Bandentest 2025 (1) – allroadbanden
Tot aan de horizon, en verder. In theorie althans, want je komt natuurlijk nooit echt bij de horizon. Maar je kunt wel veel verder gaan dan de horizon die je op dat moment ziet, en dat hebben we gedaan. Veel verder. We lepelden zes bandentypes uit drie verschillende categorieën op zes BMW R1300GS-en, waaronder twee nieuwe bandenmodellen voor 2025, en probeerden de rijkwaliteiten en de slijtvastheid uit.
Pagina gaat door onder advertenties
Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees
- Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
- 15.000+ online artikelen
- 380+ digitale magazines
Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

De rush die je op een motor krijgt tijdens het rijden over mooie bochtige wegen geeft je een gelukzalig gevoel zonder naar illegale substanties te hoeven grijpen – en zonder de nare naweeën daarvan! Het samenspel van topografie, wegenbouw en de eigen acties als het aanremmen, het platleggen in bochten en het uitaccelereren, plus het warp speed-effect op de rechte stukken, we kunnen er urenlang van genieten. Daarvoor rijden we tenslotte motor. De banden spelen hierbij een heel belangrijke rol. Ze vormen het contact tussen motor en wegdek en zorgen dus voor de grip, maar ook voor het gevoel van de rijder. Ze hebben dus een wezenlijk aandeel in het rijplezier.
Dit jaar ligt onze focus op banden voor zware allroads ofwel adventures, in de maten 120/70 R19 en 170/60 R17. Om alle nieuwe types erin te kunnen meenemen, hebben we de testgroep in drie categorieën onderverdeeld: telkens een tweetal in de segmenten offroad-, allroad- en straatbanden. Aldus komen twee nieuwe bandentypes en een tot nu toe nog niet geteste band aan bod, geflankeerd door gevestigde concurrenten in de desbetreffende categorie.
De slijtagerit werd uitgevoerd op zes – even afgezien van ruitjes en valbeugels –
identieke BMW R1300GS-en, over een afstand van 2.000 kilometer. Altijd in aaneengesloten groep in vlotte ganzenmars achter elkaar, met uiterlijk na elke 100 kilometer een rijderswissel. Na de marathon gingen we over op de vergelijking van de rijeigenschappen op droog en nat wegdek. Tijdens de droge test werden met name de rijeigenschappen op secundaire wegen beoordeeld.
Sinds een aantal jaren beoordelen we in de hoofdbandentest (de lange met slijtagetest) niet de splinternieuwe banden, maar de reeds gedeeltelijk afgesleten banden. Dit vanwege onze ervaring dat de rijeigenschappen van nieuwe ‘premiumbanden’ (de zes grote merken) bij aanvang minder verschillen dan na een paar duizend kilometer. De verschillende mate en vorm van slijtage heeft namelijk een merkbare en onderling verschillende invloed op de stuureigenschappen. En simpel gezegd rij je in de praktijk tenslotte veel korter met splinternieuwe banden dan met deels versleten banden. Hoe groot de verschillen tussen de banden zijn en welke banden een goede slijtvastheid weten te combineren met fijne rijeigenschappen, dat zullen we in vijf hoofdstukken de revue laten passeren.
OFFROADBANDEN
Hiermee bedoelen we in deze test banden die minstens een zogenaamd 50/50-inzetgebied hebben. Met andere woorden: ze moeten zowel in het terrein als op straat behoorlijk en vooral controleerbaar functioneren.
Spagaat is het juiste woord. Offroadbanden moeten de spagaat tussen grip op asfalt en grip op losse ondergrond kunnen maken. Uiteraard gaat dit gepaard met compromissen, je kunt nooit beide disciplines perfect beheersen. Het duel gaat hier tussen de Dunlop Trailmax Raid en de Michelin Anakee Wild, banden die vallen in de categorie 50/50-banden en dus in theorie op allebei de ondergronden even goed – of even slecht – functioneren. Ze geven je dus een zo breed mogelijk gebruiksgebied.
