Voorjaarsdroom
Normandië is mooi. We zaten er op een camping.
Na een riante maaltijd in het dorp. Met een glas illegaal lokaal gestookte Calva. Er kwam een motorrijder – herstel: motorrijdster de camping op. Een strak geboetseerd exemplaar in modieus leder. Op een gepimpte Monster. Met een Hollandse plaat. Ze stopte bij de trekkershut tegen over de onze. Deed haar helm af. Schudde, nadat ze haar paardenstaart had ontknoopt, een onwaarschijnlijke hoeveelheid krullen los.
We hieven de glazen in haar richting. Een kwartiertje later kwam ze naar buiten. In shorts en T-shirt. Ze wiegde losjes heup naar ons toe. Begroette ons in Amerikengels met de uitbundigheid zoals we die kennen van spelletjespresentatrices bij de kommerciëlen en maagdelijke EO dames. “Hi guys! Had a nice ride today?” Ze bofte dat we geen lokale motards waren. Fransen reageren er vaak nogal pissig op wanneer ze in het Amerikengels begroet worden.
Of wij ook zo’n topdag hadden gehad? Mwahhh. Kapotte koppelingskabel gehad en een hond aangereden. Uitlaatbocht brandwond op een kuit. Kon dus beter. Maar ging wel. Nu zelfs weer heel goed. Want lekker gegeten. Calvaatje er bij. Prima. Het meisje had de nadrukkelijk gedreven, luidruchtig positieve ‘presence’ en ‘attitude’ van een in elk geval in eigen ogen geslaagde begin-dertig jarige Randstedelinge. Ze was verder niet verdrietig nieuwsgierig naar het lot van de aangereden hond. Dat is verdacht voor een vrouw.
Gebruikte woorden als ‘mieters’, ‘vet kewl’ en ‘wreed’. En ‘Fantààààstisch!’ Een soort ‘Balkenende meets TMF’ taaltje. Vertelde dat ze er even tussen uit was. Het werk was haar eventjes ‘to much’ geworden. Het soort meisje waar wij als simpele leden van de eenvoudiger gemonteerde soort schilfertjes van tussen de vingers krijgen. Ze deed ons aan iemand denken. Maar we kijken te weinig tv om haar te kunnen plaatsen. Zo iemand dus. Misschien wel een BN’er. Of een BV’er. Want in Vlaanderen, daar zitten we ook vaak.
Maar dan geen Jantje Smit. Want geen jongetje. Geen Yolanthe met die moeilijke achternaam ook. Want blond. Alhoewel. Dat zegt niets. We schonken haar drie vingers rustbrengende Calva in. De lokale Calvados heeft niet de genormaliseerde 40 graden alcohol, maar telt minimaal 60 dappere procenten van dat fraaie product.
We hieven de glazen. Calva hoor je in een keer achter over te slaan. Dat wist Krullenbol ook en ze deed dapper mee. Het maakte haar geruime tijd aanzienlijk rustiger. Vrouwen kunnen minder goed tegen alcohol dan mannelijke motorrijders met overgewicht. Voor slanke vrouwen geldt dat nog sterker. Het tweede glas dronk ze behoedzamer, maar de boodschap van die twintig bonusprocenten aan extra alcohol miste ze nog steeds. Na het derde glas was ze out. We pakten haar getweeën onder de zorgvuldig geschoren oksels en droegen haar naar haar hut.
Legden haar op bed. Dekten haar toe. Tevreden liepen we weer naar onze tafel toe. Schonken nog eens in. Sneden met de ouwe kampeerbajonet nog een paar hompen harde worst en kaas af. Normandië is mooi. Maar na de maaltijd is het er tijd voor bezinning. Niet voor gebabbel.