Warmdraaien 4/2012
Op de kop af zes jaar geleden verscheen de eerste MotoPlus. Sebastiaan Horsman en ondergetekende deelden het allereerste nummer destijds uit vanaf onze ‘stand’ op de Utrechtse Motorbeurs: twee vierkante meter vloerruimte gevuld met twee pallets bladen om uit te delen. En grotere standplaats werd ons toen nog geweigerd, omdat er achter de schermen heftig werd geprotesteerd tegen onze komst. Maar de rest is geschiedenis: MotoPlus sloeg aan en groeide de afgelopen jaren flink, terwijl andere bladen juist lezers èn adverteerders zagen weglopen.
Importeurs en dealers moesten even wennen aan kritische noten en harde testen met winnaars en verliezers. Tja, uiteindelijk blijkt de ene motor of handschoen vaak toch wat beter dan de andere. Om bij dergelijke beoordelingen de persoonlijke voorkeur van de testrijder niet van doorslaggevende betekenis te laten zijn, hanteren we onze uitgebreide puntenlijsten. Elke motorrijder is slim genoeg om daarbij de aspecten die hij of zij juist van belang vindt naar eigen waarde te schatten. Verder zullen we nooit een waardeoordeel geven over het uiterlijk. Immers, over smaak valt niet te twisten, dus mag iedereen voor zichzelf bepalen of een motor mooi is of niet. Voor dat misschien wel allerbelangrijkste aspect heb je echt geen testrijder nodig!
En hoewel importeurs en fabrikanten tegenwoordig zelf ook wel inzien dat niet alles goud is wat er blinkt (en dat kritiek uiteindelijk leidt tot betere producten), krijgen we dus nog wel eens een boze importeur aan de lijn, met name uit de Italiaanse hoek. Maar dat hebben we er graag voor over. Gevolg is wel dat MotoPlus vrijwel nooit meer wordt uitgenodigd bij presentaties van nieuwe Italiaanse motorfietsen. Bij motoren als de Husqvarna Nuda of de Ducati Panigale zit men duidelijk niet te wachten op kritische noten. Na wat minder positieve Ducati-verhalen – met als hoogtepunt de duurtest van de hele slechte 1098, waarbij de dealers zelfs vanuit de fabriek werden geïnstrueerd met voorgekookte antwoorden op mogelijke vragen van MotoPlus-lezers – hadden we zelf ook niet verwacht ooit nog uitgenodigd te worden voor een Ducati-snoepreisje. Gelukkig kunnen we op zo’n moment altijd terugvallen op onze grote Duitse broer Motorrad, maar je begrijpt nu dus waarom de Panigale-test op pagina 22 niet door onze eigen testrijders Jeroen, Twan of Matthijs is gedaan. Net zoals we ook nimmer meer introducties van bijvoorbeeld MV Agusta en Husqvarna mogen bijwonen.
Ducati heeft trouwens momenteel wel wat anders aan zijn hoofd, aangezien het merk plotseling in de etalage is gezet door eigenaar Investindustrial Holding van de Italiaanse familie Bonomi. Zij namen Ducati zeven jaar geleden voor ongeveer 330 miljoen over en vragen er nu 1 miljard voor. “Voor verdere groei van Ducati is de steun van een partner van wereldklasse noodzakelijk,” aldus bestuursvoorzitter Andrea Bonomi. Met 40.000 geproduceerde motoren per jaar blijft Ducati inderdaad een (te) kleine speler. Zelfs de intrede in nieuwe segmenten met bijvoorbeeld de Multistrada en Diavel veranderde opmerkelijk genoeg niets aan de verkoopcijfers, terwijl vergelijkbare merken als BMW, Triumph en KTM de weg omhoog juist wel wisten te vinden.
De verkoop van Ducati zet de Panigale ineens in een heel ander daglicht: de verkopers hadden duidelijk een kers op de taart nodig om Ducati in de schijnwerpers te zetten. Vandaar dat de vele miljoenen ontwikkelingsgeld dus met liefde werd gedoneerd door de Bonomi’s, om daarmee een winst van bijna 700 miljoen binnen te kunnen hengelen. De Panigale is dus gewoon een beleggingsvehikel!
In de wandelgangen wordt AMG-Mercedes als mogelijke koper genoemd, nadat dit bedrijf sinds enkele jaren op marketingvlak al samenwerkt met Ducati. Maar ook BMW en Volkswagen zouden interesse hebben. Niet zo vreemd aangezien zowel Hendrik von Kuenheim (BMW Motorrad-baas) als Ferdinand Piëch (bestuursvoorzitter van VW) echte Ducati-fans zijn.
Eric Bulsink
Hoofdredacteur MotoPlus
