GP Wegrace Mugello, Italië

Spetterend vuurwerk boden de eerste zes ronden van de Italiaanse Grand Prix in een broeierig heet Mugello. Thuisheld Pecco Bagnaia had dan wel op 0,059 seconde de pole moeten laten aan Marc Marquez, maar op zondag leek de winnaar van de laatste drie Italiaanse GP’s de strijd aan te kunnen. Aanvallen en inhaalacties van de gebroeders Marquez beantwoordde Bagnaia tot groot enthousiasme van de fanatieke tifosi met scherpe counters, en enkele malen balanceerde Bagnaia op de rand van de afgrond. Na zes ronden waren de scherpe randjes echter afgevlakt. Eerst zag hij Alex Marquez binnendoor voorbij komen, drie ronden later greep ook Marc zijn kans. Terwijl de oudste Marquez zijn broer twee doorkomsten verder aan de kant zette en gecontroleerd naar de winst reed, zag Bagnaia zijn achterstand vooral in de slotfase groeien. In de voorlaatste ronde verloor hij nog zijn derde plaats aan de als zevende gestarte Fabio Di Giannantonio.

Voor de vierde maal zorgden Marc en Alex Marquez dit jaar voor een dubbel. “Pecco is de eerste van de normale rijders”, zei KTM’s Pedro Acosta al op zaterdag. “Het is Marc en Alex en dan de rest. Pecco is ‘the best of the rest’.” Franco Morbidelli, na twee Long Lap Penalty’s (hij reed vierde man Maverick Vinales van de sokken) zesde in Mugello, sprak ook zijn bewondering uit voor de Spaanse broers. “Ze hebben absoluut iets meer”, meende Morbidelli, vierde in het kampioenschap. “Vanaf de eerste training op vrijdag zitten ze op het hoogste niveau en op dat niveau blijven ze werken. Op zondag zitten we er dan dichterbij, maar zij houden dat voordeel. En ze hebben ook nog eens een geweldige band met hun machine en met de banden. Zij zijn in staat om er in de eerste ronde het maximale uit te halen en vervolgens iedereen voor te blijven.”

Hoewel het seizoen nog niet eens halverwege is, is Marc Marquez al wel in staat geweest zijn stempel op het MotoGP-kampioenschap te drukken. Dat deed hij niet alleen met die acht Sprint-zeges en vijf overwinningen en in totaal zeven podiums in negen GP’s, maar ook met een puntenaantal dat 48 punten hoger ligt dan toen Bagnaia vorig jaar na negen weekends de ranglijst aanvoerde én met het feit dat hij al 26 trainings- en kwalificatiesessies als snelste afsloot; Bagnaia stond vorig jaar als topscorer, in een heel seizoen, 24 maal bovenaan de lijst. In Mugello, de plek waar hij vijftien jaar zijn allereerste 125 cc-Grand Prix won, sloeg Marquez twee nieuwe mijlpalen. Op zaterdag claimde hij zijn honderdste pole en op zondag won hij – elf jaar na zijn laatste zege in Mugello – als nummer 93 zijn 93e Grand Prix. “Ik ben super blij en trots om te winnen op een Italiaanse machine, voor een Italiaans team op een Italiaans circuit. Ik merkte het hele weekend hoe bijzonder deze race voor iedereen was, daarom was ik extra geconcentreerd om het podium te halen. Podium was het doel, maar ik voelde dat er meer mogelijk was”, aldus Marquez. “Ik probeerde vooral kalm aan te doen met de banden, want iedereen binnen Ducati weet dat als je te hard pusht in het begin, je daar aan het eind de prijs voor betaalt. We belastten tijdens dat gevecht de banden heel erg en toen Pecco me inhaalde, zag ik wel hoe hij aan het pushen was. Ik wilde in de buurt blijven om aan het eind wat over te hebben. Tegelijkertijd was het ook belangrijk om te leiden, want anders kon de voorband te heet worden. Maar toen Alex ons inhaalde, zag ik dat het tempo omhoog ging. Ik wilde met hem mee en daarna de race leiden.”

