Grootste motormagazine van NL Grootste motormagazine van Nederland
15.000+ online artikelen 15.000+ online artikelen
1.000+ online testen 1.000+ online testen
Gratis thuisbezorgd in NL Gratis thuisbezorgd in Nederland

Böhmerwald, Tsjechië

Geschreven door onze specialist

Twan Hulshof

Het Beierse Woud is één van de Duitse nationale parken en deel van het Boheemse Woud, dat zich over Duitsland, Tsjechië en Oostenrijk uitspreidt. Aan de andere kant van de Duits-Tsjechische grens vloeit het verder in het nog grotere Tsjechische deel: de Šumava. Samen vormen ze het grootste aaneengesloten bosgebied van Europa. Reden genoeg voor een bezoekje dus.

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

De gastheer van de herberg heeft mij voorzien van alles wat ik nodig heb voor een tocht door het Boheemse Woud, beginnend met een kop koffie. Ewald, zoals de gastheer heet, zorgt goed voor me en heeft al zijn kennis met mij gedeeld, wat aanzienlijk veel is. Ik ben er vrij zeker van dat het veel langer dan een weekend zal kosten om het Tsjechische deel van het Boheemse Woud tot in de uiterste hoekjes en gaatjes te ontdekken, maar helaas is de tijd zoals zo vaak beperkt. Misschien is de pracht van het woud voor hem wel zo gewoon geworden dat het niet meer opvalt, maar ik ben verbaasd door alles wat ik zie.
Het is nog redelijk vroeg als ik via het Beierse Eisenstein in Duitsland richting de Tsjechische grens rijd. Behalve het zachte ruisen van de rivier is er nog geen piep of kraak te horen. Het dal van de rivier Grote Regen ligt nog in de schaduw, de vogels houden hun snavel en de dagjesmensen draaien zich nog één keer om in hun bed. Misschien worden sommigen van hen wakker nu ik na een korte pauze de startknop van mijn Yamaha XSR weer indruk. Maar nee, het stationair draaiende gebrom van de motor lijkt niemand uit een diepe slaap te wekken en blijft het enige kenmerk van leven in het gebied te zijn. Mijn linkervoet vindt de eerste versnelling en met een zachte klonk geeft de 700 aan dat hij klaar is om te gaan. Met de richtingaanwijzer die rechtsaf aangeeft, gaat het de ochtendschemering tegemoet. Na 250 meter verdwijnt de zwak verlichte Duits-Tsjechische grenspost in de achteruitkijkspiegel en na nog eens 300 meter laat ik de gashendel weer vieren. Wat is dat?

Een bonte confetti aan kitscherig nep goud, Chinese prullaria, plastic marmeren standbeelden en vogelhuisjes van vergane glorie sieren de kant van de weg over honderden meters. Wat een businessmodel! Alsof spullen die nagenoeg niemand nodig heeft of überhaupt wil hebben, bij een grensovergang ineens een onweerstaanbare kooplust zouden opwekken. Marmeren standbeelden en vogelhuisjes! Waarschijnlijk snap ik gewoon niets van deze nichemarkt. Op zich hebben ze een punt: er is een behoorlijke schaarste aan winkels voor vogelhuisjes en nepsculpturen, maar daar is een goede economische reden voor, wanneer bankroet gaan niet je hoogste doel is tenminste. Vluchtig scan ik het aanbod van deze bijzondere collectie. Mijn grootste verbazing echter, is een gigantische posterverzameling met de portretten van Honecker, Brezjnev en andere communistische prominenten. Daaronder wordt verwezen naar de KGB en de Stasi. Blijkbaar heeft iemand hier nog een rekening te verffenen.

