Interview Aermacchi-verzamelaars Ellen en Jaap de Jong
Verzamelen bestaat in verschillende gradaties, al naar gelang de Homo Verzamelicus in kwestie in meer of mindere mate vatbaar is voor het virus. Van mensen die besluiten een deel van hun huis in te richten ten bate van de collectie, kunnen we concluderen dat de ziekte tot in de poriën is doorgedrongen. Welkom in het woonkamermuseum van Ellen en Jaap de Jong.
Jaap de Jong, 81 jaar inmiddels, kocht zijn eerste Aermacchi nieuw, in 1961 voor het astronomische bedrag van 2.395 echte guldens. “Dat was fiks aan de prijs voor een 250cc-machine trouwens”, legt Jaap uit, “voor hetzelfde geld kocht je bij de concurrent meer power. Maar ik had echt iets bijzonders. Dat heeft ook iets te maken met het feit dat Aermacchi oorspronkelijk een vliegtuigfabrikant was. In de constructie van de motorfietsen zie je vaak oplossingen uit de vliegtuigwereld terug. Aermacchi’s zijn dan ook tegelijkertijd heel licht en heel stevig en betrouwbaar.”
Het bleek het begin van een meer dan hechte relatie met het Italiaanse merk, die tot de dag van vandaag voortduurt. Eigenlijk door de jaren heen alleen maar sterker is geworden. Op een bepaald moment leidde dat zelfs tot de beslissing om een flink deel van zijn leven te wijden aan Aermacchi, waarbij De Jong eigenlijk drie wensen had. “Een boek schrijven, een motorclub oprichten en een museum beginnen.” Dat is allemaal gelukt, al had dat museum nogal wat voeten in aarde.
De collectie stond op een gegeven moment namelijk her en der in schuurtjes, bij vrienden en kennissen. En dan had Jaap er ook altijd nog wel een paar in restauratie. Toch is het uiteindelijk allemaal goed gekomen. Hoe? Dat lees je allemaal in MotoPlus 10/2021!