Voor de Vlaamse lezers
De Vlaamse mobiliteitsvereniging Touring bestempelt 496,3 km van de Belgische rij-infrastructuur als “levensgevaarlijk”.
Het meest verontrustende is dat het aantal zogenaamde “zwarte wegen” toeneemt. In 2007 telde Touring 9 levensgevaarlijk ingerichte wegen, het jaar daarop werden dat er al 12 en de meest recente studie wijst op 17 dodenwegen.
Het aantal “rode wegen”, die iets minder gevaarlijk zijn, is gedaald van 32 naar 25. Touring vergeleek daarvoor de geregistreerde ongevallen met de inrichting van de relevante weg en bracht meer dan 4.000 km weg in kaart.
De grootste problemen liggen volgens de mobiliteitsvereniging in de infrastructuur: bomen en niet verkreukelbare palen langs de weg, gevaarlijke kruispunten, niet afgebakende grachten, het gebrek aan middenbermen en gevaarlijke vangrails zijn maar enkele voorbeelden van waar het mis kan lopen. Touring kwam tot de conclusie dat het overgrote deel van de vermijdbare slachtoffers om automobilisten en motorrijders gaat die van de weg raken: 261 keer leidde dit tot zwaargewonden of doden, waarbij 61 keer iemand tegen een boom terecht kwam en 51 keer een verlichtingspaal betrokken was. Als je vangrails of middenbermen plaatst of als je onoverzichtelijke kruispunten vervangt door ronde punten 9rotondes), worden wegen vergevingsgezinder.” De dubieuze eer voor ‘gevaarlijkste weg van België’ gaat naar de Brusselsesteenweg (N4) tussen Overijse en Jezus-Eik.
Vlaanderens minister voor Openbare Werken Hilde Crevits krijgt op 29 oktober een petitie tegen deze zaken aangeboden.