Maar wat noem je ‘offroad’? De definitie van ‘straat’ is nog vrij eenvoudig (asfalt, beton of klinkers), maar ’terrein’ definiëren is een stuk lastiger. We kunnen het er in elk geval over eens zijn dat een doorsnee gebruiker van een zware allroad niet vrijwillig de gebaande (zand)paden zal verlaten. Dan kun je ‘offroad’ dus definiëren als gravelwegen en de wat pittigere zandpaden, met af en toe een stukje over een kampeerweide of zandstrand tijdens een vakantie. In onze streken worden deze banden voor een groot deel op de weg gebruikt, reden waarom we veel waarde hechten aan criteria als natte grip, stabiliteit, stuurprecisie, remweg en ook levensduur.
Om de tot nu toe nog niet door ons geteste Dunlop Trailmax Raid goed te kunnen beoordelen, haalden we de bekende Michelin Anakee Wild erbij als referentie. Deze is al een aantal jaren op de markt en heeft een goede reputatie als capabele terreinband onder de 50/50-banden, en hij heeft ook al aangetoond over een relatief goede levensduur te beschikken.
De combinatie van een 145 pk sterke BMW R1300GS en smalle slingerwegen vormden echter een flinke uitdaging voor deze Franse banden. Al in nieuwstaat presteerde de Dunlop Trailmax Raid – die in alle eerlijkheid meer als 60/40-band te boek staat – duidelijk beter dan de Michelin. Ondanks zijn grote aandeel negatief profiel gaf de Dunlop een rijgevoel dat veel lijkt op dat van een straatband, en dat ook grotendeels behouden bleef over de testafstand. De Michelin daarentegen werd op de grotendeels over de weg leidende route en het daarmee gepaard gaande stevige tempo regelrecht opgevreten. De stuurprecisie en de stabiliteit in bochten werden door de slijtage flink aangetast, en daarmee ook het rijplezier en veiligheidsgevoel bij het insturen en onder hellingshoeken. Eerlijkheidshalve moeten we erbij zeggen dat de Anakee Wild bij een minder snelle rijstijl ook op een R1300GS wel minder hard kan slijten.
ALLROADBANDEN
Zoals de naam al zegt, zijn deze banden gemaakt voor allerlei soorten wegen, van strak asfalt tot slechte wegdekken – maar wel wegen. Dit zijn de banden waarop zware allroads of adventures doorgaans standaard worden afgeleverd. Ze hebben een wat grover ogend profiel, maar zijn technisch sterk verwant aan pure straatbanden.
Met een dikke allroad à la BMW GS, Ducati Multistrada of KTM Super Adventure in de garage zouden je bankstel en luie stoel thuis eigenlijk leeg moeten zijn en de televisie koud en zwart. Want met dergelijke tweewielige alleskunners onder je ligt de wereld voor je open. Dat je met dit soort motoren ook onverharde paden op en zelfs het terrein in kunt, dat is al vaak genoeg aangetoond. Het grootste deel van de bezitters van dergelijke machines rijdt met deze boven-de-230-kilo-gevaarten echter voornamelijk op asfalt. Daarom zijn deze motoren af-fabriek met sterk straatgeöriënteerde banden uitgerust, met hooguit een ietsje grover profiel en een karkas dat beter overweg kan met ruwe ondergrond. Het inzetgebied wordt in de meeste gevallen aangeduid als 90/10, dus 90 procent straat en 10 procent ’terrein’, lees harde zand- of gravelpaden. De looks suggereren nog een beetje dat ze overal uit de voeten kunnen, maar feitelijk zijn het iets grover geprofileerde toerbanden die optimaal moeten presteren op straat. Niet alleen qua grip en sturen, maar ook qua levensduur, reden waarom ze zijn voorzien van flinke profieldiepten. Stabiliteit op hoge snelheid, handelbaarheid en remweg staan bij deze banden ook hoog op de prioriteitenlijst.
