kon zijn en na de warm-up begreep ik dat ik mee kon doen voor de overwinning. De race was heel goed, dus ik ben heel happy.” De sleutel voor het succes, vertelde Bezzecchi, lag vooral in de laatste sector van het circuit, juist in de twee bochten waarin Alex Marquez op zaterdag iedereen kansloos liet. “Gisteren kon ik Alex lang goed bestuderen en mijn lijnen waren niet de beste. Maar ook de mannen in de box vonden iets waardoor ik minder agressief kon zijn met de machine; hem iets meer laten rollen. Ik had veel vertrouwen in de voorkant door die modificatie en daardoor ging het allemaal wat beter.”

Marquez kon weinig anders doen dan erkennen dat Bezzecchi de betere was. “Na de warm-up begreep ik dat het lastig zou worden”, refereerde Marquez aan Bezzecchi’s razendsnelle tijd in de vroege ochtend. “Ik had niets te verliezen. De pace lag heel hoog en ik reed mijn band op. Ik had het al lastig genoeg om de tweede plaats vast te houden. Marco was veel sterker.”
Terwijl Marquez met zijn zevende tweede plaats van 2025 zijn totaal aan zondagse podiumplekken op twaalf bracht, noteerde Pedro Acosta zijn vijfde top 3 in de laatste tien GP’s. Hoewel Bezzecchi’s prestatie respect afdwong, is de manier waarop zowel Acosta als KTM de weg naar boven hebben gevonden, opmerkelijk. Pas in de twaalfde GP van het seizoen scoorde hij – zowel in de Sprint als in de Grand Prix – zijn eerste podium van het jaar. Met een achterstand van 89 punten op derde man Bagnaia bezette Acosta toen de vijfde plaats in de tussenstand. De kloof tussen hemzelf en Bagnaia heeft Acosta gedicht tot slechts drie punten. “Als we het seizoen beter waren gestart, had er misschien iets meer in gezeten”, zei Acosta schouderophalend. “Ons doel is zorgen dat we constant kunnen presteren en dat we een speler worden die mee kan doen in het kampioenschap.”

Eerder in het seizoen toonde de ook in Portimao nog afwezige Maverick Viñales dat de KTM ook met bochtensnelheid kan worden gereden, terwijl Acosta en ook zijn teamgenoot Brad Binder hun reputaties als late remmers perfect konden toepassen op de Oostenrijkse machine. “Soms wordt de oude Pedro wakker en remt hij zo laat als maar kan”, grijnsde Acosta al op zaterdag. “Ik ben moeilijk te passeren, maar het ligt ook aan het circuit. Ook blij dat ik mezelf onder controle heb. Want dat was aan het begin van het jaar moeilijk.” Dat de 2025-RC16 een ander DNA zou hebben dan de machine waarmee Binder en hij vorig jaar respectievelijk overall vijfde en zesde werden, bestreed Acosta. “Deze KTM hoeft niet anders gereden te worden dan die van 2024. Maar Maverick kwam er bij en toen bleek dat je ook op een andere manier kon rijden. Dat opende andere deuren. Ik begon me vanaf Le Mans weer beter te voelen, minder te crashen en ik begon andere manieren te ontwikkelen om hard te gaan. Niet zo hard te remmen als het niet nodig was, meer bochtensnelheid gebruiken en misschien heeft mij dat een completere rijder gemaakt. En zonder dat de agressiviteit en het harde remmen verdwenen is. De moeilijke tijden hebben me een betere rijder gemaakt.”

Viñales’ vervanger en testrijder Pol Espargaro zorgde met een tiende plaats voor de derde KTM in de top 10 en sprak in Portimao andermaal zijn bewondering uit voor zijn 21-jarige landgenoot. “Het is prachtig om hem te zien rijden, maar het is ook pijnlijk om te zien dat hij niet kan winnen met deze stijl. Maar we komen dichtbij en dat zien de andere fabrikanten ook”, was Espargaro’s overtuiging. “Je ziet Pedro de machine overrijden, omdat de machine op dit moment nog niet goed genoeg is. Maar zijn commitment, wat hij misschien eerder kwijt was, is super. De fabriek werkt hard en dat motiveert ons allemaal. Als ik ga testen, ga ik niet zitten chillen, dan ga ik er vol voor.

Aan de vooravond van de Portugese Grand Prix kwam het bericht dat Moto3-coureur Noah Dettwiler niet langer in levensgevaar verkeerde nadat hij in Sepang tijdens de verkenningsronde voor de Moto3 op volle snelheid was aangereden door Moto3-wereldkampioen José Antonio Rueda. Dettwiler had in Maleisië nog enkele operaties moeten ondergaan, maar zijn CIP-team meldde dat de 20-jarige Zwitser terug naar huis mocht vliegen. In Zürich zou Dettwiler dan ook nog aan zijn gebroken been moeten worden geopereerd. In Sepang verkondigde MotoGP-arts Angel Charte – terwijl het team om privacy vroeg – tegenover Spaanse media dat Dettwiler enkele hartstilstanden had gehad. In Portugal bleek dat ook Rueda op het circuit getroffen was door een hartstilstand. Ook in Portugal waren de zware crash en de communicatie omtrent het incident nog onderwerp van gesprek. “Ik vraag alleen of men in de toekomst iets terughoudender kan zijn met het doen van mededelingen”, aldus Pecco Bagnaia. “Na drie, vier minuten het bericht versturen dat de rijders bij bewustzijn zijn, dat begrijp ik niet. Toen hoorden we dat beide rijders een hartstilstand hadden gehad en dat zorgt voor een verlies aan geloofwaardigheid. Daarom moet er voorzichtiger met dit soort kwesties worden omgegaan. Luisteren naar de rijders die moeten rijden, is belangrijker.”

Pedro Acosta kent Dettwiler uit zijn tijd als Red Bull Rookie en is bevriend met Rueda’s teamgenoot Alvaro Carpe. “Het is niet nodig om die ‘kids’ te laten racen”, vond Acosta. Rijders als Luca Marini en de in Portimao gecrashte Franco Morbidelli wilden geen beschuldigende vingers wijzen. “Er zijn daar twee levens gered. Voor de rest praten we over details, minder belangrijk”, vond Morbidelli. Fabio Di Giannantonio vond privacy een groot goed. “En pas informatie geven als er duidelijkheid is, bijvoorbeeld door een vertegenwoordiger van het team of mijn vriendin, vader of moeder”, aldus Di Giannantonio. Hij plaatste vraagtekens bij het besluit om de Moto3-rijders uiteindelijk met bijna twee uur vertraging alsnog te laten starten. Di Giannantonio haalde het incident met Jorge Martin aan tijdens de Grand Prix van Qatar toen hij de gevallen Aprilia-coureur raakte. “Ik heb nog kippenvel als ik er aan terugdenk. De laatste zes, zeven, acht ronden reed ik zonder dat ik helder was in mijn hoofd. Ik reed omdat ik reed, maar niet op de juiste manier. Dat is niet prettig. Maar dan zou je ook de Moto2-rijders en ons niet moeten rijden. Want we zijn allemaal coureurs, allemaal mensen. Het is moeilijk waar je de lijn trekt.” Over de berichtgeving door de alom gewaardeerde dokter Charte was de VR46-rijder kort. “Dat zou dat beter kunnen. Absoluut.”