Met 230 punten heeft hij weliswaar veertig punten achterstand op Marc, maar Alex Marquez heeft na zijn vijfde tweede plaats in negen races een buffer van zeventig punten op Bagnaia. Na negen races verzamelde Marquez al 57 punten meer dan in heel 2024, dat hij afsloot als achtste, vijf plekken achter zijn broer. “Ik zit in één van de beste perioden van m’n carrière en Alex staat er altijd. Dat betekent dat hij één van mijn hardste tegenstanders ooit is”, prees Marc zijn jongere broer. “Vanaf de eerste keer dat hij vorig jaar in Barcelona op de GP24 stapte (Alex klokte tijdens die test de snelste tijd, red., vloog hij al.” De knappe prestaties kwamen met een prijs, merkte Marc, die door een deel van het publiek werd uitgejouwd. “Toen Alex het podium op ging, werd hij ook uitgefloten. En hij heeft alleen dezelfde achternaam!”

Alex zelf bleef bescheiden, bedankte Pedro Acosta vriendelijk voor zijn eerdere compliment, maar bleef ‘gewoon Alex Marquez’, die zijn werk zo goed mogelijk wilde doen. “Vandaag was het belangrijk om het maximale te pakken zonder fouten te maken”, vond hij. “Ik probeerde in het begin vooral op mijn banden te letten en toen ik zag hoe hard het gevecht was tussen Marc en Pecco, dacht ik ‘oké, hier wil ik even niet bemoeien’. Maar de pace was niet heel snel en toen ik de kans zag om Pecco in te halen, wilde ik die kans ook pakken. Ik wilde aan het eind wat over hebben, maar op dat moment wilde ik aanvallen. Dat heb ik goed gedaan, maar Marc was beter. Voordat we hier naar toe kwamen, had ik gehoopt wat punten goed te kunnen maken op Marc, maar hij was beter. Maar ik was beter dan Pecco.”

Terwijl derde man Di Giannantonio in de voorlaatste ronde met een naar eigen zeggen noodzakelijke agressieve inhaalactie Bagnaia passeerde en zo voor eigen publiek de Italiaan op het podium was, was bij de geklopte Bagnaia de teleurstelling groot. Zijn agressieve strijdwijze was voor hem misschien de juiste geweest, oordeelde Marc Marquez, maar misschien net wat te veel. “Ik wilde aan kop blijven, zoals altijd. Ik had vertrouwen, voelde me goed in het begin. En toen, na zes ronden, moest ik het kalmer aan doen, want de voorband begon tegen te sputteren en ik riskeerde een schuiver.” Het was het oude verhaal van dit seizoen, vertelde Bagnaia. “Ik moet volgen wat de machine vereist om te doen. Als ik doe wat ik doe, crash ik. Of bijna.” Er restte hem niets anders dan andermaal ‘the brothers’ bekijken en omgaan met een voorkant met een hardnekkige neiging tot onderstuur. Een vierde zege op rij in Mugello lag ver buiten Bagnaia’s bereik. Bovendien veroorzaakte een gat in het loopvlak van de achterband in de slotfase voor ernstige vibraties. Gecontroleerde slides zoals vorig jaar, waren onmogelijk. “Het is jammer.” De terugkerende problemen met de voorkant hadden ook een uitwerking op zijn mentale benadering. “Ik hoop dat ze niet komen, maar ja: ik ben er wel bang voor. Want het verandert in een ronde: je voelt je oké, je pusht, je hebt kansen en de volgende ronde is het onderstuur daar, beweegt de machine veel meer en zijn je kansen weg.”

Net als in Mugello, won Bagnaia ook de laatste drie GP’s in Assen. Net zoals hij eerder deed in Qatar en Mugello, zal Bagnaia hopen op betere tijden tijdens de Dutch TT. Aan een wereldtitel denkt hij niet meer. “We moeten eerst een oplossing vinden voor onze problemen.” Maar hoewel Marc Marquez voor het laatst na een legendarisch groepsgevecht in 2018 won in Assen, pakte hij tussen 2010 en 2019 tien podiums, waaronder vijf overwinningen in drie klassen. En met de vorm waarin de 32-jarige Marquez momenteel verkeert is hij de favoriet voor de Dutch TT. Misschien met een kans op ‘friendly fire’. Vanuit de familie, bijvoorbeeld. Of toch van zijn teamgenoot, de man met een tatoeage van het TT Circuit op zijn arm.