Strenge ogen kijken me lang na wanneer ik ze voorbij rijd. Ik voel ze bijna nog in de rug branden wanneer de weg zich voor mijn voorwiel openvouwt. Een lang, recht stuk asfalt klimt meter voor meter omhoog. De Grote Arber verdwijnt in de achteruitkijkspiegel en de eerste zonnestralen verlichten de boomtoppen in het uitgestrekte landschap. Op het allerhoogste punt van de weg duw ik de Yamaha van de E53 af, naar rechts een landweg op. In het canvas van een lichtblauwe lucht verschijnen hier en daar penseelstrepen in de lichtroze kleur van de zon. De weg voor me en het dichte bos hebben de kleuren van de nacht nog niet van zich afgeschud. Mijn ogen zijn meer gericht op het kreupelhout en dichte bomen aan weerskanten van de weg dan op het asfalt. Als hier nu opgeschrikt dier de weg op springt, kan dat lelijk aflopen… Een wild hert zou me, zacht gezegd, zeker van de ideale lijn kunnen brengen. Mijn verbeelding neemt een loopje met me tijdens het bedenken van allerlei doemscenario’s. Of slaap ik nog half? Eén ding is zeker: ik ben héél erg vroeg opgestaan voor deze trip en mijn maag begint inmiddels te knorren. Waar kan ik wat ontbijten?

Ik werp een blik op de landkaart die ik heb meegekregen van Ewalt. Daarop heeft hij een plekje aangewezen waar ik echt even moet stoppen: Hartmanice. De gezellige rode leien daken, zorgvuldig geplaveide pleintjes en vroegtijdig geopende cafeetjes begroeten me als ik het stadje binnenrijd. Onder groene parasols verdringen gasten zich voor de beste zitplaatsen bij ‘U Lipoy’. Bingo! Daar kan ik wel iets te eten scoren.

De heerlijk sterke koffie spoelt de zelfbedachte scenario’s van de herten, samen met de drukte van de ochtend uit mijn gedachten. Wanneer ik verder rijd laat ik de grote weiden en uitgestrekte velden achter me en al snel worden ze ingeruild voor de dichte bossen en het geluid van de rivier die ik oversteek en een tijdje volg. De weg voor me gaat bergafwaarts en steil ook, de rust van de rivier maakt plaats voor een avontuurlijke rit. Een rit die wel wat weg heeft van een slalomafdaling van de Grote Arber. Nu pas realiseer ik me dat er iets ontbreekt in de cockpit van de Yamaha. Hoe heb ik dat kunnen vergeten? Mijn navigatiesysteem. Deze ligt nog altijd uit te slapen in de hotelkamer in Eisenstein. Laat maar liggen, gelukkig heb ik de landkaart nog. De route die ik heb uitgestippeld zit goed in mijn hoofd. Bovendien zijn er ook niet bepaald veel wegen om me in te vergissen, dus ik rijd door naar de volgende stop.

Sommige attracties zijn moeilijk te weerstaan. Voor de één is dat een ijssalon en voor de ander een rommelmarkt in een charmant dorpje. En op dit moment sta ik oog in oog mijn toeristische achilleshiel: oldtimers. Een of twee klassiekers die snel voorbrij rijden kan ik nog wel met een beetje goede wil weerstaan, maar het konvooi dat me tegemoet komt in de Otavavallei is niets minder dan een rijdend museum! Wanneer ze eigenlijk net iets te snel passeren, herken ik toch nog een Dodge Coronet en een Lancia Fulvia. Het kan niet anders of die dames en heren in hun klassiekers moeten ergens verderop wel stoppen voor een welverdiende pauze in de stralende zon. Ik heb de hele dag nog voor me heb en alle tijd heb om me te vergapen aan dal die vierwielige kunstwerken die bij toeval op mijn route komen. Een kans die ik simpelweg niet kan laten liggen. Ik werp een blik over de schouder, zet het knipperlicht aan, draai me om en zet de achtervolging in.