Pirelli brengt met de Scorpion Trail III voor dit seizoen een nieuwe band op de markt. In deze test zetten we hem naast de gevestigde orde in de vorm van de Bridgestone A41. De nieuwe Pirelli is een directe doorontwikkeling van de Scorpion Trail II en heeft een sportiever ogend groevenpatroon en nieuwe rubbercompounds. De achterband heeft twee verschillende compounds, de voorband doet het met eentje. interessant is dat de Scorpion Trail III bij een sportieve rijstijl aan het gripniveau van de vorig jaar verschenen Metzeler Roadtec 02-toerband komt, wat al wijst op het gemeenschappelijke moederbedrijf.
Nu echter terug naar het duel tussen de nieuwe Scorpion Trail III en zijn Japanse tegenvoeter. Wie nou denkt dat de Trail III de A41 gemakkelijk klop geeft, vergist zich. Bridgestone heeft namelijk ook niet zitten slapen en heeft de rubbercompound van de A41 sinds de introductie stilletjes gemodificeerd. Zowel de Pirelli’s als de Bridgestones blijken in de praktijk erg fijne banden, en dat is alleen maar goed nieuws.
STRAATBANDEN
Pure straatbanden maken van dikke, koppelsterke adventuremotoren zeer snelle binnenwegen-racers. Als je toch nooit van de verharde weg af gaat en je kunt het stellen zonder een vleugje offroad-looks qua bandenprofiel, dan kun je ook gewoon 100 procent straatbanden monteren – er zijn er namelijk diverse in de juiste maten.
De enorme capaciteiten van dikke allroads zijn algemeen bekend, reden waarom ze niet alleen goed verkopen, maar in de afgelopen jaren ook het technisch visitekaartje van de motorfabrikanten zijn geworden en de superbikes hebben afgelost als innovatiedragers. Terwijl ze met hun grote, machtige motorblokken het bij de snelheden op secundaire wegen moeiteloos kunnen opnemen tegen sportmotoren, scoren ze verder punten met hun ruime, comfortabele zitposities en het betere overzicht over de weg.
Dus als je uitsluitend op de weg rijdt, het blok graag zo af en toe maximaal doorhaalt en geniet van het snelle doorschakelen met quickshifters, dan zul je ook plezier hebben van pure straatbanden als de hier geteste Continental RoadAttack 4 en Metzeler Roadtec 02, een nieuwkomer in het segment van de allroadmaten. Voor de echt fanatieke stuurders zijn er inmiddels zelfs nog sportievere rubbers in die maten 120/70-19 en 170/60-17, zoals de Metzeler M9RR-sportband, maar de RoadAttack 4 en Roadtec 02 zouden duidelijk langer mee moeten gaan en beter overweg moeten kunnen met lage temperaturen.
Nu dan van ‘zouden moeten’ naar de feitelijke ervaringen. Het werd tijdens onze testritten duidelijk dat het ook bij deze ‘100/0’-banden op secundaire wegen dicht bij elkaar zit. De nieuwe Metzeler doet het in eerste instantie onopvallend, het is niet een nieuwkomer die meteen een verpletterende indruk maakt. Of andersom bekeken: de Conti is op droge secundaire wegen nog steeds een prima band. Alleen door een iets betere stabiliteit bij een sportieve rijstijl en een fractioneel betere feedback in het grensbereik slaagt de nieuwkomer erin om de gevestigde orde een paar puntjes af te snoepen. Zelfs de remweg is bij de twee Duitse merken vrijwel identiek.
En nu? Is Metzeler bij de ontwikkeling van de Roadtec 02 dan iets te conservatief te werk gegaan? Dat niet helemaal, want we hebben ook nog de criteria natte grip en slijtage. En op nat wegdek neemt de Metzeler duidelijk afstand van de Conti – om dan vervolgens bij de slijtage weer het nakijken te hebben. We zien hier bij de straatbanden dus hetzelfde patroon als bij de allroadbanden; het vinden van een ideale oplossing wordt steeds lastiger, en natte grip lijkt altijd ten koste te gaan van levensduur – en omgekeerd.
In het geval van deze twee straatbanden weegt naar onze mening het voordeel van de betere natte grip van de Metzeler Roadtec 02 echter zwaarder dan de wat langere levensduur van de Continental RoadAttack 4.