GP Wegrace Argentinië

Maak je na twee Grand Prix-weekends de balans op, dan vallen enkele zaken op. De gebroeders Marquez zijn de enige twee rijders die dit jaar aan de leiding hebben gereden en zijn – in ieder geval voorlopig – een stap sneller dan de concurrentie. Ook dan Pecco Bagnaia, die in Termas de Rio Hondo na afloop toegeven dat hij niet snel genoeg was geweest voor het podium. Even kon de als vierde gestarte Bagnaia zich voorbij Alex Marquez werken, maar de Gresini-rijder herstelde de rangorde snel. Daarna moest Bagnaia alles uit de kast halen om de indrukwekkende Johann Zarco achter zich te houden én Franco Morbidelli. Waar de Fransman zich uiteindelijk gewonnen moest geven, stuurde Morbidelli al in de vierde van 25 ronden voorbij Bagnaia – om hem vervolgens ook achter zich te houden. Morbidelli’s eerste top 3-finish sinds Jerez 2021 was een mooie beloning voor een rijder die toegaf ook aan zichzelf te hebben getwijfeld, maar nooit had opgegeven.

Toch was ook de 30-jarige Italiaanse Braziliaan niet bij machte om de Marquez-machinerie te stoppen. Marc eiste direct de leiding op, maar toen hij in de vierde ronde een foutje maakte, profiteerde Alex direct. De twee broers waren ruim sneller dan de rest, en niet eerder was de jongste van de twee zo dicht bij een MotoGP-zege. Maar na een eerste mislukte uitremactie was Marcs tweede poging om zijn vierde zege op Termas veilig te stellen, pakte wél goed uit. Slechts 1,3 seconde voor Alex won Marc zijn negentigste Grand Prix, en kwam daarmee op gelijke hoogte met de Spaanse legende Angel Nieto. Ondanks de bijzondere persoonlijke mijlpaal gaf Marc ook aan ‘ontzettend onder de indruk’ te zijn geweest van broer Alex. “Hij was super ‘smooth’, hield steeds de bochtensnelheid hoog”, had Marc gezien. “Op een bepaald moment had ik een paar ‘momentjes’ en dacht ik ‘de tweede plaats is genoeg’. Maar toen de banden slechter werden, begon ik hem weer binnen te halen en ik viel aan. De eerste was niet perfect, de tweede wel. Het was een perfect weekend. Wel moeilijk, want ik voelde me niet op m’n gemak vanaf het begin. Maar we hebben er toch het maximale uitgehaald.” De oudste van de broers had ook vastgesteld dat beiden hun machines anders hadden afgesteld. “Alex had de machine waarschijnlijk meer afgesteld voor hoge bochtensnelheden, ik meer voor de harde rempunten. Dat is mijn kracht. Maar achter hem kon ik niet remmen zoals ik wilde, terwijl hij heel mooi vloeiend reed. De hele race dacht ik aan bocht 6. Dat is een linker bocht en ik dacht ‘het is onmogelijk dat hij daar sneller is dan ik’. Maar dat was hij wel! Ik probeerde andere lijnen, anders te werken met m’n lichaam en met het gas, maar steeds was hij er sneller en de hele race was ik er mee bezig hoe ik me daar kon verbeteren.”

Net als in Thailand vertrok Alex Marquez met twee tweede plaatsen. “Het was een super gave race”, vond hij. Zijn eigen twijfel over de bandenkeus nam hij weg door voor dezelfde combinatie medium-medium te kiezen als broer Marc en Bagnaia. “Toen Marc wijd ging in de eerste bocht, dacht ik ‘nu moet ik er helemaal voor gaan’ en ik probeerde dat gaatje te slaan. Later, toen hij me weer aanviel, dacht ik ‘aanvallen nu’. Ik reed mijn beste tijd, crashte bijna, maar hij was nog sneller. Daarom dacht ik ‘oké, ik moet die tweede plaats accepteren’. Hij kan iets meer op de grens rijden dan ik in het laatste deel van de race. Daar moet ik me verbeteren. Maar ik moet wel tevreden zijn over het hele weekend.” Op de GP24 lijkt Marquez een ander mens dan op de GP23 waarvan hij het remgedrag nooit onder de knie kreeg. “Ik voel me sterker dan ooit. Deze machine past zo goed bij me en ik geniet en speel elke ronde met de motor. We moeten een paar dingen zien te begrijpen die Marc doet, maar het is super om met je broer te vechten voor een MotoGP-overwinning.”