Een tijdje rijd ik in het klassiekerkonvooi mee. De tweetakten ratelen helemaal achteraan, voor een beetje loodvrije lucht moet ik dus vooraan zijn. Eigenlijk wil ik de stoet gewoon netjes blijven volgen, maar de giftige, felblauwe wolken die de Wartburg Tourist midden in mijn gezicht uitbraakt, doen anders besluiten. Ik werk me twee autolengtes naar voren. Kijk daar, een blauwe Mercedes Benz W115, voor hem een pico bello Ford Capri 1. Op de weg omhoog naar Hartmanice komt de Capri duidelijk in ademnood. Hmm, de Wartburg Tourist is niet de enige schuldige aan de gifwolk. De colonne rijdt verder. Ik haal een charmant rode Skoda Felicia cabriolet uit de jaren 70 in, waarvan de bestuurder een snor heeft die Chiel Montagne zou laten blozen. Dat zou een foto waard zijn, maar helaas, het konvooi wil nergens meer stoppen. Ik trek het gashendel daarom helemaal , haal de groep in en stop in een ruime bocht. Precies op tijd om nog een paar rijdende museumstukken op de gevoelige plaat te kunnen vastleggen!

De kasseien achter Prášily vragen abrupt om aandacht en brengen me terug naar het hier en nu. Om me heen strekt een hoogvlakte zich uit die ik meteen in de Noord-Amerikaanse prairie zou plaatsen. De geur van vers hooi hangt dik in de lucht en dat is niet gek. In het veld liggen grote balen klaar om opgehaald te worden. Richting het gehucht Modrava verandert de route vervolgens sterk van karakter. Eindelijk komen daar de talrijke bochten waarvoor de XSR is gemaakt. In de derde versnelling glijd ik soepel en moeiteloos over het gebroken en weer opgelapte asfalt. De ene na de andere nonchalante bocht bergopwaarts volgt, zonder ooit de twin of mezelf tot het uiterste te drijven. Heerlijk, precies zoals het hoort te zijn. Maar niet overal is het zo relaxed. In Kvilda, bijvoorbeeld, is er veel te doen in het centrum rond de oude houten kerk.

Het wintersportgebied is bezig met uitbreiden. Kranen en bouwplaatsen sieren het straatbeeld, waar je ook maar kijkt. Op dit moment heeft het weinig weg van een vakantiebestemming, straalt vooral één en al hectiek uit. Gauw weg hier. Na het een na laatste kruispunt in de bebouwde kom draai ik me weer om. Zit ik wel op de goede plek? In het voorbijgaan draai ik mijn hoofd naar de wegwijzer die de andere kant op wijst. ‘Horská Kvilda’ staat er op het bord. Nee, dat is niet de richting die ik op wil. Maar Vimperk? Waarom staat er opeens overal Vimperk? Dat is compleet de andere kant op. Ik pak de kaart er maar weer eens bij en zie dat ik een beetje ver naar het zuidoosten ben afgedreven. Niet zonder loon, want ik heb veel moois gezien vandaag. Maar wil ik vanavond weer op het terras bij Ewald zitten, dan wordt het zo langzamerhand wel tijd voor de terugtocht.
Het milde namiddaglicht breekt door de gaten van het bladerdak dat wordt gedragen door slanke boomstammen. De afdaling is even bochtig als pittig. De route blijkt precies te zijn wat ik van de tocht had verwacht en gehoopt. Een doldraaiende weg met fantastische grip in de bochten. Daarna schuurt hij, net als de Otava rivier, langs ruwe rotswanden. Campings, de geur van kampvuren en het beeld van kinderen die net hebben gezwommen in de rivier prikkelen de zintuigen. Een heerlijk zonnige dag loopt in de namiddag op zijn einde.

Weer terug in Hartmanice neem ik de stad in me op. Las ik hier nog even een korte pauze in? Nee, zo ver is het niet meer. De middag vloeit al langzaam over in de avond en links wordt de lucht al wat donkerder. Rechts sluipt de zon van onder de wolken vandaan en kleurt alles dat het kan raken in een warme, oranje tint. Ver voor me uit zie ik de toppen van de Grote Arber al boven de bomen uitsteken, wanneer ik aan de rechterkant nep marmeren beeldjes en vogelhuisjes passeer. Een vogelhuisje? Misschien toch wel een leuk souvenirtje voor in de achtertuin…

Gepubliceerd op
Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

Word MotoPlus abonnee!

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

Word abonneevanaf €0,67 per week