Eerste indruk: Kawasaki Z1100 (2025)

Wie door de technische specificaties van de Z1100 en diens 1100 SX-kompaan gaat ziet duidelijke overeenkomsten. Natuurlijk; het scheelt her en der een graadje, pondje of millimeter, maar het is duidelijk dat de Z een uitgeklede SX is. Wie naar de nieuwkomer kijkt herkent ook direct zijn liter-zware voorganger in het lijnenspel. Je moet verdomd goed kijken om de verschillen te zien. De 1100 verschilt optisch van de 1000 door een ander geplaatst stuur, een groter TFT-scherm, een groter windscherm, ander voorspatbord, ander onderkuipje en normale in plaats van wave-remschijven.

De 1100 is een mix van oude Z en nieuwe SX en dat is helemaal niet erg. De 1100-turbine presteert namelijk altijd indrukwekkend, al had je daar eerlijk gezegd bij de 1000 ook al niet over te klagen. Het is een koppelrijke turbine die je geblinddoekt zo maar zou kunnen verwarren met een twee- of driecilinder. Vier-in-lijns die bulken van het koppel onderin de toeren en in het middengebied. Laten dat nou net de toerentallen zijn waar we vandaag bij de introductie van de Z1100 in de Ardennen bivakkeren.

De Z1100 is vooral heel erg…. Z1000. Niet alleen qua voorkomen, maar ook qua ervaringen die hij biedt. Het uiterlijk is representatief voor de rijervaring die de naked biedt. Gespierd, massief en stevig. Waar de 1100 de 1000 voorbijstreeft is logischerwijze de elektronica, maar vooral ook het blok dat onderin nog gespierder is. Slimme zet van Kawasaki om bij de tuning van het motorblok de dagelijkse praktijk als uitgangspunt te nemen.

Wil je tot drie cijfers achter de komma weten hoe de Kawasaki Z1100 presteert, dan hoef je slechts een ding te doen: ren naar de kiosk om daar Motoplus nummer 21 te kopen. Dat nummer ligt rond 23 oktober in de schappen en als de post een beetje wil meewerken ook op de deurmat van abonnees.
De Kawasaki Z1100 staat al snel in de showrooms. Wil je hem met eigen ogen zien kijk dan hier of er dealer bij jou in de buurt is.