Tanktas
Voor veel oudere motorrijders was de tanktas een vaste bondgenoot op hun motortrips. Bovendien was die tanktas ook je navigatie: onder de doorzichtige bovenlaag lag immer een papiertje met plaatsnamen en wegnummers die je moest volgen tot je eindbestemming…
Ik weet nog dat mijn vader vroeger op zijn BMW’s zo’n prachtige stoere tanktas had, die bovendien via een ingenieuze rits rondom was uit te ritsen tot wel bijna een halve meter hoog. En dat kwam goed uit, want het was ook zijn enige bagagemogelijkheid op de R60 en later R69S. Met twee lange leren riemen (eentje onder het balhoofd en eentje achter onder te tank door) werd de tanktas vastgesjord, waarbij je altijd moest opletten om geen kabels te raken of vitale leidingen af te klemmen.
Toen ikzelf wat serieuzer op pad ging kwam net de magneet-tanktas in zwang. Dat was toch wel het ei van Columbus, zo’n handige tas die door zijn ingebouwde magneten vastkleefde op de stalen tanks van vroeger. Maar mijn enthousiasme voor die generatie tanktassen liep een behoorlijke deuk op toen ik de tas thuis een keertje op de werkbank legde, en er ongemerkt een M6-moertje aan bleef kleven. Die vervolgens een complete wegenkaart in de bovenkant van mijn tank graveerde tijdens de rit vanuit de Achterhoek naar Eindhoven, waar ik studeerde. Ik was er zo ziek van dat ik de tanktas toen een beetje heb afgezworen, en overstapte op de rugzak. Bovendien werden de motoren in die tijd ook steeds sportiever, dus als je op de lange baan een beetje weg wilde kruipen achter het ruitje, zat zo’n tanktas ook in de weg.
Maar met de komst van de allroads heb ik hem weer herontdekt voor spullen die je onderweg graag snel bij de hand wilt hebben. Mijn eigen KTM heeft dus tegenwoordig ook zo’n ring rond de benzinedop waarop ik een speciaal afgestemde tanktas kan vastklikken. Die tas is niet megagroot, maar een paar flesjes water, wat choco-repen, extra handschoenen en m’n papieren passen er mooi is, zodat je verder lekker ‘light’ kunt rijden. En helemaal overstag ging ik afgelopen maanden op de Harley-Davidson Pan America, die we na de lezerstest in MotoPlus 15 als redactiemotor hebben ingezet voor allerhande redactionele klussen. Zonder obligate kofferset, maar mét een tanktas bleek de allroad-HD een fijne en handige reisgenoot, waarmee je bijvoorbeeld moeiteloos tussen de files doorsukkelde. En waarmee het ook prima offroad-rijden was: ik maakte er op een lange zomerse dag in augustus nog een bijna 600 km lange dagtrip mee over de TET-route van noord naar zuid.
Op deze zonnige doordeweekse dag was het trouwens lekker rustig op de route: bij Hoogeveen kwam ik één Enfield-rijder tegen, en later zag ik aan de serieuze sporen na elke bocht dat er twee enduromotoren voor mij uit reden. Ieder zijn meug natuurlijk, maar de lol van die TET-route op een enduromotor ontgaat mij dan weer, omdat het toch echt een doorgaande ‘reis-route’ is met asfalt en bebouwde kommen. Voor een allroad als de Harley is het wèl sublieme tocht, zeker met originele (stille) uitlaat en standaard straat-georiënteerde banden. Je laat dan amper sporen achter en zonder veel grip is er juist wat meer ‘sport, spanning en sensatie’. Zeker in sommige modderige passages had ik het gevoel op ijs te rijden…
Ik heb onderweg op de TET-route trouwens ook weer een handjevol vrienden gemaakt: ruiters die van dezelfde paden gebruik maakten als ik. Hoewel ik eigenlijk vind dat ze hun paard onder controle moeten hebben als ze de openbare weg op gaan, zette ik toch telkens m’n motor even stil, of reed er stapvoets langs als ze me wenkten. Die kleine moeite werd altijd bijzonder gewaardeerd: met een groet en opgestoken duim gingen we elk weer ons weegs.
– Eric Bulsink, hoofdredacteur MotoPlus –