Marquez werd fel toen werd gesuggereerd dat het respect voor zijn broer tegen hem zou werken. “Die vraag is respectloos naar mij toe. Ik ben een rijder die maximaal wil presteren, voor zichzelf, voor zijn team en voor de sponsors. Ik weet dat hij mijn broer is en ik heb extra respect voor hem als ik hem inhaal. Ik ben de eerste die hem wil verslaan. Maar ik ben realistischer dan iedereen hier. Omdat ik Marc ken en omdat ik weet wat zijn sterke punten zijn. Ik heb er geen moeite mee om dat toe te geven. Misschien als je rivaal bent, zeg je niet meteen wat je denkt. Maar hij is mijn broer, en ik heb er geen moeite mee om het te zeggen als hij op een paar punten beter is dan ik. Dus probeer ik te leren, probeer ik alles te geven, maar mensen moeten ophouden te denken dat ik te veel respect voor Marc heb. Hij was sneller dan ik en ik heb alles gegeven. Daarom ben ik tevreden.”

Vorig jaar parkeerde Franco Morbidelli al eens zijn Prima Pramac Ducati in de top 3 na de Sprint in Misano. Maar op een Grand Prix-podium stond de VR46-rijder 1414 dagen niet. Morbidelli werd gedurende 2021 het Yamaha-fabrieksteam binnengehaald toen Maverick Viñales zich onmogelijk had gemaakt. Maar Morbidelli kampte met de naweeën van een zeer hardnekkige knieblessure en was geen schim van de coureur die in 2020 dankzij onder meer drie overwinningen vice-wereldkampioen was geworden. Door een bizarre speling van het lot belandde Morbidelli vorig jaar na zijn ontslag bij Yamaha op één van de vier fabrieks-Ducati’s. Een crash en een slepende hersenschudding opgelopen tijdens een test met een Ducati Panigale op Portimao – de gebroeders Marquez verleenden eerste hulp – zetten hem vorig jaar op achterstand. Maar bij de eerste GP van 2025 toonde de 2017-Moto2-wereldkampioen snelheid met een vijfde plaats in de Sprint en een vierde in de GP. Twee weken later scoorde hij zijn eerste podium sinds 2021. “Eindelijk ben ik weer eens ongelooflijk blij met het weekend”, glimlachte de man die in 2014 als eerste werd opgepikt door Valentino Rossi voor diens ‘Academy’. “We begonnen niet goed en op zaterdag werd ik ook nog eens ziek. Vandaag koos ik de softe achterband en ik wist dat ik (startend vanaf de achtste startplaats, red.) in het begin alles moest geven om het gat te dichten. Daarna probeerde ik het te controleren. En dat lukte vrij goed. Deze twee achterhalen lukte niet. In de toekomst moeten we beter beginnen aan het weekend en zorgen dat we er na de kwalificatie beter bij staan.”

Hoewel hij in de eerste twee raceweekenden van 2025 meer punten verzamelde dan in de afgelopen twee seizoenen, lijken Pecco Bagnaia’s problemen groter dan de afgelopen twee jaar. In Thailand kwam hij tekort en ook in Termas vormde hij nooit een bedreiging voor de gebroeders Marquez. “Ik probeerde zuinig te zijn op de banden, maar mijn strategie werkte niet zoals ik had gehoopt”, verklaarde de Ducati-fabriekscoureur zijn aanpak. “Achter Franky lukte het me niet om zijn tijden te rijden. Pas tegen het eind, maar ik kreeg geen kans meer om hem in te halen. Ik heb wel het gaatje (met de Marquez-broers, red.) iets kleiner kunnen maken, maar niet genoeg. Mijn pace was vergelijkbaar met de eerste twee jongens. Het gevecht met Johann (Zarco) en Franky kostte me tijd, maar ik was gewoon niet goed genoeg voor het podium.”

Achter de sterk opgekomen Fabio Di Giannantonio bekroonde Johann Zarco ‘bijna een droomweekend’, met een zesde plaats op een Honda die zich tegen het eind van de race steeds onwilliger liet sturen. Zeven tellen later bracht Brad Binder de beste KTM binnen als zevende, nipt voor Ai Ogura. De Trackhouse-coureur werd echter niet beloond voor zijn inhaalrace vanaf de vijftiende startplek, want na de race werd hij uit de uitslag geschrapt vanwege het gebruik van ‘niet gehomologeerde software’. Teamgenoot Raul Fernandez kreeg een Long Lap-penalty toen hij Enea Bastianini uit de race kegelde. Aprilia-merkgenoot Marco Bezzecchi ramde direct na de start bij het aanremmen van de eerste bocht bijna Morbidelli. Wel raakte hij Fabio Quartararo, die vervolgens met grote achterstand aan de race begon. Bezzecchi crashte en kreeg een officiële waarschuwing.